Waar je ook kijkt in de Parijse flat van decoratrice Michelle Joubert, bijna overal brengt een schilderij of een spiegel wat extra leven.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Nog voor we goed en wel over haar flat begonnen te spreken, stak Michelle Joubert van wal met een ode aan de Rive Gauche. Daarmee bedoelt ze natuurlijk niet de volledige linkeroever van de Seine, maar de omgeving van de twee prachtige kerken Saint-Germain-des-PrĆ©s en Saint-Sulpice. Dit is zowat het Quartier Latin, het intellectueel hart van Parijs. Wat verderop, in de richting van le SeptiĆØme Arrondissement, bots je op tal van decoratiehuizen en antiquairs, wat haar uiteraard ten zeerste bevalt.

“Kijk”, zegt Michelle Joubert overtuigend. “Ik woon altijd op de Rive Gauche en vind die leuker dan de overkant, de Marais. Waarom? Omdat de straten daar veel te nauw zijn. Op de Rive Gauche zijn de gebouwen ook wat groter en volumineuzer. En bovendien is er in de Marais veel vervuiling. Hier kan je nog vrij ademen.”

Het klinkt me vertrouwd in de oren: wel meer Parijzenaren delen die mening. Bij de liefhebbers van het oude Parijs heb je veel voorstanders van de Rive Gauche en tegenstanders van de Marais, het middeleeuwse deel van de stad. Het lijkt wel een historische denkpiste en daarom klinken de woorden van Michelle Joubert zo heerlijk ouderwets. Het is alsof ze werden uitgesproken door een aristocratische dame uit de negentiende eeuw die de krottige Marais maar een vuil nest vindt. Natuurlijk schuilt er een beetje snobisme achter, de Rive Gauche is nu eenmaal de mooie en dure plek. Vooral de buurt van de Jardin du Luxembourg, waar ze woont.

Michelle Joubert is een van de bekende Parijse decoratrices. In deze stad heeft ze collega’s bij de vleet en velen van hen hanteren een ietwat saaie, kitscherige klassieke trant, want in Parijs blijft een belangrijk deel van het publiek kiezen voor Lodewijk-stijlen. Niet enkel de Fransen maar ook verrassend veel buitenlanders, vooral Aziaten die hier verblijven, vinden een historiserend interieur het summum. Maar Michelle Joubert is eigenlijk niet zo klassiek, haar interieur bulkt van de speelse details.

“Hoewel ik een echte Parisienne ben en dus veel van de stad hou, gaat mijn hart uit naar de sfeer van het platteland”, zegt ze. “Dat is een gevolg van het feit dat ik vaak in Zuid-Frankrijk werk, waar er veel landhuizen zijn in een mediterrane stijl. Daar haalde ik ook mijn liefde voor licht en schaduw. Zuiderse huizen kunnen zeer helder maar ook erg donker zijn. Ik ben niet bang voor schaduw en ik hou van een donker palet. Muren laat ik bijvoorbeeld blauw, groen of ossenbloed schilderen. Niet zelden gebruik ik daarvoor de verf van Agnes Emery die een prachtige kleurenkaart aanbiedt.”

Wat haar aan de landelijke stijl boeit, is de onvolmaaktheid. Boerenmeubels zijn nooit helemaal perfect afgewerkt en zijn mooi versleten door langdurig gebruik. In dit statige appartement, waar ooit meer bedienden rondliepen dan bewoners, is er een prachtig contrast tussen de landelijke meubels en talrijke trouvailles die Michelle Joubert bij curiosazaken en antiquairs vond. De keuken bijvoorbeeld, die is een tikkeltje rustiek, maar ook verrassend minimalistisch: zonder luxe, met betonnen gootstenen en onooglijke koperen kraantjes. Op afgebladderde witte planken heeft Michelle wit vaatwerk uitgestald, zoals in een ouderwetse kloosterkeuken. “Ik vind wel dat alles degelijk moet zijn, maar liefst niet perfect afgewerkt. Soms verplicht ik ambachtslui ertoe om hun waterpas en schietlood thuis te laten. Ze moeten leren iets op het oog af te werken, zoals vroeger. Dat is ook mooier als het veroudert.”

De rest van de woning is een stuk weelderiger. Overal geven spiegels extra doorzichten, bijvoorbeeld in de rode ontvangstkamer waar een mooie psychĆ© (kleedspiegel) licht in huis haalt. Ook in de blanke zitkamer is er afgebladderd meubilair. In de slaapkamer staat een groot schilderij nonchalant op de grond, voor de rest zijn de muren kaal. In de bibliotheek schuilen er subtiele contrasten in de decoratie. In deze deftig opgedirkte ruimte staat een versleten schragentafel. “Met een gewone tafel zou dit een saaie bibliotheek zijn, en dat wil ik helemaal niet”, aldus Michelle. “Voor mij zijn bibliotheken rariteitenkabinetten met boeken en curiosa. Daar hoort zo’n potige tafel bij, die past trouwens bij de vele opgezette dieren. In mijn ogen heeft de tafel ook iets dierlijks.”

Van alle vertrekken vindt Michelle Joubert de bibliotheek het belangrijkst. “In elke woning zou er Ć©Ć©n moeten zijn, tenminste als er plaats voor is. Al mijn klanten hebben een boekenkamer, ook al lezen ze amper. Maar misschien zetten die boeken en de sfeer van zo’n ruimte hen aan tot lezen. Dat is toch mijn bedoeling. Maar het is ook een ideale plek om mooie objecten te bewonderen. Bibliotheken zijn werelden op zich, ik ben er helemaal weg van. De meeste reizen die ik onderneem, voeren me langs oude bibliotheken. Zo’n antieke bibliotheek met globes, dat is echt het einde. Daar gaat magie van uit.”

Ook haar eigen bibliotheek is een rariteitenkabinet, ten dele door het licht dat tussen de zware gordijnen naar binnen glipt. Precies dat mysterieuze licht is haar zo dierbaar, vandaar ook haar voorliefde voor schilderijen die geborsteld werden in een tijd dat er nog geen kunstlicht bestond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content