Sommige winkels worden meer dan verkooppunten een tijdsmeter, een plaats van cultuur. Een rondreis in Londen, Parijs en Hongkong.

Voyage, een exclusieve club

Voyage bestaat al meer dan zes jaar, maar de naam doet nu pas bij een breder publiek een belletje rinkelen. Dat was niet meteen de bedoeling: het label maakt bewust geen reclame en gruwt van modeshows. In de winkel moet je aanbellen, en dan laten ze je zelfs niet binnen. ” Excuse me, this is a private shop.” Een verkoper houdt de deur halfgeopend maar verspert de doorgang. Hij poneert het met een zucht, alsof hij hetzelfde wijsje die dag al vijftig keer heeft gezongen.

Voyage is een modemerk maar profileert zich niet zoals een reguliere ontwerper dat doet. Vooreerst zijn de kleren niet aan seizoenen gebonden, en series maken de ontwerpers achter Voyage ook al niet. Elk stuk is uniek en bestaat meestal uit één maat, hoewel geen enkele lichaamsvorm of gestalte vergeten wordt. De kledingstukken worden mondjesmaat opgestuurd naar luxewarenhuizen in New York en het Verre Oosten, maar de echte uitvalsbasis blijft Londen. Voyage moet exclusief blijven, zo blijkt uit de strenge selectie aan de deur. Het effect is tweeërlei: enerzijds werkt het als een rode lap op Londense en internationale trendsetters. Anderzijds doet het sommigen steigeren, vooral dan moderedactrices van grote bladen die Voyage als antidemocratisch bestempelen.

“Ach… Veel verhalen die over ons de ronde doen zijn flink overdreven”, glimlacht Tatum Mazzilli, shopmanager en dochter van de eigenaars-ontwerpers Tiziano en Louise Mazzilli. “Ze worden steeds absurder. Dat je een lidkaart moet hebben bijvoorbeeld. Trouwe klanten kunnen zoiets inderdaad krijgen, als ze dat willen. Maar het is geen vereiste. In principe is iedereen welkom. De reden waarom we niet iedereen even gemakkelijk binnenlaten, zijn de ontelbare kopieerders. Geloof me, onze deurpolitiek is noodzakelijk. Trouwens, voor ons komen de klanten op de eerste plaats. Hier in de winkel hebben we een intieme sfeer gecreëerd waar men zich gemakkelijk voelt, ver van alles. We verkopen exclusieve, precieuze kleren en die bekijk je het best in alle rust. Er ontstaat vaak een heel persoonlijke band tussen een klant en ons, of onze ontwerpen als je wil. Dat telt, en niet wat de pers ervan denkt.”

Hoewel je je allerlei bedenkingen kan maken over die aanpak, heeft Voyage een punt. Hun creaties worden inderdaad op grote schaal nagemaakt, vooral door ketens, maar ook door ontwerpers van allerlei pluimage. Zo industrieel is het Voyage-logo, zo feeëriek en fluïde zijn hun kleren: alles is etnisch geïnspireerd, hoewel je er moeilijk één land kan opplakken. Het neigt naar Marokko, via een omweg naar India en zelfs China, vermengd met belijningen uit de jaren dertig en bohémien-chic uit de jaren zestig. Tussen vazen gevuld met pluimen en immense affiches van de Folies Bergères hangen jurken in chiffon of gekreukt fluweel, volgeborduurd en afgebiesd met parels en repen kant. Sjaals met gouddraad en Afghaanse mantels met stekelige bontkragen. Doorzichtige bloesjes afgewerkt met piepkleine nikkelen muntjes, puntige muiltjes vol steentjes.

Zo op papier lijkt het de zoveelste etnocollectie, maar Voyage gaat verder: het zijn kleren waarvoor Jimi Hendrix was blijven leven, waarvoor Shererazade nog eens 1001 verhalen komt vertellen. De meest verbluffende en felle kleuren, materialen met meer motieven en bedrukkingen per strekkende meter dan alle stoffenwinkels van Marrakesh samen. Samen met de wierookgeur en de keiharde rai-muziek vormen de honderden handgemaakte kledingstukken een dure, luxueuze bazaar, waar zelfs de tweedehands look – afgewassen, rafelig, verfrommeld – minutieus is nagebootst. Elk prijskaartje heeft, omgerekend naar Belgische frank, minstens vier nullen.

