Weg met de terreur van de weegschaal, gedaan met calorieën tellen. In haar boek ‘Een leven lang slank zonder dieet’ geeft Sonja Kimpen vanuit haar ervaring als bewegingsdeskundige en haar eigen worsteling met overgewicht een originele en realistische kijk op blijvend afslanken.

:: ‘Een leven lang slank zonder dieet’, Standaard Uitgeverij / Het Spectrum, 328 p., 19,95 euro.

Eten of niet eten ? Voor veel mensen is het een obsessie die heel hun leven beheerst. Vooral vrouwen staan vaak op voet van oorlog met voedsel. Want eten is lekker, gezellig, een troost als de wereld tegenwerkt. En als je uitgehongerd van je werk komt en je wacht tot het water van de spaghetti kookt, kan zo’n pakje tortillachips geweldig smaken. De ontnuchtering komt later, als je ondergoed in wobbelig vlees snijdt en de spiegel een beeld terugkaatst dat tien kilo meer vrouw meetorst dan goed is voor je ego.

Sonja Kimpen weet er alles van. Op het eerste zicht kan dat vreemd lijken. Want we hebben het hier over een slanke, sportieve vrouw die zoveel vitaliteit uitstraalt, dat ze door het leven lijkt te stuiteren. Maar dat is niet altijd zo geweest. Als Een leven lang slank zonder dieet zo herkenbaar en overtuigend is, dan komt dat doordat de auteur uit eigen ondervinding schrijft en zich daardoor perfect kan inleven in elke gedachtekronkel en elk lam excuus van gefrustreerde eetverslaafden. Sonja : “De uitgever stond erop dat ik me in het boek zou outen als ex-dikkerd. Ik moet zeggen, dat ik dat aanvankelijk heel schoorvoetend en summier deed. Maar het is waar : ik kom uit een obese familie en tussen mijn negende en zevenentwintigste was ik een kleine, dikke dwerg. Om mijn gewicht toch maar enigszins in toom te houden, begon ik op mijn twaalfde al te diëten. Of liever : ik wisselde schranspartijen af met gedisciplineerd weinig of niets eten. Ik slikte ook vermageringspillen, die stonden bij ons thuis gewoon op de kast. Maar blijvend gewicht verliezen ? Vergeet het. Ook niet toen ik naar de sporthumaniora ging. Op school kreeg ik twaalf uur sport per week. Daarnaast turnde en zwom ik in clubverband, ik speelde volleybal, basketbal, deed aan parachutespringen en jogde. En om al die sportieve inspanningen vol te kunnen houden, at ik. Een groot ‘galettebrood’ mét beleg ging er zonder problemen in één zitting in. ’t Vierkant blokske was mijn bijnaam : met mijn 1 meter 50 was ik ongeveer even breed als lang.’

De ommekeer kwam er toen Sonja Kimpen na haar universitaire studies lichamelijk opvoeding onder het motto ‘men onderwijst wat men zelf het meest nodig heeft’ bleef zoeken naar een manier om slank te worden en te blijven. Ze las niet alleen boeken over fysiologie, voedings- en trainingsleer, maar ook over het omgaan met emoties, motivatietechnieken, mental coaching. Ze volgde bijscholingen in Europa en Amerika en vond inspiratie bij auteurs als Anthony Robbins, Bodo Shafer, Daniel Goleman en Deepak Chopra. “Toen ik in harmonie met mijn lichaam ging leven en het de tijd gunde die het nodig had om vet te verliezen, kreeg ik resultaat : een slank, energiek en vooral een stabiel lichaam waarin ik me goed voel.” Al vele jaren past Sonja haar bevindingen toe in de succesvolle cursus Synergie je slank. En nu is er dus haar boek : niet het zoveelste wonderdieetboek met regels en verboden, maar het down-to-earth verslag van een gecombineerde aanpak van alle aspecten die bij afslanken een rol spelen – lichaamsprocessen, voeding, beweging en mentale inzichten. Een boek ook waarin de nadruk niet op ontbering, maar op levensvreugde en genieten ligt.

Waarom hebt u uw boek specifiek voor vrouwen geschreven ?

Sonja Kimpen : Omdat vrouwen nu eenmaal anders afslanken dan mannen. Trager, om maar iets te zeggen. Mannen gaan ook op een heel andere manier met dikte om, hun zelfbeeld wordt er niet drastisch door beïnvloed. Geen haar op hun hoofd dat eraan denkt om een feestje af te zeggen omdat ze bijna uit hun broek barsten. Terwijl een vrouw al snel denkt : “Help, ik zal weer de dikste zijn.” Een man die eenmaal beslist om te vermageren, kan zich daar ook gemakkelijker op concentreren. Vrouwen zetten zich gedreven in voor hun gezin, hun werk, het huishouden, de vrienden en tussendoor gaan ze dan ook nog afslanken. Ze moeten daar een plaats voor zoeken in hun complexe leven. En bovenal : veel vrouwen hebben een innerlijke kwelduivel die hen telkens weer naar beneden trekt en hen programmeert om hun doel niét te halen. “Jaja, eet nog maar een chocolaatje,” zegt die stiekeme saboteur, “je bent nog niet dik genoeg. En trek die lelijke vormloze broek maar weer aan, dat is de enige waarin je je dikke kont nog krijgt.” Schaamte, complexen, vrouwen hebben er veel meer last van. Ze zijn afhankelijker van de bevestiging door anderen, ook al omdat ze meer op hun uiterlijk afgerekend worden.

