Twee jaar geleden is er een speciaal kindeken geboren op aard. Het schoonste kindeken ter wereld, namelijk het mijne. Eigen lof stinkt, mijn lofje stinkt ten andere soms onwaarschijnlijk hard. Het kind kan met gemak drie luiers per dag voldumpen met puur gifgas in pureevorm. O heerlijkheden van het moederschap. De allerbeste geur op aarde is niet meer Cristalle van Chanel, maar een plek boven haar schattige navel, waar ik haar graag protzoenen geef. Dan kraait ze het huis bijeen.

Het kindeken, geachte lezer, betekende in mijn leven een ommezwaai van 540 graden – een draai van 180 graden met een tussentijdse pirouette. Ik heb mij namelijk pas op latere leeftijd voortgeplant. Op het ogenblik dat de meeste vrouwen zich mentaal beginnen voor te bereiden op de nakende aftakeling en een spaarpot aanleggen voor de eerste minifacelift, voelde ik de behoefte om mijn lijf tot wasdom te laten komen, voor het te laat was. Zwanger zijn schrok mij niet af. Een onderschatting van Moeder Natuur, zo bleek. Het werden veertig weken vol van kwellingen en kwalen die veel te langzaam voorbijkropen, om te eindigen in Ć©Ć©n majestueuze barenswee van een slordige negentien uur.

In de maanden daarna leek mijn kokette leven van voor De Buik bovendien steeds verderaf. Geen reizen meer, geen sterrenhotels, geen fashion folk, geen rock-‘n-roll, geen stiletto’s. Alleen mergdoorpriemend gehuil, slapeloze nachten en melkkotsvlekken vielen mij ten deel. Zwart bleek geen ideale kleur meer in mijn garderobe, en het duurde alweer negen maanden eer mijn spiegelbeeld enigszins gelijkenissen begon te vertonen met hoe mijn lijf er vroeger uitzag. Maar alles went, ook babyellende. Voor ik het wist, zat ik weer strak in de spijkerbroek en trok ik mijn hoge hakken aan, weliswaar alleen op zaterdagavond, wanneer het kindeken eens onder de vleugels van de oppas lag. Intussen loopt en praat het zelfs. Het doet nog geen boodschappen maar afwassen lukt al, voor zover het plastic bestek betreft. Het gaat vooruit.

Geduld, beste lezer, is ten andere mijn grootste verworven gave. Ik sta er zelf van versteld. De training van het moederschap heeft aangename neveneffecten. Dat stalen zenuwen en liefdevolle volharding meer opbrengen dan stress, komt mij ook in het professionele leven van pas. Nochtans oefen ik geen standvastig beroep meer uit. Ik schrijf, maar haast nooit op een bureaustoel. Het liefst van al werk ik gezeten op een schaapsvel aan de open haard. Ik heb enorm glijdende werkuren. Meer nog : mijn uren glijden soms zo erg dat ik mijzelf een spagaatmoeder noem. De dag bestaat uit blokjes, maar de afwisseling bevredigt mijn wispelturige geest. In de file sta ik nooit. Vroeger zat ik soms vier uur per dag in de auto. Om de afstomping tegen te gaan, telefoneerde ik mij onderwijl een ongeluk. Nu noteer ik mijn deadlines op de keukenkalender, want ik heb geen echte agenda. Het alleen-werken verveelt mij niet. Ik huppel ter afwisseling graag eens door Facebook om geestigheden uit te wisselen met gelijkgestemden. Vergaderen doe ik het liefst met Skype. En soms brainstorm ik ’s avonds met immer wisselende collega’s hier aan tafel, bij diezelfde open haard, met een glas wijn of verse soep, terwijl het kraaiend gebroed in de zetel rollebolt met mijn even rekbare man. Het leven kabbelt intens. Fantastisch toch, denk ik dan. Dank u, kindeken mijn.

Els De Pauw

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content