Als uithangsbord hebben de Mazzilli’s met één winkel genoeg, vindt Tatum. En waarschijnlijk ook aan het indrukwekkend lijstje sterren die bij Voyage shoppen: zowat alle modellen, Emma Thompson, Whoopi Goldberg, Bernardo Bertolucci, Jeremy Irons en Goldie Hawn. Kleren uitlenen voor modereportages doen ze nauwelijks. “Defilés… Nee, die hoeven ook niet. Want je dringt mensen dan hoe dan ook een bepaalde stijl op, met kapsels, het soort mannequins, make-up. De straat is voor ons de beste promotie. Aan wie Voyage draagt, wordt gegarandeerd gevraagd waar het vandaan komt.”

Voyage, 115 Fulham Road, London SW3, Tel. (00-44) 171.823.95.81.

Colette, een lifestyle shop

De winkel is nu al vermaard, hoewel hij z’n eerste verjaardag nog moet vieren. En omstreden, want lang niet iedereen loopt hoog op met de achterliggende filosofie van de drie verdiepingen tellende Colette. Men verkoopt er designer-kleren, maar ook meubels, lampen, boeken, tijdschriften, horloges, kunst- en gebruiksvoorwerpen, cosmetica en sportschoenen. Alles door elkaar, duur en goedkoop, als een democratisch geheel gepresenteerd op donkergrijs geschilderde, kubusvormige tafels. In de kelder is er een restaurant ter grootte van een balzaal. Helemaal boven in het gebouw kan je werk van jonge fotografen en grafici bekijken en kopen. Het aanbod is bewust hedendaags, een eigenzinnige en persoonlijk gekleurde keuze van de eigenaars uit wat op dit moment de rigeur is. Sommigen zijn wat blij met deze driedimensionale vertaling van hun favoriet stijltijdschrift, als in: hier vind je alles wat je zoekt. Anderen zien er een dictatuur van opgelegde goede smaak in, als in: alleen hier vind je alles wat je eigenlijk zoekt.

“Ik ken de kritiek”, zegt Milan, hoofdverantwoordelijke van de aankoop. “Een goede vriend van mij wou hier de eerste drie maanden niet eens binnenkomen omdat hij Colette als elitair en typisch fashion zag. Maar dat idee klopt niet. De winkel is voor iedereen. Je kan ongestoord binnenwandelen om iets te drinken, of een expositie te bezoeken. Kopen hoeft niet. We gaan zeker niet uit van de gedachte dat alles wat wij aanbieden goed is en de rest daarbuiten per definitie minderwaardig. We zorgen ervoor dat Colette steeds in beweging blijft. Er zijn bijna wekelijks nieuwe leveringen. Ik heb het niet zo begrepen op winkels waar alles nog precies hetzelfde is als vier maanden voorheen. We kopen bijvoorbeeld heus wel meer dan twee jasjes van een bepaalde ontwerper aan, maar daarom gaan we niet nog alles tezelfdertijd in de winkel gooien.”

“In het begin vreesde ik dat onze sobere presentatie koud zou overkomen, maar ze werkt op een ander niveau. Doordat we elk kledingstuk, boek of foto als een op zichzelfstaand object tonen, gaan mensen er ook anders naar kijken. De context valt weg, het pure ontwerp of de echte inhoud primeert. Een meisje moet verliefd kunnen worden op een uitgestalde jurk, en later tijdens het passen ervan ontdekken dat het iets van Comme des Garçons is. En dat is een goede zaak, want ze had misschien nooit in haar leven een voet in een Comme-winkel willen zetten. Hetzelfde met design. Hier in Parijs staat dat woord nog steeds voor strak, chroom en rigide lijnen. Terwijl er tegenwoordig zoveel verrassends gemaakt wordt, zeker in Londen. De Jacks van Tom Dixon zijn hier de deur uitgevlogen, een beetje tot mijn verbazing eigenlijk.”

“Men vraagt ons nu al een filiaal te openen in New York of Londen. Dat zie ik niet zitten. Het is hard werk om het niveau op peil te houden. Met nog een vestiging erbij zou dat niet meer lukken, vrees ik. Als ik andere aankopers in de showroom van een ontwerper ontmoet, denk ik soms: wat hebben jullie een makkelijke job. Als ik buitenkom, snel ik alweer naar een of andere supermarkt of atelier, om totaal andere dingen te zoeken. Mooie postkaarten bijvoorbeeld, of asbakken.”

