Met enkele minimale ingrepen werd een oude opslagruimte omgevormd tot cityloft. Voor de bewoners slechts een tijdelijke pleisterplaats, maar wel een met een erg persoonlijk karakter : modern maar ontspannen, eenvoudig maar inventief.

Voor Suzy Devroe en Peter De Smet is wonen een passie. Met een uitstekende feeling en een flinke dosis eigenzinnigheid bouwden ze in enkele jaren tijd hun interieurzaak D+ in Roese- lare uit tot een toonaangevende en vernieuwende interieurwinkel. Bij de laatste uitbreiding van de toonzaal moest uiteindelijk ook hun eigen loftwoning achter de winkelruimte eraan geloven. Een voorlopige oplossing drong zich op in afwachting van een omvangrijk woonproject dat voor binnen enkele jaren is gepland. De perfecte uitkomst werd hun onverwachts in de schoot geworpen, slechts enkele straten van de winkel verwijderd. Vrienden hadden een oude opslagruimte gekocht. Ze stelden Suzy en Peter voor er zolang als nodig in te wonen, op voorwaarde dat zij samen met de architect het ontwerp voor de verbouwing op papier zouden zetten en de werken zouden leiden.

“Zelfs al wonen we hier voorlopig, toch vinden we het een prettige leefomgeving”, aldus Suzy. “Omdat het een leuk, klein pakhuis uit de jaren veertig is, wilden we alles zoveel mogelijk origineel houden en zeer rudimentair laten verbouwen.” Johan Laethem, de architect die ook hun vorige loft verbouwde, kon zich vinden in dat standpunt en maakte er dan ook een eenvoudig ontwerp voor. De benedenverdieping werd behouden als stapelruimte en garages, en aan de buitenzijde ontwierp de architect een carport en een externe toegangskoker naar het woongedeelte op de eerste verdieping, zodat de originele volumes gerespecteerd werden.

Binnenin is het zeer helder. Het licht dat verloren gaat door de ramen aan de straatzijde met blinden af te sluiten tegen inkijk, wordt ruimschoots gecompenseerd door het licht dat door de dakramen via de vide naar binnen stroomt. Suzy : “Zowel het gebinte als de houten vloeren zijn oorspronkelijk. Zelfs de trap komt uit het gebouw en hebben we kunnen behouden, al hebben we hem wel op een andere plaats gestoken. Al het hout werd behandeld en wit geverfd. Het enige wat we binnenin hebben bijgebouwd, behalve de badkamer en de slaapkamer, is een bergplaats tussen de keuken en de leefruimte voor de voorraad en voor toestellen als de vaatwasser en de diepvries. Zo moet je geen kasten en allerlei dure inoxtoestellen kopen, want je ziet ze toch niet.”

Ongedwongen

De idee van alles zo wit mogelijk te houden, zowel muren, vloeren als meubels, is vooral ontstaan uit ruimtelijke overweging. “We komen uit een loft met een grotere oppervlakte. Dus wilden we het allemaal zo licht en luchtig mogelijk houden.” Hoewel ze hier maar voorlopig zitten, kochten Suzy en Peter, perfectionisten als ze zijn, allemaal nieuwe stukken speciaal voor deze plek, met uitzondering van enkele meubels en accessoires uit hun vorige woning. Peter : “De tafel die Ann De Meulemeester voor Bulo tekende, zag ik vroeger helemaal niet zitten. Ik vond het een onnozel ding. Met de tijd heb ik het ontwerp leren appreciëren. Nu vinden we dat ze hier perfect in de sfeer past. Ze maakt de link tussen oud en nieuw.” Ook de fauteuils van Paola Lenti hadden ze al van bij de aanvang van de verbouwing in gedachten. Ze bestelden ze wel in een speciale, namaaklederen bekleding.

Alhoewel het geheel er nonchalant, eenvoudig en zelfs een tikkeltje (gewild) lukraak uitziet, is elk stuk van de hand van een (bekende) designer. Ontwerpen van Karim Rachid, Starck, Ron Arad en vele andere illustere ontwerpers zijn er ongedwongen met elkaar vermengd. “Onze inrichting gebeurt zeer organisch. Het is onze persoonlijke woonplek en we willen er zeker geen showroom van maken. Uiteraard zijn we beïnvloed door trends en tendensen en door wat er zich afspeelt in Londen of overzee. We zijn ook gek op tijdschriften. De Italiaanse Elle Interieur, het vooruitstrevende 34, het luxueuze Plaza maar ook het Nederlandse architectuurtijdschrift Frame behoren tot onze bijbels. Dergelijke tijdschriften brengen de nodige vibraties over die de inspiratie stimuleren. Maar ons interieur is uiteindelijk een persoonlijke cocktail van dingen die we graag zien, en het toeval wil dat dit regelmatig ontwerpen zijn van goede designers, wat op zich niet vreemd is. Hoe dan ook, voor de inrichting gaan we voort op ons eigen aanvoelen en niet op wat in de mode is of in de mode gaat komen. Soms valt dat wel samen, interieur is nu eenmaal ons vak.” Hetzelfde principe hanteren ze voor de keuze van de meubels en accessoires in de winkel. “We kiezen altijd op het gevoel, nooit voor het commerciële. Integendeel, we hebben de neiging ertegen in te gaan. We kiezen de stukken omdat ze ons persoonlijk aanspreken. Soms blijft een meubel een lange tijd in de winkel. Dat stoort ons niet. Als het mooi is, kunnen we er gerust jaren op kijken.”

Suzy en Peter houden ervan stukken uit beperkte series te kopen of een exemplaar te houden van meubels die uit productie gaan. Ze hebben er al heel wat verzameld, met de bedoeling er ooit een museum mee te maken. Peter : “Starck is voor ons bijvoorbeeld een mijlpaal in het design. We hebben in de loop der jaren een heleboel van zijn meubels en objecten verzameld. Hij heeft niet enkel design betaalbaar gemaakt door het op grote oplages te laten fabriceren, maar heeft ook het ganse hotelwezen veranderd. Zeker iets voor ons persoonlijke museum.” n

Tekst Kat De Baerdemaeker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content