Grip krijgen op de wereld, dat is wat een mens toch blijft proberen. In dat niet aflatende streven vind ik het opeens erg belangrijk mijn schoenendoos met oude foto’s te lijf te gaan. Ik ben verzot op nostalgische fotoboeken zoals mijn moeder ze vroeger aanlegde. Ze hebben dikke zwarte bladen waarop met wit potlood legendes bij de kieken zijn geschreven, geforceerd grappig van toon. Ze tonen vriendinnen op scooters. Mijn waanzinnig jonge mama die gekke bekken trekt in zo’n instantfotohokje, dat toen nog dolle pret was. Familieleden die allang aan gene zijde vertoeven. Albums als sterfhuizen, die naar lavendel ruiken. De foto’s worden van elkaar gescheiden door van dat matte ritselpapier, generfd als herfstige bladeren. Je moet ze teder behandelen, met het ontzag dat beelden verdienen die de moeite hebben genomen om vanuit een doofstom verleden helemaal tot bij ons te geraken.

De zorg die het aanleggen van een dergelijk fotoalbum vraagt, kan ik niet opbrengen in deze verwarde tijden. Om de klus snel en efficiënt te klaren, heb ik bij Hema handige klapalbums aangeschaft waarin je de foto’s achter plastic kunt schuiven. Geen stijl, ik weet het. Ik wil de beelden niet te lang moeten bekijken, omdat ik daarbij de gêne voel die ik wel vaker heb bij dingen van lang geleden waarbij ik zelf betrokken was. Daar zitten we dan, nonchalante studenten, met sigaretten in onze handen en haar dat nog niet van onze kop is gewaaid. Sommigen van ons kijken blij in de lens, niet wetend dat hen binnenkort groot onheil staat te wachten. Zonder uitzondering dragen we foute kapsels en kleren waarvan je je afvraagt hoe we ermee op straat durfden te komen. Zo aanschouw ik mezelf in een witte winterjas die verdacht veel wegheeft van een donsdeken. Ik draag een bril die de helft van mijn gezicht lijkt te bedekken, met gouden montuur godbetert, en glazen die bij het minste daglicht gelig verkleuren zodat ik eruitzie als een alcoholist, of iemand die pas uit het ziekenhuis is ontslagen. Ik knuffel mijn toenmalige vriendin met een tederheid waaraan ik mij thans niet meer zou wagen. Aan mijn rechterhand draag ik – hoe is het mogelijk ? – een zegelring. Mijn gezicht is glad en strak als de huid van een versgeplukte appel. Mijn haren wapperen in de wind, iets waarvan ik tegenwoordig nog wel eens durf te dromen in de verste uithoeken van mijn slaap.

Hoe komt het dat wij er op foto’s van vroeger uitzien als makke schapen ? De indruk van volslagen hulpeloosheid wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat je nu van alles weet waar je toen nog geen benul van had. Je zit daar, aan de ontbijttafel, in een kamerjas van een ontwerper die inmiddels vreselijk fout is geworden. Verhit na een liefdesnacht, met champagne bij het ontbijt. Je zou jezelf willen vermanen dat je zo verliefd niet in de lens moet kijken want dat die vrouw toch niet zal blijven. Steek liever je energie in het appartement waarin je zit. Koop het in plaats van te verhuizen ! Straks rijzen de prijzen de pan uit en wordt het drie keer zoveel waard.

Het is niks gekort. Je blijft daar maar zitten, stomweg te staren en schaapachtig te zijn. Mijn gêne wordt nog versterkt door de rijkwachtersnor die ik op een verbijsterend groot aantal van die foto’s heb. Een vulgaire rups, waarvan ik mij niet meer kan voorstellen dat ik ze tien jaar lang onder mijn neus heb kunnen verdragen. Mijn vriendin van destijds wilde dat zo, en als ik een vermetele poging waagde om ze (de snor) af te scheren dan barstte ze (de vriendin) in huilen uit. Dat deed ze trouwens ook als ik mijn haar kort liet knippen, waarop ze vol afgrijzen opmerkte dat ze mijn hoofdhuid kon zien. Alsof er iets mis was met mijn hoofdhuid. Achteraf verdenk ik haar ervan dat het een list was om potentiële concurrentes de lust te ontnemen. Behaard en besnord : zo hebben we het toch een klein decennium volgehouden samen. Het waren mijn brave jaren.

Kort daarop begon het grote vertier. De eBay van de liefde. Ook daar bestaan foto’s van, met vrouwen die ik ooit ontzettend heb gemist maar naar wie ik nu pijnloos kan kijken. De tijd is een onhandige anesthesist, met een oude Rolex om zijn pols en een vlek op zijn mouw maar summa cum laude afgestudeerd.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content