Colette, 213 rue Saint Honoré, 75001 Paris, Tel. (00-33) 1.553.533.90, http://www.colette.tm.fr

Dior, luxe – nieuwe stijl

Met John Galliano aan het roer en de media-aandacht rond zijn persoon als brandstof, is er nu ook een nieuw Dior-schip: de gerenoveerde Parijse winkel, eind vorig jaar na tien maanden timmeren en schilderen geopend, op hetzelfde adres waar Christian Dior precies vijftig jaar geleden zijn eerste collectie voorstelde. In de kring van luxemerken weegt het belang van een boetiek zwaar door. Namen uit de couture moeten, ongeacht de omstandigheden, steeds weer hun verleden en traditie eer aandoen, een erfenis die in deze snelle tijden niet te onderschatten valt. Een hooggelegde lat dus voor de Amerikaanse society-architect Peter Marino, die de winkel hertekende. Hij maakte het geheel vooral overzichtelijk: de drie gebouwen die sinds de jaren ’50 aan het originele pand zijn toegevoegd, versmolt hij tot één megashop met een gelijke gevel. Een twaalf meter hoge rotonde aan de ingang werd het centrale punt. Hier kan je drie richtingen uit. Rechtdoor voor de prêt-à-porter voor dames, links naar de parfumafdeling en verderop het departement voor mannen; rechts voor wie schoenen wil. Uitleg vragen aan één van de vele verkoopsters in roze tailleur hoeft niet; een klein kind vindt hier de weg. Elk Dior-product, van tafelservies tot bontmantels, is ondergebracht in boudoirachtige salons, bijna als in een grootwarenhuis, en doorheen de hele winkel zijn elementen verwerkt die herinneren aan Monsieur Dior. Tijgervellen, luipaardprint, zebrastrepen, strikken in wit en grijs, stoeltjes en trapleuningen stijl Louis XVI. De rebelse trekken van Galliano vind je minder snel terug; misschien heeft dat iets met de duur van zijn contract te maken. In de herschapen shop kom je ogen tekort, zoveel is er te zien. Smaken verschillen, maar wij vonden het allemaal wat nieuwerwets aandoen, verblindend fonkelend en tegelijk een beetje nep. Wel geslaagd is de manier waarop komaf werd gemaakt met het hooghartig sfeertje dat vele klanten in dit soort winkels verwachten, en in de meeste gevallen ook krijgen. Le nouveau concept Dior is nog steeds exclusief, maar vooral ontspannen en open voor iedereen.

Dior, 30 Avenue Montaigne, 75001 Paris.

The Library, broeken en boeken

“Eigenlijk verkopen we alles”, zegt Alex, de winkelmanager. “De kleren, boeken, de meubels als je wil. Doe een bod en ik maak je een prijsje voor het voltallige personeel.” We denken er even over na, maar eigenlijk willen we Cowboy Kate, het fotoboek van Sam Haskins, eerste druk, pronkend in de etalage. Daar kan helaas niets van af. Het hoort bij een tentoonstelling over de fotograaf; al zijn titels liggen er, sommige flink beduimeld, naast affiches en ingelijste beelden.

The Library opende in ’94 en heeft sindsdien een schare rabiate fans. Men verkoopt er mannenkleren van jonge en wat meer gereputeerde ontwerpers, én boeken, nieuwe maar vooral oude, en soms zeldzame titels, over mode, fotografie, beeldende kunst, cinema, natuur. Sommige klanten komen voor de kleding: Costume National, Nigel Curtiss, Carol Christian Poell en zowat alle Belgen, van Raf Simons tot Bikkembergs. Anderen shoppen enkel voor hun boekenkast. Wie wil, kan een bestelling plaatsen. The Library heeft iemand fulltime in dienst om overal ter wereld boekenmarkten en -stocks af te schuimen. “Ons zakencijfer maken we met de mannenmode”, vertelt Alex, “maar daarom staan de boeken nog niet op het tweede plan. Sommigen komen hier een hele middag lezen en kijken. Dat kan ook, vind ik.”

The Library heeft een voortrekkerspositie, vooral door het getrainde oog van Peter Sidell, eigenaar en inkoper van de shop. Hij maakte zestien jaar lang deel uit van Jones, de winkel die in de jaren tachtig Londen van de allerlaatste trends voorzag. Later bracht hij de mannenafdeling op peil van die andere Londense smaakmaker, Joseph. De decennia ervaring hebben geloond: zowat elke ontwerper die nu grote sier maakt, hing jaren geleden al in de rekken van The Library. Het was zijn idee om de helft van z’n winkel aan beelden te wijden, ook al omdat ze meestal de inspiratiebron vormen voor heel wat collecties. “De twee vullen mekaar aan”, vindt Alex. “Het lijkt bijna vanzelfsprekend dat iemand die van mooie kleren houdt, ook zoekt naar interessante boeken. We krijgen veel stilisten en grafici over de vloer. Ook designers. Dirk Bikkembergs komt wel eens langs. Of Walter Van Beirendonck. Die weet pas boeken te kopen!”

