:: Info : 02 479 15 60, www.florisvanbommel.nl

D at je er niet naast kunt kijken, is een understatement : terwijl goedkope importschoenen lokale bedrijven wegconcurreren, lanceert de negende generatie Van Bommel een nieuwe sneakerlijn, met zestien felle kleuren. Een geklede sportschoen in kalfsleder, maar niet inwisselbaar en ook geen passe-partout. De volgende wintercollectie ziet er trouwens al helemaal anders uit, want Floris Van Bommel (30), die de creatie en de marketing leidt, is een modegevoelige jongen. Qua uitstraling heeft hij wat van DavidBeckham ; in de reclamespots die dit voorjaar op MTV en TMF te zien zijn, speelt hij overigens zelf de hoofdrol.

Van Bommel is ook te vinden voor een stevige discussie met de schoenenmakers in het atelier, over de winstkansen van PSV bijvoorbeeld. Opgegroeid in een familie die al sinds 1734 in het vak zit, heeft het bedrijf geen geheimen voor de jongste Van Bommel. Hij legt maar wat graag de details van de Goodyear-methode uit, de dubbel genaaide handwerkmethode waarmee het bedrijf in Moergestel de zolen op de klassieke Van Bommel-schoenen bevestigt. En als hij het binnenwerk en de verschillende behandelingen beschrijft, staat een leek te duizelen. Of weet u wat kantenlikken is ?

“Het ambacht verdwijnt”, weet Van Bommel. “Vroeger telde deze regio honderden schoenmakers, nu blijven er amper twee ateliers van enige omvang over.” Waarom Van Bommel, ondanks een gemiddelde verkoopprijs van zo’n 200 euro, dan jaarlijks toch 300.000 paar schoenen verkoopt in Nederland, België en Duitsland ? “Mijn vader en grootvader zijn altijd op kwaliteit blijven hameren”, zegt Floris. “Ook toen leder schaars was in de Tweede Wereldoorlog en goedkope import uit Italië ons het leven zuur maakte in de jaren ’80. Ze maakten nog liever niets dan een minderwaardig product.”

De productie uitbesteden in lagelonenlanden als China zit er dus niet in. Vakmanschap verkoopt zichzelf. De helft van de productie wordt dan in Portugal gemaakt, aan een zorgvuldig opgebouwde reputatie moet je niet gaan sleutelen. “Optisch kunnen we identieke schoenen maken in China”, zegt broer en verkoopverantwoordelijke Reynier Van Bommel. “Die kosten maar 99 euro en onze marge zou veel groter zijn, maar die zijn niet zo comfortabel en duurzaam. Op korte termijn kan een bedrijf daar succes mee hebben, maar dan sluiten we straks wellicht de deuren. Net als streekgenoten die wel gingen concurreren met goedkopere importschoenen.” Eigenlijk is het te gek voor woorden, vinden de Van Bommels : “Als ontwikkelingshulp subsidieert de overheid Nederlandse bedrijven die elders investeren, maar wie hier ontslagen wordt, krijgt niet eens een correcte werkloosheidsuitkering.”

Niet dat de Van Bommels alles maar bij het oude laten. De exclusieve Noble Blue-lijn, klassieke gaatjesschoenen in een modern jasje, outdoor-stappers… nieuwigheden volgen elkaar op. “Een klassiek georiënteerd bedrijf als het onze moet keihard werken om te groeien. Het rustig aandoen, ooit de norm, kan niet meer”, zegt Floris. En ondertussen wordt hard aan de buitenlandse kar getrokken : “Onze hoofdzorg nu is het risico te spreiden, want tachtig procent van onze verkoop steunt op Nederland. Gelukkig doen we het erg goed in Vlaanderen.”

Nu zijn er dus de sneakers in de Floris Van Bommel-collectie, gemaakt voor een jong publiek. Dat het segment aan overbevissing lijdt, schrikt Floris niet af : “Ach, ook klassieke schoenen worden door merken van hoog tot laag gemaakt. Sneakers zijn vluchtiger, maar ons publiek wil ook iets aparts. En verder blijven het wel Van Bommel-schoenen. Die hebben geen mooie plaatjes nodig.”

Tekst Wim Denolf