Van afgebrand pand in hartje Gent tot speelse patio-appartementen met Escher-trekjes. Een geslaagde transformatie, getekend Vens Vanbelle.

Een mikado van verbrande eiken balken, bakstenen en gesmolten sinterklaasstaven. Meer was er niet over van dit pand”, zegt architect Maarten Vanbelle. Hij, zijn broer en zijn ouders investeerden in 2006 in een afgebrande ruïne in het Gewad : een historisch kasseistraatje aan het Gentse Gravensteen. “Het pand dateert van 1720, maar enkel de voorgevel en een stuk van de achtergevel stonden nog overeind na de brand.” Noem het inferno gerust een kostuumdrama, want tot 2005 huisde in het pand de Avothea : de kostuumwinkel waar veel Gentse theatergezelschappen hun stock bewaarden. Ruim 25.000 theaterkostuums (en sinterklaasstaven) gingen in rook op. “We zagen onmiddellijk het potentieel van de schroothoop. Dit was een uniek stukje grond op een unieke plaats in Gent”, aldus de architect. “Samen met mijn broer en mijn ouders was ik al jaren op zoek naar bouwgrond in Gent. De twee huurappartementen in deze opbrengsteigendom fungeren als pensioen voor mijn ouders. Mijn broer en ik hebben hier ook elk een appartement.”

‘Appartement’ is eigenlijk een slecht woord. De vier woningen in het blok hebben elk één of twee verdiepingen én een unieke lay-out. Ze zijn niet netjes op elkaar gestapeld, maar lopen als een complexe puzzel over en tussen elkaar heen. “De woonunits zijn zo ingepland, dat elk appartement een mooi zicht heeft op de straat, de koer, de centrale patio én de Gentse skyline met het Gravensteen. In elke ruimte zijn ramen voorzien, zodat lucht en licht langs alle kanten kan binnenvallen. We wilden absoluut geen traditionele appartementsblok ontwerpen, waarbij de middelste ruimten te donker zijn bij gebrek aan direct zonlicht.”

RECUP

De verkoolde ravage opruimen kostte veel tijd. Maar ook het ontwerpproces sleepte twee jaar aan, omdat het dossier zowel voor Stedenbouw als Monumentenzorg complexe materie was. “We hadden zoveel vergaderingen met allerlei stadsdiensten, dat we telkens enorm veel bedenktijd hadden. De vertraging die de bouw daardoor opliep, was functioneel voor ons ontwerpproces.” Van het originele gebouw bleef enkel de achtergevel gedeeltelijk overeind. Die refereert nog aan de ruïne én bepaalt de verhoudingen van de gemeenschappelijke koer. De zone tussen de oude en de nieuwe achtergevel vormt nu een beschut terras voor het appartement op het gelijkvloers. In het woonvolume erboven – dat van Maarten zelf – verhinderen de witte muurresten inkijk van de buren. “De rest van het gebouw werd gesloopt voor de nieuwbouw. Maar we recupereerden zoveel mogelijk materialen. De terracottategels gebruikte ik als vloer. En de geblakerde bakstenen hebben we één voor één met de hand gekuist. Een titanenklus, maar zulke achttiende-eeuwse stenen zijn onbetaalbaar als je ze bij een specialist moet kopen. Wonder boven wonder hadden we exact genoeg stenen om de nieuwbouw mee op te trekken.” Iedereen die al eens in het Gentse historische centrum ronddwaalde, kent het appartementsgebouw van Vens & Vanbelle met zijn speelse ‘garagepoort’ in houten tuinpalen. “Volgens de stedenbouwkundige voorschriften mag een gesloten garage niet over de hele breedte van een woning doorlopen. Maar dankzij de houten palen voelt het volume niet aan als autostandplaats. Het geheel geeft een levendige indruk aan de straat en laat inkijk toe”, zegt Maarten Vanbelle. Nieuwsgierige passanten zien tussen de palen een doorgang die naar de centrale patio leidt. Alle woningen zijn gebouwd rond die lichtkoker. Dat patio-idee ontstond toen de architect met zijn associé Dries Vens naar de architectuurbiënnale in Venetië trok. In Italië ontdekten ze de voordelen van wonen rond een patio : veel lichtinval, interessante circulatie én discrete inkijk. “Vanuit het lichtrijke binnenpleintje vertrekt een betonnen trap naar de appartementen op de vier verdiepingen. Onderweg passeer je aan voordeuren, houten ramen, balkonnetjes, terrassen en subtiele doorkijkjes in de appartementen. Iedereen ziet elkaar voorbijkomen op de trap. Soms maak je tijd voor een praatje, soms blijft het bij goeiedag zwaaien. Bewust of onbewust vang je geregeld een glimp op van het leven bij de buren, zonder dat je hun privacy schendt. Dat spel van kijken en bekeken worden zorgt voor een leuke interactie tussen de bewoners.”

Die interactie wordt nog versterkt door de ongewone schuine spiegelwanden boven aan de patio. Het effect van de trompe-l’oeil is duizelingwekkend : wie van beneden naar boven kijkt, ziet zichzelf én de wolken enkele keren weerspiegeld onder verschillende hoeken. Maar ook het trappenhuis, de terrassen en het zonlicht worden gereflecteerd. “Twee wanden zijn bekleed met Dibond-aluminiumpanelen van drie millimeter dik. Die worden normaal gebruikt om reclameposters op te drukken. De panelen zorgen voor de spannende perspectieven, ook van de omliggende daken”, zegt Maarten Vanbelle. “De spiegelwanden zijn een grafisch trucje om het schuine bouwvolume dat boven de patio hangt, visueel weg te werken. Maar het is vooral een manier om extra licht naar beneden te weerkaatsen. De spiegels zijn niet zomaar ingepland. Op onze maquette hebben we er ook één geïntegreerd. Door de maquette elke dag in de zon te zetten, wisten we perfect welke hoek het beste spiegelend effect zou geven.”

SURPRISE

In de vier appartementen zit telkens een verrassende architecturale vondst : een plafondstrook in loopglas, een gang met een schuine wand, een asymmetrische trap, ramen op verrassende plekken, een keuken op een verhoogje, een poutrelle als magneet voor verlichting, een zithoek als voutekamer, een kookeiland met rommelnisjes. “We hebben geen aseptische woningen getekend, waar absoluut niets mag rondslingeren. Onze appartementen zijn leefbaar. Ze zijn op maat van mensen zoals mijn broer en ik”, zegt Vanbelle. “Dries en ik houden van organische, leefbare architectuur. Geen architectuur voor architecten : projecten die mooi staan in tijdschriften, maar in realiteit voor de opdrachtgevers onbewoonbaar blijken. Dit project bewijst dat het ook anders kan, met een beperkt budget dan nog. Dit gebouw is een visitekaartje voor ons bureau, dat trouwens in het achterhuis van het pand ligt. Maar het is in de eerste plaats een woonproject waar huiselijkheid primeert. En dat aspect vergeten architecten weleens.”

www.vensvanbelle.be

DOOR THIJS DEMEULEMEESTER – & FOTO’S TIM VAN DE VELDE

“De vergunningen kwamen zo traag, dat we extra tijd hadden om na te denken”

“Dit is een woonproject waar huiselijkheid primeert. Dat vergeten architecten weleens”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content