Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Ger-Jan de Gilde en Helene de Vos werken samen aan Stills : een weloverwogen modieuze vrouwenkollektie. Hij doet de stoffen, zij het tricot. Een weloverwogen vrolijke samenwerking.

LENE KEMPS

Stills wordt geproduceerd door de Nederlandse Veldhoven-groep, een concern met vertakkingen in twaalf landen van SkandinaviĆ« tot Spanje. In BelgiĆ« wordt Veldhoven vertegenwoordigd door dochtermaatschappij United Clothing. Achter die naam zitten diverse merken : So, Stills, No-No, Easy Pieces en Sandwich. So is de avant-garde mannenkollektie van Alexander Van Slobbe. No-No een kersverse no-nonsense kinderlijn. Easy Pieces begon vijf jaar geleden als een kleine tussenkollektie en leidt nu een eigen trendy leven. Sandwich was tien jaar geleden een T-shirtkollektie en is nu een vernieuwende lijn aan redelijke prijzen. Een eigenaardige verzameling. Elke lijn heeft zijn eigen ontwerpersteam en ze zitten samen in een groot gebouw, elk op hun eigen verdieping. Behalve tijdens de lunch, een gezellige bedoening met broodjes en sla. “Dan mogen we uit ons hok”, zeggen Ger-Jan en Helene.

Stills werd in het leven geroepen toen Frits Klaarenbeek met zijn Soap Studio vroeger ook onderdeel van het Veldhoven-concern onderdak zocht bij een andere groep. Ger-Jan en Helene, twee jaar lang de assistenten van Frits namen het stilisme over. “Ze werden er meteen ingegooid”, zegt Gratien Declercq, vertegenwoordiger van United Clothing. “Ze hebben de juiste beslissing genomen. Stills werd geen afkooksel of stoplap, maar een lijn met een eigen identiteit. Van bij het eerste seizoen werd er entoesiast op de kollektie gereageerd. Het sukses was zo groot dat het ons zelfs een beetje verrast heeft. ” Stills heeft wereldwijd een vijfhonderdtal verkooppunten, waaronder negentig in BelgiĆ«.

“We hebben meteen gezegd dat we Soap Studio niet wilden imiteren”, zegt het duo. “Wat we verder hebben gezet is een bepaalde kollektie met een bepaalde uitstraling. Maar dan wel op onze manier. “

Een ontwerpersteam met een man en een vrouw. Is het dan zo dat Ger-Jan de estetische visie aanbrengt en Helene de praktische kant ?

Helene : Ger-Jan is sterk op het silhouet gericht, hij ziet het totale beeld voor zich. Ik zie de praktische ongemakken. Als hij een prachtige rok tekent, durf ik wel een keer zeggen : met zo’n split kan geen vrouw de trap op.

Ger-Jan : Helene is een goed klankbord. Als zij me vertelt dat ze plots zin heeft in kleur of in een getailleerd jasje dan hou ik daar rekening mee.

Helene : Ik zie mezelf als “de gemiddelde vrouw”. Als ik denk : had ik nu maar een knalgele trui dan weet ik ondertussen dat andere vrouwen dat gevoel ook hebben. Ik zit al elf jaar in het vak, ik heb geleerd dat ik mijn intuĆÆtie mag vertrouwen.

Werken jullie goed samen of wordt er gekibbeld ?

Ger-Jan : In het begin hadden we de neiging stijf aan ons eigen beeld vast te houden. Nu kunnen we onze persoonlijke visies veel meer loslaten, omdat we weten dat we op dezelfde golflengte zitten.

Helene : Als we dan al toegevingen moeten doen, is het aan prijsbeperkingen of produktiemogelijkheden, niet zozeer aan elkaar. Wij schieten wonderlijk goed met elkaar op. We zijn zelfs samen gestopt met roken. En nog geen ruzie.

Ger-Jan : We zitten ook niet de ganse tijd op elkaars lip. Aan het begin van een nieuwe kollektie werken we het koncept uit en stellen we de kleurkaart op. We kiezen stoffen en garens uit. Bij het ene daglichtraam in het bedrijf zitten we dan drie weken samen met een enorme berg staaltjes en stofjes die we op beurzen hebben verzameld. Eenmaal als de grote lijnen zijn uitgezet, vullen we elk ons eigen gedeelte in, afzonderlijk. Ik de stoffen, Helene het tricot.

Hoe zien jullie Stills ?

