Sneeuw in alle smaken

© ILLUSTRATIES SARAH VANBELLE

Crisis of geen crisis, op onze vakantie besparen we niet graag. Dat geldt ook voor een wintersportvakantie. Het gaat lang niet meer alleen om skiën, en aan het einde van de dag willen we nog iets extra’s om te genieten : een hooibad, een luxechalet of een gastronomische maaltijd. De wintersporttrends voor komend seizoen op een rijtje.

1. MEER DAN ALLEEN SKIËN

Jaarlijks reizen miljoenen wintersporters af naar de sneeuw, ze kunnen er kiezen uit een heel gamma aan sporten en bezigheden. Snowboarden, twintig jaar geleden nog dé hype, steekt intussen alweer gewoontjes af bij allerlei veel extremere sneeuwsporten.

Ervaren skiërs zoeken almaar vaker de maagdelijke sneeuw en rust buiten de pistes op. Dat dit gevaarlijk is, werd vorig jaar pijnlijk duidelijk toen de Nederlands prins Friso onder een lawine bedolven raakte. Een goede uitrusting en voldoende ervaring is dan ook onontbeerlijk. Toch wint toerskiën snel aan populariteit. Daarbij maken de sporters geen gebruik van liften, maar wandelen op speciale toerski’s de berg op om buiten de pistes weer af te dalen. Behalve risico’s heeft toer- skiën ook onmiskenbaar zijn charmes : je hoort enkel het knarsen van je eigen ski’s, het landschap is nog onaangeroerd en je glijdt door de poedersneeuw naar beneden.

Voor wie toerskiën niet spectaculair genoeg vindt, bestaan er superlatieven : heliskiën, waarbij een helikopter u naar een hooggelegen gebied brengt en speedriding (ook speedflying genoemd). Vooral die laatste sport is sensationeel. Hangend aan een soort vlieger dender je met een rotvaart van een steile helling naar beneden, soms met je latten op de grond, maar ook hele stukken zwevend. Een sport die zeker niet voor iedereen weggelegd is. Dat geldt ook voor de flying fox in Golm (Oostenrijk), waarbij je aan een katrol langs een kabel met een snelheid van ruim 100 km/u als een roofvogel naar beneden suist.

Wie iets rustigers zoekt, vindt ook een ruim aanbod. Een ritje in een arrenslee, schaatsen, rodelen, een tocht met huskyhonden of een wandeling op sneeuwschoenen, bijvoorbeeld. Voor gezinnen is een avondlijke fakkelwandeling een leuke aanrader.

2. KORTER, VAKER EN LUXUEUZER

Een wintersportvakantie is al niet goedkoop en toch groeit de vraag naar luxueuzere accommodaties. Wintersportliefhebbers gaan vaak in een groep op vakantie, met vrienden of met familie. Zij verblijven dan liever in een chalet of een appartement dan in een hotel. Maar welke accommodatie ze ook kiezen, ze willen wel graag een trendy inrichting, wellnessvoorzieningen of soms zelfs een butlerservice. Residenties van onder andere Pierre & Vacances, ClubMed en Landal komen aan al die wensen tegemoet en liggen bovendien altijd vlak bij de pistes. De laatste jaren zien we in de skidorpen ook almaar meer bijzondere overnachtingsplaatsen zoals iglo’s, tipi’s, joerten en hele almdorpjes verschijnen. Dat soort accommodaties zijn vooral leuk voor een korte skitrip en dat is precies wat geoefende skiërs verkiezen : een paar keer per seizoen op een kortere wintersportvakantie gaan. Voor beginners die het skiën nog onder de knie moeten krijgen is af en toe een weekendje skiën niet zinvol, omdat ze het dan niet goed kunnen leren.

3. CULINAIR SKIËN

De tijd dat skiërs aan het einde van de dag snel een eenvoudige maaltijd nuttigden, is lang voorbij. Bij een vakantie hoort voor de meesten nu eenmaal lekker eten. Dat geldt de laatste jaren ook voor een wintersportvakantie. Fijnproevers hebben tijdens de wintersport keuze genoeg : van de internationale keuken tot traditionele streekgerechten die vaak op een geheel nieuwe manier worden bereid. Het aantal sterrenrestaurants in wintersportdorpen blijft gestaag groeien : Frankrijk telt er al tien en in de Italiaanse regio Zuid-Tirol liggen er zelfs zeventien. Zuid-Tirol profileert zich de laatste jaren dan ook als dé culinaire wintersportregio en weet gastronomische genoegens en skiën op een originele manier te combineren. In Val Gardena in het hart van de Dolomieten is bijvoorbeeld een 30 km lange culinaire skiroute geopend, waarbij u onderweg berghutten passeert waar u tirolerspek, ambachtelijk ijs en andere specialiteiten kunt nuttigen. Een andere culinaire skitoer in Zuid-Tirol, de Santa Croce Gourmet, behoort tot de populairste skitochten in Alta Badia en loopt langs acht berghutten die allemaal gespecialiseerd zijn in een traditioneel gerecht uit de streek.

