Zondag gaan we stemmen, ik gebruik hier met opzet niet : moeten we gaan stemmen. Want ik heb het nooit een opgave gevonden, ik zie het als een privilege. Bovendien heeft zo’n zondag iets nostalgisch, omdat de ingrediënten ervan weinig veranderd zijn in de afgelopen jaren : eerst naar het stemlokaal en na de middag beginnen zappen tussen de verkiezingsshows van tv-stations en tussen radionieuwsuitzendingen. Wonderlijk ook, hoe niemand ooit verloren blijkt te hebben. Tegenwoordig komen de uitslagen sneller en er is de berichtgeving op internet. Maar het blijft zo’n ouderwetse, spannende zondag.

Informatie over voor wie te stemmen was er overal in de media genoeg. Rapporten, stemtesten en af en toe botste ik zelf op een campagnevoerende politicus : een van mijn Facebookvrienden hield al zijn contacten minutieus op de hoogte van zijn stemmentocht. Op een zonnige zaterdag in Leuven zag ik Bert Anciaux op een terrasje zitten, relaxter dan de krantentitel – “Ik moet op een mirakel hopen” – die ik ’s morgens had gelezen, deed vermoeden.

Maar ik zal niet op mijn Facebookvriend stemmen en evenmin op Bert Anciaux. Dat heeft niet per se met hun ideeën te maken en ze moeten het vooral niet persoonlijk opvatten. Ik stem namelijk al jaren alleen op vrouwen. Niet zomaar op een vrouw, maar op interessante en competente vrouwen met een partijprogramma dat ik kan onderschrijven. De competente en democratisch gezinde mannen in de politiek moeten toch toegeven – al is het heel stilletjes en in besloten kring – dat het niet kan dat vrouwen anno 2009 nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de politiek ? De diversiteit in de maatschappij moet toch vertaald worden naar ons politiek bestel ? Overigens kan de politiek het best doen met wat minder testosteron en spierballengerol.

Over een jaar of twaalf is mijn dochter stemgerechtigd. Ik hoop dat ze deze intro dan met een meewarige glimlach kan lezen – “Waar had ons ma het toch over ?” – en dat dit thema voor haar geen issue meer zal zijn. Maar dat is waarschijnlijk een te optimistische inschatting.

Hoewel in het politieke landschap de afgelopen jaren veel ten goede veranderd is, blijkt dat nog steeds slecht één op de vier lijsttrekkers een vrouw is. Uit een andere studie die de voorbije weken de pers haalde, blijkt dat vrouwen nog altijd minder voorkeurstemmen krijgen dan mannen, wat gevolgen heeft voor het aantal vrouwen dat effectief zetelt.

De Stem vrouw-campagnes, die al meer dan dertig jaar gevoerd worden (www.stemvrouw.be) hebben het thema zeker op de politieke agenda gezet en er terecht op gewezen dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen een democratisch tekort is. Maar het zijn de wettelijke maatregelen (verplicht vijftig procent vrouwen op de lijsten en op de eerste twee plaatsen zowel een man als een vrouw) die voor een doorbraak moeten zorgen. Voorkeurstemmen voor vrouwen geven hun meer gewicht in hun partij en daardoor betere plaatsen en dus meer mandaten. Eigenlijk is het simpel en logisch en daardoor ook een tip voor weldenkende mannen.

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content