Helene : Als een luxekollektie binnen betaalbare grenzen. We krijgen zekere prijsniveaus opgelegd en daarbinnen streven we naar kwaliteit. We houden van mooie materialen : zijde, mohair, bouclĆ©, velours… Een wollen blazer blijft net onder de 10.000 frank. Een mohair trui heb je voor ongeveer 5000. Veel van ons werk bestaat uit het onderhouden van kontakten met leveranciers en producenten om steeds betere produkten aan een goede prijs te krijgen. Tricot is heel technisch, ik doe dus veel research en werk nauw samen met fabrikanten, zodat ze af en toe iets speciaals willen uitproberen of zo. Daar kruipt veel tijd in.

De Stills-vrouw is niet mode-gek.

Helene : De Stills-vrouw houdt meer van kwaliteit dan van mode. Ze holt niet achter trends aan, maar wil er wel goed uitzien. We hebben wel een trendy gedeelte in de kollektie : dingen waar je drie maanden lang absoluut gek van bent en die je daarna nog zelden aantrekt. Dat gedeelte verkoopt goed, maar eigenlijk werken we veel beter met lange termijn trends.

Ger-Jan : Soms verrast het ons hoe goed sommige stuks verkopen, terwijl ze toch vrij gedurfd zijn. Kijk, zelfs dit gele angora mantelpakje heeft ontzettend goed gelopen, terwijl het toch niet voor de hand ligt dat zoiets commercieel zou zijn.

Helene : Het heeft geen zin dat wij ons met de korte termijn trends bezighouden, daar zijn we niet snel genoeg voor. Elke nieuwe trend ligt binnen de twee tot vier weken in de ketens, terwijl wij alles een jaar op voorhand beslissen. Wij moeten ons dus gewoon koncentreren op de lange golfbewegingen in mode, niet op die korte flashes.

Welke trends laten jullie liggen ?

Helene : We hebben wel lurex in de feestkollektie, maar bijvoorbeeld geen zilver. Het heeft geen zin voor ons om een zilveren jurk te maken, dat kunnen de ketens goedkoper en sneller. Maar een fijn lurex truitje, in een speciale steek, dat is dan weer wel helemaal Stills.

Wat vinden jullie van de couture-lijn ? Korte termijn of blijver ?

Ger-Jan : Ik geloof er wel in, ik denk dat het zal aanslaan. Een van de belangrijke golfbewegingen is toch de vervrouwelijking van de mode en de terugkeer van elegantie. Als je met vrouwen praat, merk je dat er verandering in de lucht hangt. Ze hebben weer zin om een inspanning te doen, om wat meer tijd aan zichzelf te besteden.

Nu zal niet iedereen in een mantelpakje rondlopen, je moet vrouwen ook andere mogelijkheden bieden, dus zitten er bij ons nog steeds een heleboel losse en fluĆÆde dingen in de kollektie. Maar ik merk dat de fifties-lijn me sterk te pakken heeft. Ik kon bijna geen lang jasje meer tekenen, het moest kort en getailleerd zijn om in die sfeer te passen.

Het moet voor vrouwen geen makkelijke overgang zijn : van platte schoenen naar naaldhak, van rugzak naar handtas. Het jaren-vijftigbeeld is een moeilijk beeld, en er horen ook zoveel accessoires bij. Je moet precies de juiste toon hebben want anders zie je eruit als je oma. Ik heb meer dan ooit zitten worstelen met de vraag : wat is belangrijk en waar hebben vrouwen zin in ?

Helene : Dat vragen we ook vaak aan de meisjes in het atelier enzo. Zij passen de ontwerpen en dan zie je meteen hoe ze reageren op kleuren en vormen, dat is erg belangrijk.

Ger-Jan : We maken momenteel een erg rare periode mee. Het modebeeld is nog nooit zo snel en zo vaak veranderd en ik vraag me soms ook af of de konsument eigenlijk nog kan volgen. Maar we weten uit ervaring dat sommige dingen gewoon tijd nodig hebben. Vrouwen moeten wennen aan nieuwe lengtes en proporties. Eerst zullen ze zo’n pakje aandoen ’s avonds om uit te gaan, maar daarna kan het ook op kantoor.

Helene : Ik volg sterk wat er op de Amerikaanse markt gebeurt omdat ik denk dat ze toonaangevend is, en daar is die couture-lijn wel aangeslagen. Amerikaanse vrouwen hebben fel gereageerd tegen de grunge en disko van de afgelopen seizoenen, want wat moet je daar als werkende dame mee beginnen ? Volgens mij zijn de ontwerpers gewoon erg geschrokken van die reakties en van de verkoopcijfers want het volgende seizoen : hup, kokerrokjes en nette jasjes. Een extreme reaktie waardoor ze weer een andere groep vergeten. We moeten gewoon naar een evenwicht evolueren.

