Niets is wat het lijkt. Een hoofd kan zeven katten zijn, een landkaart een sensueel gedicht en een doodskop een innig kussend koppel. “The Playful Eye” biedt een overzicht van oogspelletjes door de eeuwen heen.

U herinnert zich misschien nog de affiche waarop een gebrilde en zwaar behaarde Freud strak voor zich uitkijkt, met bovenaan de tekst ” What’s on a man’s mind?“. Bij nader toezien blijkt het profiel veel, zoniet alles weg te hebben van een naakte, sensuele vrouw. Zo is Freuds brillenglas in feite een borst en zijn snor een venusheuvel. In de jaren ’80 gingen de posters en T-shirts met die beeltenis als zoete broodjes over de toonbank. Maar dit soort optische grapjes bestaat – zij het wat minder expliciet – al eeuwenlang en is razend populair over de hele wereld. Het boek The Playful Eye rubriceert voor het eerst een immense collectie van zo’n honderd internationale oogteasers vanaf 1800.

De lezer leert dat niets is wat het lijkt. Een kunstenaar kan ogen en hersenen op zo’n manier bedriegen dat de geconditioneerde dagdagelijkse interactie tussen beide eventjes spaak loopt. Pas wanneer de hersenen op een andere, minder routineuze manier reageren, kan zich iets totaal anders openbaren.

De cover van The Playful Eye – een poezenkop die eigenlijk uit negen katten bestaat – is alvast goed gekozen. Je beseft meteen dat er iets niet in de haak is, waardoor je interesse gewekt wordt. Andere illustraties zijn van die aard dat, als je ze in het straatbeeld zou tegenkomen, je er achteloos aan voorbijloopt. Nochtans kan er in één tekening veel verscholen zitten. Heel veel. Neem nu de uit 1897 afkomstige Amerikaanse reclameprent voor geneesmiddelen, waarop een man in een kar over een brug langs een stenen huis rijdt. Een tweede, aandachtigere waarneming leert dat er in deze ogenschijnlijk eenvoudige plaat een – hou je vast – koningin, jongedame, stalknecht, clown, jongen, baby, gorilla, aap, olifant, otter, vogel, rat, hert, beer, twee ezels, twee paarden, twee ratten, twee eekhoorns, drie kikkers, vijf honden, twee schildpadden, tien gezichten, negenentwintig brieven en twee vissen verscholen zitten. Een andere prent toont het graf van Napoleon op Sint Helena. Het eiland is volledig verlaten. Althans… op het eerste gezicht. Wie iets langer kijkt, merkt hoe zijn geest tussen enkele boomtakken verschijnt. De illustratie dateert van 1931, tien jaar na Napoleons dood, in een periode dat het populair was zijn geest in allerlei uitgaven te verwerken. Maar ook tijdens zijn leven werd Napoleon met dit soort publicaties geëerd: op een prent van 1815 zit hij met vrouw en zoon verscholen tussen de knoppen en de bladeren van een bloemenboeket. Barstensvol poëzie is het geografische liefdesraadsel uit het Buch der Lieder van Heinrich Heine: dat gedicht over een onmogelijke liefde zit verwerkt in een stukje wereldkaart. Filosofisch gemijmer alom, want, zo maakt de kaart duidelijk: de zoutzee houdt de twee geliefden niet alleen uit elkaar, ze is bovendien ontstaan uit hun bittere tranen. Wie goed kijkt, ziet in de tegenover elkaar liggende landen twee beeltenissen. Die van een man en een vrouw. De kus(t) is veraf.

Samensteller van The Playful Eye is niemand minder dan de Brit Julian Rothenstein, designer en uitgever van Redstone Press, dat ook de gelijknamige agenda’s uitgeeft. Hij werkte er, met tussenpozen, zeven jaar aan. Het idee dateert van 1993. Toen bracht Rothenstein The Paradox Box uit, een kartonnen doos die tientallen kaarten met optische illusies en puzzels bevatte. “Een schot in de roos”, glimlacht de uitgever. “De box was zo populair dat hij op korte tijd was uitverkocht en dat herdruk na herdruk verscheen. Sindsdien ben ik jacht blijven maken op dergelijke illustraties en kwam ik in contact met steeds meer verzamelaars. Ik raakte geïntrigeerd door de manier waarop kunst, grafiek en spel in elkaar verweven zijn.”

