Een symbiose tussen kunst en design. Dat was het uitgangspunt van Leolux. De Nederlandse fabrikant van design-zitmeubelen ontwikkelde samen met kunstenaar Clemens Briels een aparte stoelenfamilie : “Antipodes”.

Sabine Lamiroy

Je moet de stoel zien, glimlachen en zeggen : die is leuk, die wil ik thuis hebben. Dat is de bedoeling als wij kunst en techniek samenbrengen. Het gaat om de emotie. Een meubel heeft niet te veel uitleg nodig. Sterke vormen spreken voor zichzelf. En die vind je op de eerste plaats bij vrije kunstenaars. Zij zijn niet belemmerd door technische beperkingen in het achterhoofd”, zegt Jeroen Sanders van Leolux. De Nederlandse fabrikant van design-zitmeubelen is een buitenbeentje op de markt. Hij houdt er aparte ideeën over design op na. “Je moet als bedrijf soms durven loskomen van de ratio van een produktieproces, afgaan op je gevoel. Dat betekent breken met het saaie, dogmatische wat de meubelbranche toch voor een groot stuk is en iets aparts uitproberen, los van elk marktonderzoek. Ook al houdt dat een commercieel risico in. Wij willen nieuwe trends zetten, tonen wat leeft in deze tijd. En wij hebben duidelijk aangevoeld dat er opnieuw een sterke behoefte is aan emotie, aan het integreren van kunst in het zakelijke, zoals dat vroeger was, vóór het zuiver funktionele alles ging overheersen. De klassieke richting spreekt ons niet aan en omgekeerd. Dat past niet bij het bedrijf. Wij zijn geen postkoetsbouwers, wij willen bij wijze van spreken liever een moderne auto bouwen met alle verworvenheden van deze tijd. Noem het een modernistische visie. Dat wil niet zeggen dat wij design zoeken om het design. Wij zijn op de eerste plaats meubelfabrikanten. En dat meubel, hoe mooi van vorm ook, moet hartstikke funktioneel zijn, anders ben je verkeerd bezig. De uitdaging is : komfort binnen een gewilde vorm. En dat maakt het niet makkelijk. “

Twee jaar geleden werd Jeroen Sanders via zijn medewerkers attent gemaakt op het schilderwerk van Clemens Briels. En dat klikte. “Er was iets in zijn schilderijen dat ons aansprak. Het gevoel was er. We zaten meteen op de goede golflengte. ” De kunstenaar kreeg de opdracht om een aparte stoel te ontwerpen en om het koncept te creëren voor de nieuwe catalogus. Twee jaar intense samenwerking leverde de exclusieve familie van 4 eetstoelen Antipodes op, een reeks van vier zeefdrukken Podane I tot IV, en een karpet, die harmoniëren bij de stoel. Een bijpassende tafel werd ontworpen door Hugo De Ruiter.

Antipodisme is het koncept dat het hele werk van Clemens Briels (49) draagt. “Dat begrip is ontstaan op het moment dat ik ervoor koos om kunstenaar te worden. Ik werd 46 en had 25 jaar werk in de reklame achter de rug. Ik had zowat alles gezien en meegemaakt in die branche. Ik wou met mijn kreativiteit een andere kant uit. Antipoderen betekent eigenlijk : doen wat je anders niet doet. Antipodisme is in eerste instantie het tegenoverliggende werk van mijn werk in de reklame. Het was de titel die ik gaf aan mijn eerste portfolio met drie zeefdrukken. Op het moment dat ik dat woord neerschreef, ging er voor mij een heel nieuwe wereld open. Ik had meteen een onuitputtelijke bron van inspiratie, ik kon namelijk alles verbeelden van de wereld tegenover deze wereld. En daarin kan alles. Neem bijvoorbeeld een zoutvaatje en zet dat op de kop van een poes. Of het fenomeen van de onbevlekte vrouw, ik maak daar het tegenovergestelde van : The speckled woman. Dat soort fantazie zie je in mijn schilderijen. Ik laat figuren door het land van de ellipsen crossen. Mijn volgend schilderij kan evengoed gaan over het land van de cirkels of de vierkanten. Het klinkt wat sprookjesachtig, mytisch. Maar het betekent eigenlijk dat ik met mijn inspiratie nooit vastzit.