Hebben jullie meegedaan met de nieuwe lengte ?

Helene : Wij noemen dat de kantoorlengte, omdat het zo korrekt staat. Die hebben we. We hebben kort, knielang en nog een klein beetje heel lang. We laten de klanten de keuze.

Jullie verkopen in twaalf landen, ook in Japan. Houden jullie rekening met nationale verschillen ?

Helene : Smaakverschillen zitten in ons achterhoofd, maar we werken niet echt in de richting van diversifikatie. Japan is zo’n gigantische markt, daar hebben we weinig inzicht in. Van de Skandinaven weten we dat ze van komfort houden, het is er natuurlijk ook een stuk kouder dan hier. Belgen zijn een beetje stijlbewuster en sjieker, dat zijn eigenlijk hele fijne klanten. Fransen zijn duidelijk zuiders gericht, die zouden graag wat meer felle kleuren in de kollektie willen, maar die slaan in de rest van Europa weer niet aan. En Nederlanders, tja…

Ger-Jan : Nederlanders zijn nonchalant en casual. Kleren moeten vooral makkelijk zijn, mooi is bijzaak.

Helene : Kleding blijft hier over het algemeen toch iets waar je liefst zo weinig mogelijk geld aan besteedt en verder geen woord aan vuil maakt. Dat is wel jammer. Het is erg ontnuchterend als je het straatbeeld bestudeert. Al die joggingpakken en vormeloze toestanden. Dan denk ik soms wel even : waar zijn we mee bezig ?

Waar zijn jullie mee bezig ?

Helene : Zonder pretentieus en hoogdravend te worden, zie ik kleding toch als een stukje beschaving, een beetje tijdgeest. Via kleding kommunikeer je iets, creƫer je een bepaalde stemming. Ik vind het wel fijn om daaraan mee te werken.

Ik ga er ook echt van uit dat we iets maken wat er nog niet is. Ik ben biezonder milieubewust, ik rij geen auto, ik recycleer en dat soort dingen, dus ga ik geen extra textiel aan de wereld toevoegen, kompleet zonder reden. Ik ben er echt van overtuigd dat Stills reden van bestaan heeft.

Ger-Jan : Ik zeg vaak dat we bouwstenen leveren. Een soort basis-uitrusting. Door de jaren heen zou ik met vrouwen graag een vertrouwensrelatie opbouwen. Dat ze Stills kopen omdat ze weten dat ze elk seizoen iets vinden wat bij hun persoonlijkheid past. Ik vind het fijn als vrouwen ons verrassen, als ze een Stills-stuk op een totaal onverwachte manier kombineren met iets wat ze al hebben. Natuurlijk verlang je dan veel van vrouwen. Ze moeten een sterk stijlgevoel hebben om dat soort keuzes en kombinaties te maken. Maar in mijn omgeving zie ik genoeg vrouwen die dat kunnen.

Kijk, bij So werkt een meisje Astrid en die heeft echt een heel biezondere uitstraling. Of ze nu een shortje van H&M draagt, of een dure designer-jurk, het maakt niets uit : ze blijft zichzelf. Als zij Stills draagt, hebben wij altijd iets van : goh, wat leuk.

Praten jullie na de uren nog over het werk ?

Ger-Jan : Nee, dan wordt het echt too much. Je stopt natuurlijk nooit met werken, in je hoofd blijf je altijd bezig, maar je moet jezelf niet verliezen in de mode.

Helene : Wij zijn ook geen echte modetypes. Mode is heel belangrijk voor me, maar ik wil het er niet de ganse tijd over hebben. Wij zijn ook niet van die “inne mensen” weet je wel.

Winkelen jullie vaak ?

Ger-Jan : Als je in de mode werkt, heb je zelden tijd om te winkelen, dat is een van die vreemde paradoxen. Als we shoppen, is het beroepshalve, om te zien wat er bij de konkurrentie gebeurt, wat de laatste ontwikkelingen zijn. Onlangs waren we in New York en toen hebben we echt gewinkeld tot we erbij neervielen.

Helene : Ik ben een absolute klerengek. Ik kan echt in vervoering raken als ik iets moois zie. Ik zou mezelf echt suf kunnen kopen. God zij dank heb ik geen perfekte maat 36 want dan was ik vast al lang failliet.

Ger-Jan de Gilde en Helene de Vos : “Samen gestopt met roken. En nog geen ruzie. “

“Een luxekollektie binnen betaalbare grenzen. “

“We leveren bouwstenen. Een soort basisuitrusting. “

Wij moeten ons koncentreren op de lange golfbewegingen in mode,

niet op die korte flashes. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content