Meer dan door Harrison Ford wordt de bovennatuurlijke psychothriller “What Lies Beneath” gedragen door Michelle Pfeiffer: megaster, schoonheid boven alle verwelking en echtgenote van een van Hollywoods meest succesrijke televisieproducers. Nooit klonk “Je kunt niet alles hebben” onwaarschijnlijker dan uit haar mond.

Geef mij één reden om niet jaloers te zijn op Michelle Pfeiffer. Alsof het niet genoeg is dat ze drie oscarnominaties verzamelde en er even overtuigend uitzag in een rijgkorset ( Age of Innocence) als in een huidenge catsuit ( Batman Returns). Of on screen-romances had met tegenspelers als Mel Gibson, Jack Nicholson, Al Pacino, Robert Redford, John Malkovich, Bruce Willis en George Clooney… Nee, de voormalige Miss Orange County, nooit het voorwerp van controversie of schandaal, is ook nog eens gelukkig getrouwd (toch al zo’n zeven jaar) met David E. Kelley, alias de bedenker, schrijver en producer van succesreeksen als The Practice, Chicago Hope en Ally McBeal. Het paar heeft twee kinderen: Claudia Rose, als peuter door Pfeiffer geadopteerd, en John Henry, geboren in 1994.

Een mens zou bijna hopen dat haar legendarische schoonheid iets met een efficiënte belichting en een professionele make-up vandoen heeft, maar niets is minder waar. Op haar 43ste ziet ze er verbluffender uit dan ooit, lumineus, maar niet te stijfjes om een paar keer snedig uit de hoek te komen.

In What Lies Beneath speelt ze een celliste die haar carrière opgaf voor haar gezin. Als haar enige dochter naar de universiteit gaat, wordt ze met bizarre fenomenen geconfronteerd die met een vroegere misstap van haar echtgenoot (gespeeld door Harrison Ford) te maken blijken te hebben. Met wat goede wil zou je de prent The Sixth Sense van deze herfst kunnen noemen; hij doet in elk geval voor badkuipen wat Psycho voor douchecellen deed…

“Laat ik nu toch last hebben van watervrees. En voor deze film moest ik uren, wat zeg ik, dagen en weken in water doorbrengen. Pure foltering. Maar goed, ik kan het nog navertellen.”

Michelle Pfeiffer staat bekend als een perfectioniste in haar werk. “Wat mij dat gekost heeft? Een paar vrienden, wellicht. En vele uren slaap, want ik kan echt obsessief met iets bezig zijn. Maar sinds ik kinderen heb, is dat fel verbeterd. Of laten we zeggen dat ik nu over andere dingen pieker. Over hoe ik mijn zoon ’s nachts in zijn bed kan houden, bijvoorbeeld. Elke dag heb ik een nieuwe theorie: ha, als ik zijn matras nu eens vijftien centimeter lager zou leggen! Ja, vergeet het: hij klimt er toch weer uit.”

Niets heeft haar leven meer veranderd dan het ouderschap, geeft ze toe. “Ik ben er zeker minder narcistisch door geworden. Van nature heb ik de neiging om me te isoleren. Ik ben niet de meest sociale mens ter wereld en soms word ik gek van mijn eigen rondtollende gedachten. Een kind dwingt je uit dat isolement, doet je perspectief totaal verschuiven. Om actrice te zijn heb je een zekere vorm van narcisme nodig, maar het moederschap zorgt voor een gezond tegenwicht.”

Dat niet alleen, het beïnvloedt ook haar keuze van projecten. “De domste boodschap die vrouwen over de hele wereld meekrijgen, is dat werk en kinderen perfect combineerbaar zijn. Niets is minder waar: al het geld in de wereld en alle hulp die je in huis kunt halen doet niets af aan het feit dat je als werkende moeder constant moe bent. Kinderen putten je uit; het komt er dus op aan om je energie te doseren. En omdat het evenveel energie kost om een slechte film te maken als een goede, probeer ik projecten te kiezen waar ik van opkikker. Daarnaast ben ik ook minder geneigd om op lokatie te filmen. David is voor zijn werk aan Los Angeles gebonden: hij kan niet zomaar zijn boeltje pakken en verkassen. Ik zou het niet fair vinden tegenover de kinderen om de familie uit elkaar te trekken als het niet echt hoeft. Tot nu heb ik nog geen enkele rol aangeboden gekregen waarvan ik dacht: dit moét ik spelen, dit betekent zoveel voor mij dat ik mijn hele familie ervoor naar Oost-Europa wil slepen. Nu heeft werken in de filmbusiness zeker ook voordelen voor een ouder, het geeft je een flexibiliteit die veel bedrijven niet bieden. Alleen is het altijd nogal extreem: soms kun je wekenlang veel geconcentreerde tijd met je kinderen doorbrengen, maar dan volgt weer een periode met werkdagen van twaalf, veertien uur. Dat soort inconsistentie is natuurlijk niet goed voor jonge kinderen. Maar al bij al vind ik toch dat Hollywood de laatste jaren meer familiebewust geworden is: de studio’s doen meer moeite om mensen met een gezin te accommoderen.”

