Antwerpen doet aan windowdressing. Letterlijk dan, want tijdens Vitrine2008 wordt een keur aan etalages opgesmukt door een select groepje ontwerpers. Onder hen Hannelore Knuts en Alex Salinas, die maar al te graag hun bijdrage leveren aan de uitstraling van ‘hun’ stad.

Tweemaal een brede glimlach en evenveel oprechte verontschuldigingen, want “eigenlijk zijn wij toch niet het best geplaatst om Antwerpen als modestad aan te prijzen”. Meer dan tien jaar geleden stond Hannelore Knuts tijdens haar eerste fotoshoot met een hanenkam en op rollerskates voor de lens van Alex Salinas. Intussen hebben ze allebei faam gemaakt tot ver buiten de grenzen, en zou zij hem wel eens willen fotograferen.

Toegegeven : voor deze goedlachse vrienden is deze stad in de eerste plaats hun thuis. Knuts is dan wel een geboren en getogen Limburgse – “Ik moet hier maar een brood bestellen of ze zeggen al : jij bent niet van hier, hé” -, dit is haar plek. Hetzelfde geldt nog steeds voor Salinas, die hier zijn hele leven gewoond heeft. Tot hij drie jaar geleden naar de andere kant van het Kanaal verhuisde.

“Misschien lijkt het vreemd dat ik hier zo passief met mode bezig ben”, vertelt Knuts. “Maar voor mij spreekt dat voor zich. Als ik in Antwerpen ben, ben ik met vakantie. Ik ben twaalf jaar geleden ook niet hierheen verhuisd voor de faam van modestad. Buiten Hasselt kende ik toen nog niets. Het was enkel de sfeer van de academie die me aantrok. En zoals zovelen ben ik blijven hangen. Nu probeer ik zoveel mogelijk thuis te zijn, al beweren mijn vrienden dat ik er nooit ben.”

“Ik woon dan wel in Londen, ik breng hier nog veel tijd door”, zegt Salinas. “Maar een Parijzenaar gaat ook nooit naar de Eiffeltoren. Trouwens : ik doe graag modeshoots, maar dat betekent niet dat ik zelf voortdurend met mijn kledij bezig ben. Mijn outfit vandaag ? Euhm, mijn T-shirt komt van de H&M. Al heb ik ook dingen van Veronique Branquinho in mijn kast hangen.”

“En ik moet zeggen dat ik toch wel héél blij ben dat Ann Demeulemeester hier haar flagship store heeft”, vult Knuts lachend aan.

Internationale faam

Dus toch. “Antwerpen ís een modestad, dat voel je gewoon”, gaat ze voort. “En een shoppingstad. Maar ik winkel meer als ik bijvoorbeeld in Parijs ben en tussendoor wat tijd te spenderen heb. Dan kom je daar ofwel een museum ofwel een kledingzaak tegen. Hier lig ik in mijn luie stoel en kom ik enkel mijn poes tegen (lacht). Maar aan de leuke kleren van mijn vriendinnen zie ik dat je hier echt wel goed kunt shoppen. De Nationalestraat is een van die hippe plekken.”

“Antwerpen trekt een modepubliek aan”, licht Salinas toe. “Zeker omdat veel grote ontwerpers hier een boetiek hebben. En dan is er nog de academie : die heeft zowel in binnen- als buitenland een heel goede naam. In de jaren tachtig waren het de bekende Zes van Antwerpen die haar reputatie maakten, maar ze heeft die wel kunnen bestendigen.”

“‘Belgisch’ geldt als kwaliteitslabel”, vindt Knuts. “Als ik op een of andere shoot in het buitenland zeg dat ik van Antwerpen kom, reageren ze razend enthousiast. Oh my god !

“Het verbaast me telkens weer dat ze de stad kennen”, vindt ook Salinas. ” I was there once, krijg je dan te horen. Of nog : ik wil er al zo lang eens heen. Ik zal dan ook niet nalaten te verkondigen dat ze dat zeker eens moeten doen. Terwijl buitenlanders Brussel kennen als hoofdstad van Europa en Gent om de hippe muziekscene, is Antwerpen echt door de mode op de kaart gezet.”

Een arrondissement van Parijs

Allebei zijn ze het erover eens : in Antwerpen gebeurt er veel én op een hoog niveau.

“Een grootstad is het niet en zal het nooit worden, maar dat hoeft ook niet”, legt Salinas uit. “Eigenlijk is het een dorp met een kosmopolitische uitstraling. Het heeft zeker zijn plaats in de modewereld. Net doordat het kleiner is dan Londen of New York overheerst hier minder het jachtige leven. De relaxte sfeer vinden veel mensen aantrekkelijk.”