The Library, 268 Brompton Road, London SW3 2AS, Tel. (00-44) 171. 589.65.69.

Koh Samui, eigen ontwerpers eerst

Eigenlijk trokken we er met tegenzin naartoe. Koh Samui is momenteel de meestbesproken pleisterplaats voor cognoscenti en anglofiele modemensen; een winkel zo hip, zo doet de ronde, dat Alexander McQueen er als hopeloos commercieel wordt beschouwd. Onzin, zo blijkt. Bij Koh Samui krijg je een omgekeerde cultuurschok. Hier hangen de kleren van de her en der bejubelde ontwerpers, maar dan resoluut van hun pek-en-veren-sfeertje ontdaan. Labels hangen kriskras door elkaar, gerangschikt volgens kleur of materiaal. Door de no-nonsense presentatie krijg je de stukken in hun naaktheid en dat is mooi om te zien: stuk voor stuk subtiele, serene en vooral draagbare ontwerpen. De uitgevreten jurken in kant van Ruti Danan, de ineengepuzzelde jasjes van David Purves, de japonnen vol pareltjes van Abe Hamilton, de op legeruniformen gebaseerde truien van YMC, de afgeschuurde jeansrokken van People Corporation. De shop huisvest nog minstens twintig andere namen waarvan de meeste de meer gangbare designers uit het aanbod ( Owen Gaster, Hussein Chalayan) in creativiteit overtreffen.

Koh Samui is het drie jaar oude geesteskind van Talita Zoe en Paul Sexton, twee vrienden die altijd al een winkel wilden openen maar niet wisten hoe. Tot ze op een avond in een pub Justin Oh en Anthony Gibson ontmoetten, jonge ontwerpers, net van school. Van het een kwam het ander en een maand later bracht het tweetal de kleren van het andere duo aan de man. En zo zijn ze blijven komen, de prille talenten, nog voor de moderedacties aller landen in Londen neerstreken om de Britse hype van naderbij te bekijken. Maar Koh Samui houdt het hoofd koel, zo vertelt Paul Sexton. “We willen gewoon mooie kleren blijven vinden en verkopen, want dat is de essentie, niet het feit dat ze door Engelsen gemaakt zijn. Ik ben trouwens op zoek naar nog onbekende Belgische designers. Wie zich daartoe rekent, mag altijd bellen.”

Koh Samui, 65 Monmouth Street, London WC 2, Tel. (00-44) 171.240.42.80.

Egg, kleren en herbronning

Het concept achter Egg staat zo haaks op het flitsende imago van de Britse hoofdstad, dat het vanzelf het trendy volkje aantrekt. Het idee is: terug naar de essentie, geen poeha, geen nodeloze inkleding of vermomming. Het resultaat is een universum dat je als tijdloos kan bestempelen, of sceptisch bekeken, als buiten de tijd. Centraal bij Egg staan de kleren, voor mannen maar vooral voor vrouwen, ontworpen of bijeengezocht door Maureen Doherty, een ex-medewerker van Issey Miyake en haar partner Asha Serabhy: op de kapstok vrij vormloze jurken, jassen en truien, gebaseerd op basisvormen (cirkels, vierkanten, driehoeken), uitgevoerd in ruwe, zelfgekleurde stoffen zoals linnen, vlas of gekreukt katoen. Letterlijk etnisch: het merendeel wordt al dan niet met de hand gefabriceerd door coöperatieven in derdewereldlanden. Die ingezette weg wordt tot het einde uitgelopen: Egg verkoopt ook aarden potten en pannen, ongepolijste brokken zeep zijn tot halssnoer verwerkt, en artisanale zilveren lepels liggen op een lage tafel tussen opgerolde of platgestreken kledingstukken. Op de tweede verdieping brandt een haardvuur en is er keramiek te zien van Philip Eglin. Dat de ruimte waar Egg is gehuisvest vroeger dienst deed als melkerij, wordt nergens verdoezeld, integendeel. De tegeltjes tegen de muur, de houten balken in het plafond, de kasseien op de begane grond, alles is intact gehouden. Je moet ervan houden: het blijft tijdens een bezoek aan Egg uiterst moeilijk niet aan rijstkoeken, auragidsen en Japanse gong-therapieën te denken. Een vooroordeel, want Katy Peters, de manager, ziet eruit alsof ze elke halfbakken new-agefilosofie honend weglacht. Ze vindt het aanbod in de winkel gewoon mooi en vooral gebruiksvriendelijk en eerlijk; alles wat een mens nodig heeft, zo zegt ze, niets minder en zeker niets meer. De shop opende begin ’94, en heeft al meerdere malen model gestaan voor gelijksoortige projecten her in der in de wereld. Toch blijft Egg bovenaan de lijst staan van oprechte liefhebbers en mondaine figuren die na een overdaad van klatergoud zichzelf willen terugvinden. Al shoppend, naturellement.