Veel materiaal uit The Playful Eye is afkomstig uit die box, maar het grootse aantal illustraties heeft Rothenstein te danken aan drie Britse collectioneurs van wie hij bij grote uitzondering in hun gigantische archieven mocht neuzen. “Niet dat die mensen zich enkel toeleggen op optische illusies. Ze hadden vooral interesse voor grafische kunst, maar tijdens hun zoektochten stootten ze zo vaak op visuele grappen dat dat uitmondde in een soort tweede hobby. Na verloop van tijd hadden ze een enorme collectie. Voor mij was het belangrijk dat hun verzameling erg divers was.” Rothensteins kompaan en kunstcriticus Mel Gooding kreeg de zware taak om de herkomst en de betekenis van de optische illusies uit te vlooien. Niet altijd even makkelijk, meent hij. “Veel illustraties hadden geen datum, geen bijkomende documentatie, niets van dat alles. Het gevolg is dat de informatie in het boek weliswaar correct is, maar wel mager. Vaak konden we zelfs niet de naam van de artiest achterhalen, vooral niet bij politieke pamfletten.

We wilden absoluut geen academisch boek op de markt te brengen. Integendeel, de meeste boeken die we over optische illusies vonden, waren al saai genoeg. Het moest speels blijven.” Dat ze hun eigen classificatie hebben gebruikt, vindt Gooding vanzelfsprekend. Het boek maakt gewag van negen labels: de bekendste zijn Hidden Images (het graf van Napoleon), Multiple Figures (de cover), Upside-Downs (een lachende vrouw wordt ondersteboven een trieste man) en Optical Illusions (staar twintig seconden naar een engel en hij wordt een geest). Daarnaast rubriceert de uitgave Politics, Hidden Profiles (een natuurlandschap verbergt een beeltenis), Transformation Cards (een illustratie van zeven nonnen is in feite een schoppenzeven), Rebuses (rebussen) en Devinettes (een kaart met een rokende man en de vraag: waar is de niet-roker?).

Volgens Gooding is het bekende ” What’s on a man’s mind?” veel meer dan een optisch grapje, er zit ook een semi-filosofische overpeinzing in verborgen. “Dat soort humor was al erg populair in de 19de eeuw. In de sectie Hidden Images vind je twee prenten met het gelaat van Diabolo en dat van Mephisto. Als je goed kijkt, merk je dat beide gezichten zijn opgebouwd uit naakte, wellustige vrouwenlijven.” Censuur? “Nee, niet echt. De afbeeldingen zijn niet expliciet en hadden veeleer een moraliserende ondertoon: ‘Pas op, laat u niet door de duivel verleiden!’

Ze bestaan wel, die bewust expliciete illustraties. Zelfs pornografische prenten werden met hopen gemaakt, maar we hebben ze niet gevonden. Gecodeerde politieke slogans hebben we wel gepubliceerd. Zo is er bijvoorbeeld een Italiaans pamflet uit 1946 waarop Marx ondersteboven Stalin voorstelt.”

Gooding weet dat de laatste jaren steeds meer optische illusies op de markt komen. Een typisch voorbeeld daarvan is het populaire Magische Oog dat, als je enige tijd naar een felgekleurde prent kijkt, allerlei driedimensionale zaken laat zien. “Erg knap vind ik dat. Laatst zag ik er eentje over New York, je kon er zo doorheen en langs de gebouwen kijken. Maar die effecten kwamen niet in aanmerking voor ons boek. Wij wilden vooral oudere zaken bewaren voor het nageslacht.”

Volgens Gooding heeft elk land met optische spelletjes geëxperimenteerd, maar de meeste illustraties zijn afkomstig uit Japan. “Al voor 1900 waren de Japanners verzot op visuele grapjes. Vooral multiple figures konden hen zeer bekoren. We hebben briljante afbeeldingen gevonden uit de periode 1800-1820, zoals een olifant die is samengesteld uit negen mensen. Prenten met een boodschap: de Japanners geloven dat iedereen een wezenlijk onderdeel is van het universum. Pas als we samenwerken, krijgt dat universum zijn uiteindelijke vorm.”

Eén sector onderscheidt zich, overal ter wereld, door zijn inventiviteit: de reclamewereld. “Niet eens zo onlogisch,” meent Gooding, “want is dit geen ongelooflijke manier om de aandacht op een product te vestigen? Je blijft maar kijken. Vooral sigarettenmerken drukten graag optische grapjes op hun luciferdoosjes of verpakkingen. In het hoofdstuk Optische illusies hebben we een kalligrafische afbeelding van de maan opgenomen. ‘ The latest interpretation of the spots on the moon‘, staat eronder. Maar observeer dat maanlandschap vanuit een andere hoek en je leest: ‘ Cleris Soap is the Best.

De prenten in The Playful Eye bewijzen dat things aren’t always what they seem. Onze kijk op de dingen is geconditioneerd. Kunstenaars over de hele wereld slagen er al eeuwen in dat op een vaak humoristische wijze duidelijk te maken. Je moet het gewoon willen zien.”

Julian Rothenstein & Mel Gooding, The Playful Eye. An Album of Visual Delight, De Harmonie, 101 blz., 950 fr.

Geert De Weyer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content