Weet u aan welk elektrisch tuig ik de afgelopen weken het meeste plezier heb beleefd ? Niet aan mijn iPod of dvd-speler, maar aan een domme papierversnipperaar. Hij is grijs en komt van de Aldi, met instructies die opgesteld zijn in de taal van de mof. Aktenvernichter, heet hij daarin. Het doet mij aan dat andere woord denken, waarin ook een nicht zit verscholen maar waar verder niks rozigs aan is.

In die smalle mond zonder mededogen kunnen er zeven bladzijden tegelijk. Daaronder zitten scherpe messen – Achtung ! Gefahr durch sich bewegende Teile – die al dat papier met veel misbaar tot fijngehakte strookjes vermalen. Wat overblijft zijn roze, blauwe en goudkleurige snippers waarop soms nog een letter valt te lezen, een verhakkeld cijfer of de haal van een pen. Een consciëntieus mens zou een heel leven kunnen vullen door zo’n bak weer bijeen te puzzelen, en dan nog onvoldaan sterven.

De zuigende kracht van die gleuf is onbeschrijfelijk. Ze dreigt een zwart gat te worden dat mijn hele universum opslokt. Ik moet me inhouden geen documenten te versnipperen die ik nog nodig kan hebben. Het lijkt onweerstaanbaar, zo’n leven vrij van paperassen. Gefascineerd zie ik hoe wat ik zolang bijgehouden heb in een mum van tijd wordt verpulverd. Het begon met oude nieuwjaarskaartjes, maar strekt zich intussen uit tot alles wat niet te dik of te taai om door die krijsende kaken te worden vermalen. Mappen met oud papier, die ik om god weet welke redenen tien jaar en langer opgespaard heb. Huurcontracten en elektriciteitsfacturen uit vorige levens. Zelfs een document blijkens hetwelk ik in mijn badkamer op 17.04.1997 voor het bedrag van 3314 frank een nieuwe kraan heb laten installeren. Opeens stoort het mij dat nog te kunnen weten, die letters te zien en te beseffen dat welgeteld drie maanden en een paar dagen later die ene vrouw in mijn leven zou komen. Wat zou zij nu aan het doen zijn, op dit papierverhakselmoment ? Ook handschrift van haar gaat door de versnipperaar, en foto’s die het daglicht niet verdragen. Basta. Schluss damit.

“Eek : 1000,-“, staat er in potlood op een factuur van de tv-distributie. Eek, dat is mijn koosnaam uit een leven dat nog langer is geleden. Ik was de eekhoorn, zij de kangoeroe, al hadden we nog niet gehoord van Toon Tellegens dierenverhalen. Het steekje dat ik voel, wordt niet door haar afwezigheid veroorzaakt, maar door het besef van jong enthousiasme dat teloor is gegaan, onopgemerkt, als toogpraat in de nacht. De zomer loeit weer, als ik dat daar zo onschuldig neergekrabbeld zie. Ik ruik de harsgeur van dat appartement, hoor het geluid van de keukenkastjes tot in zijn klapperend detail. Ik zoen haar op haar voorhoofd, bij het raam, vanwaar ik uitzicht heb op roestige daken en dertien jaar toekomst die intussen verleden zijn. Het is allemaal tastbaar dichtbij. Dan verdwijnt ook dit restant in de grimmige mond, om als papiersneeuw neer te dwarrelen in de grijze bak en zich te vermengen met een abonnementsverbintenis van de Regie van Telegrafie en Telefonie, waarin ons een telefoonnummer werd toegekend dat sinds lang weer opgegeven is. Onversnipperbaar slingert het rond in mijn geest, samen met nog een handvol andere nummers die inmiddels dood zijn, bezet, of allang weer door andere mensen in gebruik genomen. Een herinneringenversnipperaar, dat zou ik anders ook wel willen. Zo’n tuig waarmee je zachtjes door je kop kunt dwalen op zoek naar losse eindjes, waardeloze associaties en pijnlijk geworden beelden van glimlachjes en oogopslagen. Die vernietig je dan meteen, genietend van het gejank van de machine. Met een beetje geluk passen er ook nog wat meningen en overtuigingen in. Gevaarlijker vijanden van de waarheid dan leugens, wist Nietzsche al.

Tegen de middag ben ik de trotse bezitter van een grote doos vol snippers. Ze zijn zacht en knisperen weerbarstig tussen mijn vingers. Ik wou dat ik er een hele kamer vol van had, zodat ik erin kon zwemmen als Dagobert Duck in zijn geld. Buiten is het ijskoud en zijn de schaduwen scherp. Er vliegen vogels door de lucht terwijl het -3 is. Ik verwonder mij erover dat zij daartegen kunnen, alleen beschut door die veren, terwijl een merkwaardig soort euforie langzaam bezit neemt van mij.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content