Egg, 36 Kinnerton Street, London SW 8, Tel. (00-44) 171.235.93.15.

Joyce, voor internationale trendsetters

Het gaat niet zo goed met Joyce volgens de economische berichten. “De crisis heeft Azië sterk geraakt. En mode, luxeproduct bij uitstek, lijdt daar het meest onder”, zegt Adrienne Ma, dochter van Joyce Elena Ma, stichtster van de gelijknamige boetieks. Maar in dezelfde adem voegt ze eraan toe dat ze niet bang is. “Het woord inzinking is relatief. We hebben het erg lang extreem goed gedaan en zeer veel geld verdiend. Nu moeten we een periode door van stroomlijning en terugschakeling, een aanpassing aan de realiteit.” Er zijn Joyce-boetieks in Hongkong, Taipei, Bangkok en Seoul. Verder is de keten in Azië (mede)eigenaar van zo’n zestig mode- en lifestylewinkels ( Armani, DKNY, Boss, Versace, Prada, Gucci…), en van een aantal cafés en restaurants. Samen goed voor de verdeling van meer dan tweehonderd designers.

In het Absolutely Fabulous-circuit is Joyce Ma de godin van luxe en mode. Haar boetieks zijn bedevaartsoorden voor fashionista’s. Plaatsen waar de griezelig goede smaak wordt gepropageerd, waar je wordt geconfronteerd met alles wat hip, cool en in is. Je moet al erg sterk in je Manolo Blahnik-schoenen staan om niet een beetje onder de indruk te zijn. Je moet wel erg blasé zijn om niets naar je zin te vinden. En je beschikt best over een mooie bankrekening indien je iets wil kopen. Opsommen wie er allemaal hangt, is onbegonnen werk. Het gaat van bekende helden als Galliano en Gaultier en klassiekers als Jil Sander en Helmut Lang tot minder gekende namen als Jill Stuart, Jussara Lee en Anna Huling en fenomenen als Daryl K, Voyage en de Von Furstenbergwrap dress. “We bestaan nu 27 jaar en in die tijd hebben we een pioniersreputatie opgebouwd”, aldus Adrienne. “Trends analyseren, talent opsporen, het koesteren en laten groeien is waar we goed in zijn, en het is wat de consument van ons verlangt. Zelfs de meest ervaren en wereldwijze shoppers – en zo zijn er veel in Azië – vertrouwen op ons om hen hét laatste merk voor te stellen.” Sommige winkels hebben een home-afdeling, met het soort etnische kussens, modernistisch aardewerk en smaakvol handgeblazen glas waarmee de beautiful people hun huizen inrichten. “Twaalf jaar geleden hebben we een homestore geopend, die niet liep zoals verwacht en die we uiteindelijk hebben moeten opdoeken”, bekent Adrienne. “Een mislukking, maar een bevestiging van mijn moeders neus voor trends. We waren er gewoon veel te vroeg mee. Nu draait het interieurdepartement in onze winkels op volle toeren.” De groeisector van de toekomst is de beauty-afdeling, voorspelt Adrienne. Joyce heeft exclusieve samenwerkingscontracten met vijftien merken genre Nars, Bobbi Brown, Face Stockholm, Laura Mercier, Mac en Jurlique, en wil dat aspect nog uitbouwen. “Net zoals we op modegebied appeleren aan een erg veeleisende en gesofisticeerde klant, moeten we dat wat verzorging en make-up betreft ook doen. Beauty wordt voor de jaren negentig wat fashion was voor de jaren tachtig.”

Joyce, One Place, 540 Ploenchit Road, Bangkok – Shurim Building, Sinsa-Dong Kangam-Gu, Seoul – 5/F Taipei Metro Mall, 203 Tun Hwa South Road, Taipei – The Galleria, 9 Queen’s Road Central, Hongkong – 334 Pacific Place, Hongkong – 23 Nathan Road, Hongkong.

foto 1

Peter De Potter en Lene Kemps

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content