Vijf talentvolle modeontwerpers waagden hun kans en begonnen in volle crisistijd met een nieuw label. Een goed idee of goed zot ?

CONCEPTUEEL + STREATWEAR + COUTURE, GLENN MARTENS (29) ?Na mijn opleiding interieurvormgeving voelde ik me nog niet klaar om te gaan werken. Tijdens een studie-uitstap naar Antwerpen hadden we een bezoek gebracht aan de Modeacademie. Dat leek me wel wat. Ik ben eraan begonnen zonder naaimachine, zonder paspop en zonder ervaring.”

?Samuel Drira, hoofdredacteur van de Franse modebijbel ‘Encens’, zat in de jury van mijn afstudeercollectie. Hij was gek op mijn werk en introduceerde mij bij Jean Paul Gaultier. Daar heb ik acht maanden gewerkt, tot het huis van licentie veranderde en iedereen op straat werd gezet. Daarna heb ik aan diverse projecten meegewerkt, zoals ‘Honest by’ van Bruno Pieters en een collectie voor de keten Weekday, die tweemaal volledig is uit- verkocht.”

?Anderhalf jaar geleden heb ik mijn eerste collectie uitgebracht. Het was het goede moment : ik had voldoende ervaring en een startkapitaal, dankzij mijn werk voor Weekday. Het blijft uiteraard een gok, maar dat geldt ook voor ontwerpers die al langer in het vak zitten.”

?Mijn eerste collectie was gebaseerd op Brugge. Het zou mooi geweest zijn om daar een verkooppunt te hebben. Ik heb even contact gehad met een winkel daar, maar uiteindelijk is het niet doorgegaan. Belgen zijn niet bezig met mode, ze dragen heel weinig prêt-à-porter. Er zijn dan ook weinig winkels die de uitdaging aandurven en jonge designers inkopen.”

?Mijn esthetiek wordt vaak beschreven als een mix van de drie Europese markten : het conceptuele van de Belgen, de streetwear van de Britten en de klassieke couture van de Fransen.”

?De jurk op de foto heeft een prachtige print op de rug. Die is gebaseerd op een foto van een skelet gevuld met edelstenen, van de Britse fotograaf Toby de Silva. Het idee achter de collectie is dat alles mooi kan zijn, afhankelijk van hoe je het bekijkt. Dat geldt voor mij bijvoorbeeld ook voor Vlaanderen. Eigenlijk is het lelijk, zo vol lintbebouwing, maar sinds ik er niet meer woon, heb ik de schoonheid ervan leren appreciëren.”

?De grootste uitdaging voor een jonge designer is het evenwicht vinden tussen het commerciële en het artistieke. Je creaties moeten opvallen, want we maken maar een kleine collectie, maar ze moeten ook verkopen. Bij grote merken, zoals Givenchy, komen de showstukken nooit in de winkel. Zij hebben die luxe, wij niet.”

www.glennmartens.com

EEN ASSOCIATIE VAN KUNSTEN, ERIKA SCHILLEBEECKX (25) EN JUSTINE DE MORIAMÉ (26) VAN KRJST

?Krist, krijst of kricht : het is niet belangrijk hoe je onze merknaam uitspreekt, zolang je er maar zelf een invulling aan geeft.”

?We hebben alle twee aan La Cambre in Brussel gestudeerd, maar we waren toen niet echt vrienden. Dat is pas later gekomen, in de zomer na onze studies. We hadden lange gesprekken over wat we wilden doen met ons leven. Samen een label beginnen, was daarvan een logisch gevolg. KRJST is een collectief dat verschillende visies op mode en kunst wil combineren. Want mode is de meest complete kunstvorm die er is : het is het platform waarop kunstenaars uit verschillende sectoren zich kunnen uiten.”

?Mode is de graadmeter van een samenleving : mode vertaalt ideeën, waarden en het geweten van een massa. Mode is altijd in beweging, verandert, net als de maatschappij.”

?Angst helpt niet, het vertraagt je alleen maar. We proberen dus niet te veel te denken aan mogelijke doemscenario’s. We willen blijven groeien.”

?Voor onze eerste collectie hebben we ons geïnspireerd op het idee van dualiteit. Zoals tussen man en vrouw, tussen centrum en periferie, tussen heersende en subculturen. Onze muzen waren belangrijke figuren uit de subcultuur, mensen die op de rand van de samenleving het verschil probeerden te maken : schilderes Frida Kahlo, folkzangeres Joan Baez en Jim Morrison van The Doors.”

?We werken samen met verschillende kunstenaars : met Monsieur Pimpant voor de prints, met Sebastien Delahaye voor de fotografie en Richard Labro voor de accessoires. Al die samenwerkingen drukken uit waar KRJST voor staat : een fascinatie voor melancholie, de neiging naar extravagantie en een breed scala van emoties. Het is uiteindelijk de eclectische associatie van al die kunsten, kleuren, vormen en emoties waaruit KRJST geboren is.”

?We hebben pas de New Generation Fashion Award gewonnen, uitgereikt door Modo Brussels. Het is een belangrijke erkenning en ook leuk omdat we na La Cambre eerst hebben samengewerkt bij Modo. Het is ook daar waar we een jaar later onze eerste collectie, K1, hebben getoond. De cirkel is rond.”

www.krjst.com

JAPANSE STOFFEN, BELGISCHE PROTOTYPES, ALEXANDRA VERSCHUEREN (25)

?Ik was maar zeventien toen ik werd toegelaten aan de Academie in Antwerpen. Ik had nog nooit getekend en was op dat moment eigenlijk al ingeschreven voor een zevende jaar in de kunstacademie, om mijn technische achterstand weg te werken.”