“Onze stad zou een arrondissement van Parijs kunnen zijn”, durft Knuts zelfs te beweren. “Dat betekent echter niet dat ze meteen een eigen modeweek moet organiseren. Het programma is al zo druk dat ik niet denk dat de ontwerpers en de pers nog naar Antwerpen zullen willen afzakken. Dan zou het beter zijn om te investeren in een extra dag op de bestaande modeweken.”

En wat de stad dan nog mist ? “Een modetijdschrift !”, klinkt het bijna in koor. ” Weekend Knack besteedt natuurlijk wel aandacht aan mode”, zegt Knuts er heel snel bij. “Maar jullie brengen veel meer dan dat. En ja, we hebben de Elle België – en daar is zeker niets mis mee – maar die hebben ook maar weinig plaats voor high fashion.”

“Iets zoals Dutch Magazine vroeger”, geeft Salinas als voorbeeld. “Niet dat ik elke keer naga welke kleren in een shoot gebruikt worden, maar mij lijkt het dat de Belgische ontwerpers niet overdadig veel aan bod komen.”

“Al kan dat ook met de nuchtere houding van de Belgen te maken hebben”, vult Knuts aan. “Het ligt niet meteen in hun aard om luidkeels hun prestaties in de verf te zetten. Het lijkt alsof ze willen zeggen : ‘Hier zijn mijn kleren, dat is wat ik wil vertellen en ik hoef het niet nog eens uit te leggen.’ Diezelfde houding zie je trouwens ook bij de Bel- gische modellen.”

Flitsende benen

“Tuurlijk kan een event als Vitrine bijdragen tot de uitstraling van de stad”, zegt Sali-nas optimistisch. “Toen Senjan (Jansen, de curator van het project) vroeg om mee te werken, heb ik niet lang geaarzeld. Ik vind zulke exposities een ideale gelegenheid om nog eens met persoonlijk werk naar buiten te komen. De reeks die ik breng, is er een waar ik al langer mee bezig ben, het gaat om vijf foto’s waarin de flits van de camera centraal staat. Ik vind het wel een fascinerend idee dat iets wat normaal je foto kan verstoren, nu het onderwerp wordt. Waar de foto’s precies zullen hangen, kan ik nog niet met zekerheid zeggen. Misschien vallen ze wel niet op tussen de vele andere affiches in het straatbeeld.”

“Dat vind ik er net aantrekkelijk aan”, verklaart Knuts. “Mijn project bestaat uit foto’s in de vitrine van Delvaux en dan nog bewegend beeld in de stad. De foto’s tonen mijn benen, daar ben ik als kind al mee begonnen. Vreemd hé ? Ik dacht altijd : als ik dat lang volhoud, kan dat ooit wel wat worden. Hetzelfde geldt voor de filmpjes. Die heb ik gewoon gemaakt tijdens het wandelen in verschillende steden. Eigenlijk is het dus work in progress. Maar zo’n tentoonstelling prikkelt je wel om over nieuw werk na te denken.”

Dus geen modefotografie voor Vitrine ? “Ik doe nog steeds graag modeshoots, maar vaak wordt er naar mijn mening te veel op veilig gespeeld”, legt Salinas uit. “Toen ik begin jaren negentig begon te assisteren, zat de modefotografie in een boeiende evolutie. Dat fotografen toen afstand namen van de glamour van voorheen heeft me gepassioneerd om het te blijven volgen. Nu lijkt men voorzichtiger geworden. Het is typisch voor een periode van recessie dat mensen geen risico’s durven nemen. Al blijven er gelukkig wel bladen waarin je net iets verder kunt gaan, avant-gardistischer.”

“Met zulke shoots heb ik nog geen ervaring”, geeft Knuts toe. “Ik ben nu wel bezig met het medium, maar ik zal mezelf geen fotografe noemen. Toen ik gevraagd werd voor de tentoonstelling van modellen / fotografen in Parijs heb ik toch getwijfeld. Ik wil liever niet in een vakje gestopt worden. En toen dacht ik : ‘Hannelore, gebruik dat platform nu toch !’ Zolang ik maar niet het gevoel krijg dat ik iets moet en me weer voor de jury van het tweede jaar van de academie waan, blijf ik het doen.”

“En zolang ik de rekeningen kan betalen en mijn eigen ding kan doen, geldt dat ook voor mij.”

Door Barbara De Coninck I Portretten Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content