In de maatschappij van vandaag loopt iedereen konstant te stressen. In het weekend trekken ze erop uit en doen ze de meest rare dingen om zich af te reageren, zoals benji-jumpen of achter een raceboot hangen. Onze maatschappij zit vast. Mensen die de hele week werken, kunnen hun kreativiteit niet kwijt. Ik heb mensen voor mijn schilderijen zien glimlachen en zelfs huilen. Waarom ? Omdat ze daarin fantazieën herkennen die ze bij zichzelf niet meer kunnen ontdekken. “

Ook de Antipode-stoel is gegroeid uit datzelfde gevoel. “Natuurlijk geeft het een ander effekt omdat je met ander materiaal zit, met een andere drager, en omdat je rekening moet houden met praktische faktoren. Maar op zithoogte zie je een gezicht, een onderlip en een bovenlip, ogen en een soort neus. De stoelen hebben alle vier een ander gezicht. Mijn oorspronkelijke kleurzetting was sterk kontrasterend, zoals knallend geel tegen knallend rood. Maar alle kleurkombinaties zijn natuurlijk mogelijk. Zelfs helemaal zwart geeft een apart effekt. “

Jeroen Sanders pikt in : “Het begon met een figuur, een schets, zonder achter- of zijkant. Briels heeft gezichtjes getekend en ingekleurd en daar kwamen pootjes onder. En dat was de stoel. De technische vraag hebben we op dat moment helemaal niet gesteld. Pas later zijn de definitieve lijnen en verhoudingen bepaald.

Waarom een gezicht ? Voor de symboliek : je kan lelijk kijken, je kan vrolijk kijken, knipperen met je ogen. Dat kan je met armen of met een achterwerk niet. Misschien is het een beetje zoals een kind objekten bekijkt. Dat zal ook zeggen van een auto : die kijkt me vriendelijk aan. Wij proberen een produkt te personifiëren. Die stoelen zijn bijna wezens geworden. Ze staan er met een eigenwijs kopje bij. Wij geven er bepaalde kleuren aan, van : zo hebben wij het gezien, maar uiteindelijk laten wij de keuze aan de konsument die zelf vrij kan interpreteren wat hij thuis met het meubel doet. Wij verwachten niet dat elke konsument het eens is met de kleurenkombinatie van Clemens Briels. Hij kan ook kiezen voor een rustiger kombinatie. Je kan het stoeltje krijgen in alle kleuren die je wil en in alle materialen die wij in de kollektie hebben. Zo kan de konsument zelf een beetje kunstenaar spelen. Je moet ruimte laten voor het dekoratieve spel. “

Briels’ stijl is zeer herkenbaar, kleurrijk, een beetje primitief. “Cobra-achtig, zeggen sommige mensen, een beetje Corneille-achtig zelfs”, zegt de kunstenaar. “Dat verbaast me soms en toch weer niet. Je vindt die kleuren en vormen namelijk bij alle schilders die zich hebben laten inspireren door native art. Dat zit er bij mij ook in. Dat komt niet omdat ik nu speciaal geïnspireerd ben door Afrikaanse kunst, maar omdat ik op dezelfde basis begin te schilderen als de Afrikaanse mens dat doet, in de bossen. Als die wil kommuniceren, een vogel wil tekenen, tekent hij zo’n vorm met fladderende dingen eraan. Datzelfde uitgangspunt heb ik ook. Ik teken heel simpele dingen. Een oog is voor mij een rondje. Dat is voldoende. En voor die man in Afrika ook. Vandaar krijg je overeenkomsten, ook in de symboliek. Sommigen zien er zelfs een beetje gelijkenissen in met Picasso, maar dat gebeurt volstrekt onbewust. “

Clemens Briels (l.) en Jeroen Sanders : stoelen-met-een-gezicht en native-art-achtige zeefdrukken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content