Het heeft geen haar gescheeld of ik was arts geworden. Ik zat op de trein naar Brussel om mij in te schrijven voor geneeskunde, maar onderweg vielen de schellen van mijn ogen. “Waar ben ik mee bezig ? Het gaat tenslotte om de volgende zeven jaar van mijn leven. Ik zal hard studeren en waarschijnlijk wel slagen, maar ga ik dat met plezier doen ? Nee, dan liever geschiedenis.”

Mijn moeder is een heel sterke vrouw, van haar heb ik veel geleerd. Ze werd vroeg weduwe, heeft ons grotendeels alleen opgevoed, maar altijd met een glimlach. Ze was te glamoureus om medelijden op te wekken, absoluut geen twinsetweduwe. Begin jaren ’70 droeg ze een jumpsuit van Courrèges, vandaar mijn koosnaam voor haar toen : moeder Courrèges. Ze leest veel, luistert veel naar muziek, vond het vanzelfsprekend om kinderen te hebben en tegelijk vol overgave les te geven. Dankzij haar vertrouwen kon ik mijn eigen weg gaan.

Als kind was ik verslaafd aan de BBC-dramaseries die de BRT uitzond. Elisabeth R met Glenda Jackson, War and Peace met Anthony Hopkins in z’n eerste grote rol. Mijn belangstelling voor WOI was aanvankelijk vooral esthetisch : ik was gefascineerd door de oorlogspoëzie en de herdenkingsmonumenten, vooral in Frankrijk. Die lange lijsten met namen van gesneuvelden, zelfs in kleine dorpjes. Die onvoorstelbare offers. De Groote Oorlog blijft mij boeien. Als enige land dat vier jaar bezet was, speelde België er een cruciale rol in.

Pas achteraf heb ik beseft hoe erg de universiteit tegenviel. De studies en het opzoekwerk

waren weinigzeggend maar ik was zo’n verschrikkelijke nerd, ik wist niet beter of het hoorde zo. Mijn doctoraat was van een niet door te komen dorheid. Ik was er dan ook reuzetrots op. Pas later realiseerde ik mij : de waarde van een werk ligt niet in louter tabellen en statistieken.

Geschiedenis is een les in bescheidenheid. Als historicus moet je je werk naar beste vermogen doen en het jezelf niet gemakkelijk maken. Anderzijds mag je jezelf niet te ernstig nemen. Op basis van documenten probeer je een verzonken wereld tot leven te brengen, maar helemaal zeker weet je het nooit. Het blijft een evenwichtsoefening op een slappe koord.

Hoe meer ik weet, hoe minder ik naar grote lijnen in de geschiedenis zoek. Ik heb daar het temperament en wellicht het talent niet voor. Ik concentreer mij liever op kleine, concrete

geschiedenisjes. Mijn meest recente boek is gebaseerd op brieven van Constance, de Engelse echtgenote van Otto Graeffe, uit de familie van suikermagnaten met Duitse roots die hun

fabriek in Molenbeek hadden. In WO I kozen zijn broers voor het Belgische kamp, hij voor het Duitse. In het wedervaren van één familie kon ik veel informatie over de oorlog kwijt.

Zo’n mooie, grote Chinees heb ik nog nooit gezien. Dat was het eerste dat door me heen

ging toen ik mijn man leerde kennen, op een colloquium in het kader van Antwerpen ’93.

Hij is ook historicus, samen bestrijken we vijf eeuwen.

Ik wil absoluut Belgische blijven. Naar de States verhuizen was een puur praktische beslissing omdat we daar allebei aan het werk konden. Maar we hebben een pied-à-terre in Anderlecht, mijn kinderen spreken zeer goed Nederlands. Brussel, het is een liefde voor het leven. Ik zie

de verloedering, de rafelrand en toch heb ik er altijd willen wonen.

Er wordt veel te weinig gedanst in deze wereld. Ik heb ook cd’s van Philippe Herreweghe, welzeker, maar soms denk ik dat ik Kylie Minogue en KC & the Sunshine Band als co-auteurs van mijn boeken moet vermelden. Disco houdt mij overeind, vooral tijdens de tweede shift van de dag, als de kinderen thuiskomen en er van alles moet gebeuren. Mamamuziek noemen zij dat.

Mijn credo ? Met tijd en vlijt. Ik heb altijd mijn eigen weg kunnen volgen en ik besef dat

dat een luxe is, enkel mogelijk door de hulp van anderen. Hoe ouder ik word hoe meer

bewondering ik heb voor mensen die hun eigen ambitie op de tweede plaats schuiven en zorg dragen voor anderen.

Van Sophie De Schaepdrijver (47) verschenen recent : België, een parcours van herinnering (samen met o.a. Geert Buelens), uitgeverij Bert Bakker, en We who are so cosmopolitan. The wardiary of Constance Graeffe, Belgian State Archives.

Door Linda Asselbergs / Foto : Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content