4. MODERNE ARCHITECTUUR

Architectuur in de Alpen associëren velen vooral met rustieke houten chalets en berghutten. Dat beeld begint de laatste jaren in snel tempo te veranderen. Hout maakt plaats voor glas, beton en ijzer en gestroomlijnde en futuristische ontwerpen vervangen de klassieke chalets. De Oostenrijkse regio Voralberg werd al in 2000 door het gezaghebbende designmagazine Wallpaper uitgeroepen tot het meest progressieve deel van de wereld op het vlak van nieuwe architectuur. Intussen is Tirol aan een inhaalslag begonnen. De beroemde Iraaks-Britse architecte Zaha Hadid ontwierp de imposante olympische springschans Bergisel bij Innsbruck en het kabelbaanstation Nordkettenbahn, eveneens in Innsbruck. De rij moderne alpenhutten, wellnesscentra, hotels, huizen en zelfs kerkjes in het hele Alpengebied is ondertussen eindeloos. Toch bederven deze futuristische gebouwen het berglandschap niet. Integendeel, door het gebruik van natuurlijke materialen uit de streek en ontwerpen die de vormen in de natuur volgen passen ze perfect in de omgeving.

Beeldreportage : Futuristische architectuur in de Alpen op de website :

http://weekend.knack.be/lifestyle/reizen/reizen-in-beeld/futuristische-architectuur-in-de-alpen/album-4000036987533.htm#photo-15

5. SAMEN MET DE KINDEREN

Murmli in het Oostenrijkse dorpje Serfaus, Snowli in het Franse Savognin en het draakje Dlawso op de Seiser Alm in Italië. Alle familievriendelijke wintersportplaatsen hebben tegenwoordig hun eigen mascotte die de kinderen helpt.

Kinderen kunnen al vanaf twee jaar deelnemen aan skilessen. Met behulp van allerlei sprookjesfiguren en grappige attributen leren ze spelenderwijs waar ze omheen en onderdoor kunnen skiën. Tussen de lesjes door mogen ze spelen in sneeuwspeeltuinen, op de rodelbaan, op de tubingbaan of gewoon in de sneeuw. Kinderen kunnen ook iglo’s bouwen, sneeuwpoppen maken of op speurtocht trekken in de sneeuw.

Voor ouders die overdag willen skiën zonder de kinderen is een kinderhotel ideaal. Behalve, vaak Nederlandstalige, kinderoppas bieden ze animatieprogramma’s en beschikken ze over grote familiekamers en speciale kinderrestaurants of -menu’s.

De familievriendelijke wintersportdorpjes proberen gezinnen ook financieel tegemoet te komen. Kinderen kunnen op veel plaatsen gratis lessen volgen, de skipassen zijn gratis en ook voor de opvang hoeven ouders vaak niet te betalen.

Een paar hulpmiddelen bij uw speurtocht : veel touroperators en skidorpen stellen voordelige arrangementen samen voor gezinnen met kinderen. U kunt ook op zoek gaan naar dorpen met speciale kinderlabels. In Zwitserland te herkennen aan de naam Familien Wilkommen, in Frankrijk heten ze Famille Plus Montagne en in Oostenrijk Welcome Beginner.

6. NIEUWE BESTEMMINGEN

Het merendeel van de Belgen gaat het liefst skiën in Frankrijk en Oostenrijk, maar ook minder bekende bestemmingen beginnen terrein te winnen. Sinds Tsjechië, Slovenië en Slowakije in 2004 toetraden tot de EU groeit het aantal wintersporters daar ieder jaar. Vooral Tsjechië doet het goed. Daarnaast krijgen Bulgarije en Scandinavië, en in het bijzonder Fins Lapland, almaar meer wintertoeristen over de vloer.

Scandinavië heeft het grote voordeel dat het erg sneeuwzeker is. Ook een pluspunt is het grote aantal activiteiten en sporten dat er naast skiën mogelijk is. Dat geldt zeker voor Fins Lapland dat boven de poolcirkel ligt. Dat betekent ook dat het noorderlicht er goed zichtbaar is, zeker wanneer u overnacht in een iglo met een glazen dak. Ook een bezoek aan een husky- of rendierenfarm, de bijzondere cultuur van de Saami, de kans om beren, wolven en rendieren te observeren en een bezoekje aan het huis van de Kerstman in Rovaniemi zijn exclusieve troeven.