Veel misverstanden over afslanken komen voort uit een gebrekkige kennis van de werking van het lichaam.

Wat ik in dit boek heb proberen te doen is korte metten maken met de dwanggedachtes rond afslanken, al die ‘moetens’ en ‘niet mogens’. Beschouw het als een praktische gids die de werking van lichaam en geest uitlegt. Als je een huishoudtoestel koopt, krijg je er een gebruiksaanwijzing bij. Voor het menselijk lichaam bestaan geen kant-en-klare handleidingen. Mijn zoon leert op school over de fotosynthese, maar niet over de fysiologische processen die honger, dorst, verzadiging en energieverbruik regelen. Terwijl het menselijk lichaam zo’n vernuftig systeem en uniek biochemisch samenspel is. En je hebt er maar één, het moet een leven lang mee. Maar veel mensen zijn volkomen vervreemd van hun lichaam, ze herkennen de alarmsignalen niet. Ik vergelijk het altijd met een auto. Die onderhoud je toch goed, je gaat er op tijd mee naar de garage. Iedereen is het erover eens dat gezondheid het hoogste goed is, maar velen zijn er niet toe bereid om er ook maar iets voor te doen. Want er is die ene oom die rokend, drinkend en schransend honderd werd… Dat is dan het bewijs dat gezond leven onzin is. Mijn bedoeling is : de mensen te helpen de vertrouwensrelatie met hun lichaam te herstellen en de signalen te respecteren. Wat je vaak ziet, is dat mensen ’s avonds moe zijn, maar toch per se laat willen opblijven. En om wakker te blijven, eten ze. Als je in balans bent, begin je heel goed te voelen : nu ben ik moe, nu heb ik dorst, nu heb ik honger. En het verschil te onderscheiden tussen honger en trek, of anders gezegd : tussen maaghonger en hoofdhonger.

Er is nu de rage van de maagbanden en andere operatieve maagverkleiningen. Terwijl er volgens u ook natuurlijke methodes bestaan om een grote maag te verkleinen.

Het is aan de arts om te beslissen wanneer iemand in aanmerking komt voor een maagverkleining, ik wil daar niet over oordelen. Maar ik beweer inderdaad dat je je maag ook op een volstrekt natuurlijke manier kunt verkleinen. Maagweefsel is heel flexibel en door voortdurend grote hoeveelheden naar binnen te werken, kun je van een small een extra large maken. Vergelijk het met een damestas : hoe meer je erin doet, hoe meer hij rekt. Als de tas weer leeg is, zal hij toch die grotere vorm bewaren. En de grootte van de maag bepaalt de snelheid van verzadiging. Gelukkig werkt het ook omgekeerd. Als je minder eet, zal je maag vanzelf krimpen. Dat merk je al heel goed als je door een flinke griep een paar dagen minder eet. Dat heeft het prettige gevolg dat je maag in de toekomst sneller voor de helft gevuld zal zijn en vanaf dat moment verzadigingssignalen zal afgeven. Na ongeveer een week à tien dagen maximaal 70 procent te eten van wat je op kunt, voel je zeker al resultaat.

Dit is bij mijn weten het eerste boek over afslanken waarin geen enkel voedingsmiddel taboe is.

Het is toch de grootste angst van mensen die willen afslanken, dat ze nooit meer een glaasje wijn mogen drinken of een ijsje eten. Niet meer mogen ‘zondigen’ zoals ze het noemen. Van mij mogen ze dat. Zelf ben ik gek op friet. Maar als ik vandaag friet eet, heb ik morgen niet opnieuw trek in friet. Het komt erop aan naar je lichaam te luisteren en te voelen waaraan het behoefte heeft. Dan snak je na zwaardere kost vanzelf naar een slaatje als volgende maaltijd. Ik drink ook graag een glaasje champagne ’s avonds. Om daarvan te kunnen genieten, wil ik best een paar dingen laten. Want én champagne én borrelnootjes én chocola is van het goede te veel. De kunst is bepalen wat je echt graag hebt en keuzes te maken. Daarom raad ik mijn cursisten aan om, voor ze iets in hun mond stoppen, drie redenen te bedenken waarom ze het willen eten. Waar ik toe oproep, is een versobering van de voeding en een juiste dosering van traktaties, zodat je er meer van geniet. “Ja maar, dat is toch ook diëten”, zeggen sommige mensen dan. Zij gaan ervan uit : als je niet alles kunt eten, op elk moment van de dag en zoveel als je wilt, dan ben je op dieet. Het probleem is dat voor veel mensen eten altijd voorhanden is. En mensen zijn gewoontedieren, veel eten wordt snel een patroon waar ze niet meer bij stilstaan. Bewust met voeding omgaan, je niet gedachteloos volstoppen met troep : daar komt het op aan.

Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die het moeilijker vinden om zelf keuzes te maken dan om zich aan een verbod te houden.

Dat klopt. Die komen me dan vragen wat ze die avond moeten eten. Mijn antwoord is dan : waar heb je zin in ? Wie echt geen besef heeft van gezond eten en voedingswaarde, raad ik de Weight Watchers aan of een goed boek over voedingsleer. Maar mijn uiteindelijke bedoeling is : mensen aan te zetten om op een andere manier met voeding en beweging om te gaan. En op die manier een innerlijke kracht in zichzelf aan te boren. Bij het begin van elke cursus zeg ik : “Ik kan jullie alleen inspireren, niet motiveren. Dat moet je zelf doen.” Bij de voorstelling van het boek waren veel ex-cursisten aanwezig. Mensen die ik al jaren niet meer gezien had. Het mooiste compliment dat ze me maakten was : “Sonja, het werkt nog steeds.”

U werkt ook niet met het begrip ‘ideaal gewicht’.

Volgens de gebruikelijke tabellen zou ik met mijn 1 meter 50, 48 kilo moeten wegen. Wel, in mijn hele leven heb ik ooit twee dagen 48 kilo gewogen. Ik wil er niet meer aan denken wat ik daarvoor heb moeten doen en hoe slecht ik mij daarbij voelde : mijn huid leek wel van perkament, ik was futloos en niet te genieten voor mijn omgeving. Mijn lichaam was duidelijk niet gediend van dat ‘ideale’ gewicht. Nu weeg ik al jaren tussen 56 en 58 kilo. ‘Slank’ betekent dan ook voor elke vrouw iets anders en zeker niet altijd maatje 38. Als er al zoiets is als een ideaal gewicht, dan is het dat waarbij je je goed in je vel voelt, energie hebt en van het leven kunt genieten. En zelfrespect hebt. Vrouwen hebben het zo moeilijk om zichzelf een schouderklopje te geven : “Voilà, dat heb je nu eens goed gedaan !” Dik zijn, zit vaak tussen de oren. Hoe vaak hoor je niet : “Ik ben nu eenmaal zo, ik kan mijzelf niet veranderen.” Veel vrouwen vinden van zichzelf dat ze geen wilskracht hebben, terwijl ze gedurende langere periodes van hun leven ingegaan zijn tegen een van de krachtigste oersignalen die er zijn : honger. Alleen valt dat niet vol te houden, zodat ze vroeg of laat ‘crashen’. En een heleboel mensen zit met onopgeloste emotionele problemen en zoekt troost in eten. Het allerbelangrijkste aspect van het afslankingsproces is vaak het gezond maken van de gedachten.

Dit boek gaat over veel meer dan alleen maar afslanken. U geeft de lezers richtlijnen om hun leven in vorm te brengen.

Meestal heb je het lichaam dat bij je leven past. Als je je leven in vorm krijgt, volgt je lichaam vanzelf. Want om doelen te bereiken, heb je een energetisch lichaam nodig. Mensen tot daadkracht inspireren, dat is mijn passie. Wensen omzetten in doelen. En dat beperkt zich niet tot het gebied van afslanken. Want zeg nu zelf : slank worden als enige levensdoel, dat slaat nergens op. Ik sta er vaak versteld van hoe onbewust mensen leven. “Wat zou je nu echt willen ?” vraag ik dan. Of : “Geef mij twintig redenen waarom je slank wilt zijn.” Want waarom zou je al die moeite doen, als je niet echt gemotiveerd bent ? Volgens mij is het de diepste behoefte van de mens om op een of andere manier creatief te zijn. In zijn of haar werk, in de omgang met anderen, in een bezigheid waarin je helemaal kunt opgaan. Ben je gefrustreerd omdat je je creativiteit niet kwijt kunt, dan stapel je gemakkelijker vet op. Want vet is letterlijk ‘energie’. Zodra je een uitlaatklep hebt, een doel in het leven, ben je ook niet meer zo geobsedeerd bezig met eten. Van de hele cursus is het mentale luik voor mij het belangrijkste. Maar het is ook het deel waar de mensen de meeste moeite mee hebben. Je ziet ze zich schrap zetten : “Van mijn geest blijf je af.” Terwijl Einstein al wist : “We kunnen problemen niet oplossen door dezelfde manier van denken, die ze in het leven heeft geroepen.” :: Sonja Kimpen (45) is licentiaat lichamelijke opvoeding en was gedurende 15 jaar docent aan het Hoger Instituut voor Kinesitherapie in Merksem. Ze is debezielster en manager van de bewegingsclub Synergie Wellness Point in Antwerpen, waar ze zeer goede resultaten boekt als coach van de Synergie je slank-cursus. Ze geeft regelmatig gastlessen aan VUB en K.U. Leuven en is verbonden aan verschillende programma’s rond obesitas. In 2003 werd ze om haar verdiensten voor de fitnessindustrie genomineerd voor de DFO Fitness Trophy.

Tekst Linda Asselbergs

Sonja Kimpen : “Bewust met voeding omgaan, je niet gedachteloos volstoppen met troep : daar komt het op aan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content