Hoe ze er ondanks werk en kinderen in slaagt om de romantiek in haar huwelijk te houden? Eén wenkbrauw stijgt boven haar schilpadmontuur. “O, bij mij gaat dat allemaal vanzelf”, zegt ze met een perfecte pokerface. Haar ivoorkleurige broek en truitje zijn van Donna Karan, elegant, maar ontspannen, op z’n Californisch. Ze mag dan al een van Hollywoods meest glamoureuze iconen zijn, off camera houdt ze het liever sober. Een zekere zelfspot is haar niet vreemd, verleidelijke blikken en sensueel pruilen reserveert ze voor de film. Of voor Ally McBeal. Haar echtgenoot schreef de meeste scripts voor de in Amerika immens succesvolle reeks en beweert dat hij inspiratie put uit zijn eigen omgeving. Ally McBeal is dus niemand anders dan Michelle Pfeiffer? “David schept er een duivels plezier in om via de show een beetje de draak te steken met mij en mijn tics. Maar hij weet dat verdraaid goed te verstoppen. Af en toe betrap ik hem erop dat hij iets uit ons eigen leven gebruikt heeft, maar dan zegt hij: Maar nee, schat. Dat heb ik maanden geleden geschreven, lang voor het ons overkwam. Ik heb ook wel eens ideeën voor de show, maar de zijne zijn altijd beter. Ik veronderstel dat dat de reden is waarom hij doet wat hij doet en ik ook.”

De rollen die Pfeiffer kiest, zijn niet altijd de meest voor de hand liggende. In The Deep End Of The Ocean speelde ze een moeder die haar driejarig zoontje kwijtraakt. Een schokkende ervaring, vond ze zelf.

“Ik heb een heel lage tolerantie voor akelige dingen die kinderen in films overkomen. Toen ik het boek las waarop de film gebaseerd was, waren er momenten dat ik het niet kon neerleggen, maar ook momenten dat ik het moést neerleggen. Ik denk dat geen enkele ouder er onberoerd zou door blijven.” Toen de actrice in ’93 Claudia Rose adopteerde, was ze een box-office sensatie als Catwoman in Batman Returns, wat haar tot een van de beroemdste BOM-moeders ter wereld maakte. “Ik wilde altijd al een kind adopteren,” bekent ze, “en op dat moment was het alsof er in mijn hoofd een lampje aanflitste. Nu heb ik de middelen om het te doen, nu moet het gebeuren… Ik was echt aan een familieleven toe en een huwelijk zat er blijkbaar niet in. Twee weken nadat ik de adoptiepapieren had ingevuld, kwam ik David tegen… Zo is het vaak: zodra je niet meer dwangmatig naar iets verlangt, gebeurt het.” Ze trouwde met Kelley in november ’93 en in augustus ’94, een jaar na de adoptie, werd haar zoon John Henry geboren.

“Ik heb een gelukkige relatie en twee perfecte kinderen, twee dingen waarvan ik lang dacht dat ze niet voor mij weggelegd waren. En mijn carrière draait goed… Ik kreeg meer dan ik gehoopt had, maar het eist ook meer van me dan ik ooit kon voorzien. Kinderen confronteren je met bepaalde trekjes van jezelf. Vroeger was ik bijvoorbeeld een absolute controlefreak. Nu neem ik de dingen minder ernstig. Ik moet wel, want mijn kinderen lachen mij in mijn gezicht uit. Laatst nog met Claudia. Ik ging uit ’s avonds en had alle registers opengetrokken: perfecte make-up, een outfit waar ik lang over nagedacht had. Niets aan het risico overgelaten, dus. Maar toen ik Claudia een nachtzoen gaf, trok ze een vies gezicht: Mama, je bent lelijk! Heerlijk toch, zo’n kind.”

Als je Pfeiffer mag geloven, heeft het moederschap haar ook met een permanent schuldgevoel opgezadeld. “Ongeacht hoeveel tijd ik met hen doorbreng, van het moment dat ik weg ben, heb ik het gevoel dat ik eigenlijk bij mijn kinderen zou moeten zijn. Denk niet dat ik klaag dat ik niet alles kan doen wat ik zou willen. Ik zeg alleen dat je als werkende moeder keuzes moet maken. Leren delegeren ook, waar ik van nature niet zo goed in ben. Maar nu moet ik wel, anders bezwijk ik onder de gecompileerde verantwoordelijkheid van kinderen, partner, werk en vrienden.”