Hoewel Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Roemenië, Polen en Bulgarije niet over één kam geschoren kunnen worden (zo zijn de bergen in Slowakije bijvoorbeeld veel steiler en hoger dan in Tsjechië) hebben ze met elkaar gemeen dat het er nog rustig is en betaalbaar. Dat geldt voor de accommodatie, het eten en de drank en de skipassen. Bovendien hebben ze flink geïnvesteerd in liften en sneeuwkanonnen waardoor de kwaliteit van de pistes niet meer onderdoet bij die van de traditionele wintersportlanden. Sommigen laten zich nog afschrikken door de sovjetarchitectuur die nog op verscheidene plaatsen aanwezig is, voor anderen heeft dat dan weer zijn charmes.

7. AUTO’S NIET WELKOM

Meer wintersportdorpen beginnen de voordelen van een autovrij centrum te ontdekken. Niet alleen brengt het meer rust, is het veiliger, kunnen kinderen er ongestoord buiten spelen en hoeven toeristen niet meer te zoeken naar parkeerplaatsen bij de skiliften, het is ook beter voor het milieu. In Zwitserland waren dorpen als Wengen en Zermatt aanvankelijk noodgedwongen autovrij omdat er geen wegen heenliepen. Toen technische ontwikkelingen het mogelijk maakten deze dorpjes te ontsluiten, kozen ze er zelf voor verkeersvrij te blijven. Later volgde Oostenrijk, waar het Tiroolse dorpje Serfaus met een opmerkelijke primeur kwam : een metro brengt de gasten van een parkeergarage aan het begin van het dorp naar hun hotel of de skiliften. Alle dorpjes die ervoor kiezen auto’s niet of niet meer toe te laten bedenken manieren om de gasten op een comfortabele manier te vervoeren. In Zermatt rijden elektrische karretjes, in Wengen een tandradbaan, in Riederalp loopt een kabelbaan en Avioraz heeft bruggen, tunneltjes en sleepliften. Alleen het dorpje Kaisertal in Tirol hield het eenvoudig : de weg die pas sinds 2009 vanuit het dal naar het dorpje loopt, mag enkel gebruikt worden door de inwoners, toeristen nemen de 280 treden lange trap.

8. MODE, HETZELFDE EN EEN BEETJE ANDERS

Wat voor de mode in het algemeen geldt, gaat ook op voor de kleding op de pistes : die verandert per seizoen. De skimode van dit jaar verschilt niet heel erg van die van vorig jaar. Hebt u afgelopen winter een felgekleurde outfit gekocht of een jas met verschillende kleurenblokken, dan kunt u daarin ook dit jaar met een gerust hart op de piste verschijnen. Dit seizoen kan eigenlijk alles : van een getailleerde effen jas in een bescheiden kleur tot jassen met gewaagde kleurcombinaties zoals limoengroen en kanariegeel. Paars, groen, blauw en rood zijn kleuren die komend wintersportseizoen helemaal in zijn en ook oranje maak een comeback. Qua model zullen dit jaar veel getailleerde jassen te zien zijn die toch voldoende bewegingsvrijheid bieden, dankzij flexibele stoffen.

9. HOOI, CHOCOLADE EN KRUIDEN

Na een sportieve dag in de buitenlucht tot rust komen in een geurig hooibad of een schoonheidsbehandeling met chocolade ondergaan : het werkt niet alleen ontspannend, maar voorkomt ook spierpijn. Niet vreemd dat wellness in de bergen al jaren aan een enorme opmars bezig is. Gezondheidsbehandelingen in de Alpen kunnen bogen op een eeuwenoude traditie, met gebruik van lokale producten zoals honing, melk, kruiden, appels en wijn.

Veel hotels en wellnesscentra huren een beroemde architect in om zo’n centrum uit te tekenen. Zo ontwierp Friedensreich Hundertwasser de thermen Bad Blumau in Oostenrijk in zijn eigen herkenbare stijl met torentjes, speelse façades en vrolijke kleuren. Heel anders is het Aqua- dome Längenfeld in het Oostenrijkse Öztal, dat eerder op een ufo lijkt. Maar welke therapie u ook kiest, de dag erna kunt u weer als herboren de piste op.

10. RUIMTE VOOR CULTUUR EN KUNST

Omdat mensen vaak in een groep op wintersportvakantie gaan, is de kans groot dat er iemand bij zit die weleens iets anders wil dan sporten. Bergdorpjes proberen ook aan de wensen van die bezoekers tegemoet te komen door culturele activiteiten te organiseren. In de Franse Savoie kunt u bijvoorbeeld individueel of onder leiding van een gids architectuurwandelingen maken langs barokke kerkjes, forten en kastelen of bijzondere moderne gebouwen. Dorpjes als het Zwitserse Grindelwald en het Oostenrijkse Dachstein organiseren ijssculpturenfestivals en het Franse Courchevel geniet dankzij zijn samenwerking met kunstenaars faam in het circuit van de hedendaagse kunst.

www.fondation-facim.fr

DOOR MAAIKE SCHWERING

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content