?Ik ben altijd een dromer geweest. Toen ik na mijn studies naar New York trok om te werken voor Proenza Schouler en Derek Lam, besefte ik pas hoe hard de modewereld is. Op school moesten we hard werken, maar we waren altijd creatief beschermd. Ik was nog maar 21 en echt niet klaar voor een job. Ik besloot terug te komen en deel te nemen aan het modefestival van Hyères. Dat heb ik gewonnen. De laureaat van de wedstrijd mag het jaar nadien opnieuw een collectie voorstellen.”

?Als ik had geweten wat ik nu weet, ben ik niet zeker dat ik eraan was begonnen. Maar ik ben blij dat ik de sprong heb gewaagd. Ik heb de voorbije jaren veel geleerd. Financieel is het heel zwaar. Ik kan nog niet van mijn label leven en heb daarom ook een baantje in de academische wereld. De eerste vijf jaar is het altijd overleven.”

?Ik heb het geluk gehad dat ik van in het begin goede klanten had. Dat is ook een van de voornaamste redenen waarom ik heb doorgezet. Humberto Leon van Opening Ceremony, en nu artistiek directeur van Kenzo, is zelf komen kijken naar mijn collectie, die ik voor de gelegenheid in het appartementje van mijn vriend in Parijs heb voorgesteld.”

?De mode is vandaag heel gericht op imago, waardoor veel van haar betekenis verloren gaat. Ik wil een authentieker beeld neerzetten. Het zit in de details, en in de kracht van een stuk als je het aantrekt. Een van mijn favoriete materialen is een traag gebreide sweaterstof, die populair was in de VS in de jaren veertig, maar bijna volledig is verdwenen met de opkomst van de massaproductie. Het duurt een uur om één meter stof te maken. Het ziet er dus casual uit, maar het is heel luxueus. En het verkoopt ook goed.”

?Plooiwerk is lang mijn handelsmerk geweest, maar omdat de fabrikant in Japan die het vervaardigde failliet is, laat ik dat nu even rusten. Al mijn kleren worden trouwens gemaakt in Japan, van Japanse stoffen. De patronen en prototypes zijn Belgisch.”

www.alexandraverschueren.com

PATRONEN EN GEOMETRISCHE VORMEN, DAMIEN FREDRIKSEN RAVN (30)

?Ik heb altijd geweten dat ik designer wilde worden. Als kind maakte ik kleren voor mijn poppen en toen we in de lagere school een opdracht over de lente kregen, heb ik een boek gemaakt over de terugkeer van pastelkleuren op de Parijse catwalk. (lacht)”

?Na mijn studies aan de Academie wilde ik uit Antwerpen vertrekken. Ik had al mijn meubels verkocht en mijn appartement verhuurd, toen ik een job kreeg aangeboden als designer bij een commercieel bedrijf. Dat heb ik bijna drie jaar gedaan. Daarna wilde ik opnieuw verhuizen maar won de UPR-persprijs, dus ben ik weer gebleven. Nu wil ik niet meer weg uit België.”

?Mijn vader is docent wiskunde en heeft altijd de nadruk gelegd op precisie. Ik denk dat ik daarom zo geobsedeerd ben door patronen en geometrische vormen. Elke lijn op een kledingstuk ondersteunt een andere. Ik noem mezelf ook wel eens een minimalistische maximalist. Mijn vormen zijn subtiel, maar als je ze van dichtbij bekijkt, zie je de details.”

?Ik combineer mijn label met andere modeprojecten en een baan als docent aan de modeschool van Warschau. De meest waardevolle les die ik anderen kan geven, is er een die ik zelf geleerd heb van Patrick De Muynck aan de Academie: ‘Fashion is about millimeters.’ Alles begint met een goed patroon. Als het daar al misloopt, krijg je het silhouet nooit meer goed.”

?Ik wil niet te snel groeien. Als ik elk seizoen één winkel extra heb, ben ik tevreden. Op dit moment wil ik namelijk nog geen artistieke toegevingen doen om meer te verkopen. Ik heb wel toegankelijke, gemakkelijk te maken stukken, maar ook handgemaakte items waar een week lang twaalf uur per dag aan gewerkt is.”

?Wat interessant is aan de mode vandaag is de toenemende interesse voor handwerk, en bijgevolg voor jonge designers. Toen ik jong was, was niemand geïnteresseerd in hoe een kledingstuk gemaakt werd. Nu is handwerk de nieuwe vorm van luxe.”

?Op de foto zie je een zilveren latex top, een leren rok en een zilveren iPad case uit mijn zomercollectie, gebaseerd op een kunstboek over wapens dat ik in Wenen heb gekocht. Ik hou van de tegenstelling tussen hard en zacht, ook in de materialen. Ik heb voor deze collectie veel energie gestoken in het ontwikkelen van mijn eigen stoffen, samen met een fabrikant uit Deinze.”

Damienravan. tumblr.com

DOOR ELLEN DE WOLF & FOTO’S TOMAS VANDECASTEELE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content