Een van de verleidingen die ze dus niet kon weerstaan was What Lies Beneath. Geen wonder, want het verhaal werd bedacht door Steven Spielberg himself en geregisseerd door Robert Zemeckis ( Forrest Gump). Tegenspeler Harrison Ford is natuurlijk ook niet de eerste de beste. Over de plot wil ze zo weinig mogelijk kwijt, kwestie van de verrassingen en shockeffecten niet te bederven. Aan suspense geen gebrek trouwens, maar dan eerder in de traditie van Stephen King, meer bepaald de verfilming van The Shining, dan in die van het tegenwoordig helaas zo populaire slasher-genre. De actie begint, aldus Pfeiffer, wanneer ze dingen begint te “zien”. Maar is dat wel zo? En gaat het wel om bovennatuurlijke verschijnselen? De film geeft in elk geval een heel nieuwe betekenis aan het begrip echtelijke crisis…

Naast een intrigerende plot had de film nog een ander voordeel voor Pfeiffer: ze kon elke avond naar huis rijden. Wat niet het geval was bij Evita, meteen ook de reden waarom ze die rol uiteindelijk aan Madonna overliet. “Ik was net een paar maanden van huis geweest voor Up Close And Personal met Robert Redford, en Evita zou mij nog veel langer opgeëist hebben: een paar maanden om mijn stem te trainen en vooropnames te maken, en dan nog drie, vier maanden voor het filmen zelf. De verleiding was heel groot, ik had de film verschrikkelijk graag gedaan. Maar er zijn carrièrekeuzes en levenskeuzes en dit was een levenskeuze. Op dat moment zou het absoluut fout geweest zijn om mijn kinderen in de steek te laten.”

Pfeiffer is duidelijk een hyperbezorgde moeder. Je vraagt je af hoe ze het aankon om in The Deep End Of The Ocean de moeder van een verdwenen kind te spelen. Het heeft haar in elk geval nog voorzichtiger gemaakt. “Op een publieke plaats word ik meteen paranoïde als ik Claudia en John Henry even uit het oog verlies”, geeft ze toe. “Je kunt zo’n kind natuurlijk niet aan de leiband leggen, al zou ik dat af en toe wel willen. Ze zijn nu in de leeftijd dat ze graag op ontdekkingstocht gaan en elke keer staat mijn hart stil. Toen ik zelf een kind was, liepen mijn zus en ik gewoon blootsvoets de deur uit, onze ouders zagen ons pas ’s avonds opnieuw verschijnen. Helaas is de wereld sindsdien een stuk gecompliceerder geworden en kinderen worden steeds jonger met allerlei narigheid geconfronteerd. Ze hebben ook toegang tot allerlei informatie die ze nog niet kunnen verwerken, websites vol zelfs. In je eigen huis kun je dat nog min of meer onder controle houden, maar niet als ze bij andere kinderen thuis zijn. Je kunt alleen maar proberen om ze een solide basis mee te geven zodat ze tegen een stootje kunnen.”

Pfeiffer draagt geen wapens en heeft geen fulltime bodyguard. “Alleen op plekken waar ik mij echt kwetsbaar voel, wil ik wel eens iemand inhuren. Als ik aan het werk ben in Manhattan, bijvoorbeeld, waar de straten overvol zijn en iedereen zo maar bij je kan. Maar mijn grootste bezorgdheid is voor de kinderen. Het enige dat ik meemaakte dat ook maar enigszins aan de situatie in The Deep End Of The Ocean herinnerde, was toen David en ik op een avond thuiskwamen en Claudia spoorloos bleek. Ze was niet in haar bed en ook niet in het onze. Nu houdt David nogal van practical jokes, dus ik bleef maar zeggen dat ik het echt niet grappig vond. En David ontkennen dat hij er iets mee te maken had. Uiteindelijk bleek Claudia toch in ons bed te liggen, alleen hadden we haar in onze paniek niet zien liggen onder de dikke donsdeken. Het hele incident duurde hooguit een paar minuten, maar ik was totaal van de kaart.

Kinderen hebben is yin en yang: ze vragen veel, maar je krijgt er veel voor terug. Thuis hebben wij een soort running joke: in een boekje van de kinderen dat Five Minutes’ Peace heet, gaat het om een olifantenfamilie waarvan de moeder zich ten einde raad in de badkamer opsluit om even bij te komen. Maar als zij in de badbubbels neerzijgt, blijken alle olifantenkindertjes mee in de kuip te zitten. Eigenlijk voel ik mij voortdurend zoals die olifantenmoeder: elke morgen opnieuw vraag ik mij af hoe ik die dag aan mijn vijf minuten rust ga komen, en elke dag opnieuw is het improviseren.”

What Lies Beneath loopt vanaf 6 september in de bioscopen.

Interview Douglas Thompson (IFA) / Bewerking Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content