Voor veel modeontwerpers begint een nieuw silhouet bij de schoenen: die bepalen hoe je loopt en dus ook hoe je kleren om je lichaam bewegen. En als je Valerie Steele mag geloven, auteur van “Shoes, a Lexicon of Style”, zijn je schoenen bijna net zo bepalend voor je persoonlijkheid als je DNA.

Een donderdag in februari, ik kijk samen met een vriendin naar een aflevering van De geknipte gast. Als Phaedra Hoste op de kappersstoel plaatsneemt, gaat Vera rechtop zitten: “Daar ben ik nu jaloers op, zie.” Eerst begrijp ik niet wat ze bedoelt. Phaedra is natuurlijk een bloedmooi mens, vooral als ze niet redeloos gaat zitten kwekken zoals in de bewuste uitzending. Maar een rolmodel kun je haar bezwaarlijk noemen, toch niet voor een aardig geconserveerde veertig-plusser met een hogere opleiding. “Neenee, niet Phaedra, haar schoenen”, preciseert Vera. Ik kijk en ik zie een paar reepjes leer ter breedte van een sliert tagliatelle boven een hak met de allures van een papiersnijder. De wufte pronksandaaltjes van een luxeharemvrouw, een triomf van constructie boven comfort. “Zulke schoenen heb ik altijd al willen dragen,” zucht Vera somber, “maar met mijn afzichtelijke koboldpoten moet ik daar niet aan beginnen.” Als het Vera een troost mag zijn: zelfs een topmodel als Claudia Schiffer heeft een hekel aan haar voeten, voor haar laatste Citroën-reclame eiste ze zelfs een stand-in voor haar onderdanen. En Roger Vivier, de eerbiedwaardige maître-chausseur – die onder andere de kroningsschoenen van Elizabeth II en van Farah Diba ontwierp -, beweerde dat de voeten van wijlen de hertogin van Windsor hem aan knoestige bewaaraardappelen deden denken.

Mooie voeten of niet, in veel vrouwen schuilt blijkbaar een Imelda Marcos. Styliste Annick Vandecapelle vermoedt dat haar garderobe een zestigtal paar schoenen telt. “Waarom ik er zoveel koop? In de eerste plaats omdat ik in schoenen veel gemakkelijker mijn maat vind dan in kleren. En ook omdat ik van mooie voorwerpen hou. Ik koop weleens schoenen bij een antiquair en die komen dan op de schoorsteenmantel terecht, als decoratie. Zo heb ik een heel mooi paar in gele satijn met strass. Ettelijke keren al kwam ik in de verleiding om ze aan te trekken voor een feestje, maar dan zouden ze gegarandeerd geruïneerd zijn, en daarvoor ben ik er te zeer aan gehecht.”

Een schoen is een schoen, zou je zeggen, je kunt zo’n ding moeilijk heruitvinden. Maar dat is nu precies wat ontwerpers elk seizoen opnieuw doen. Zeg nu eens eerlijk: wat herinnert u zich van de modetendensen van de afgelopen vijf jaar? Het silhouet? De variërende roklengtes? Ik in elk geval niet. Maar ik herinner me wel de opkomst van de soldatenkistjes van Doc Martens, de Wannabees in grijs reptielleer van Patrick Cox en de opwaardering van fluo-sportsneakers tot blitse streetwear. Schoenen die perfect pasten in de tijdgeest waarin de unisex cK One-rage haar opgang kende. Een paar jaar geleden waren Birckenstocks alleen van boekhouders met probleemvoeten de favoriete vrijetijdsdracht, nu zijn de zogenaamde Jezusracers een ode aan Timothy Leary en z’n psychedelische paddestoelen uit de jaren ’70. Ook de plateauzolen kenden een revival, en vorige zomer werden we ineens verondersteld op stiletto’s rond te wankelen, met hakken als giftige wespenangels.

Oorspronkelijk kwamen de toonaangevende schoenen uit gevestigde huizen met klinkende namen als Ferragamo, Delman en Robert Clergerie. In de jaren ’80 kwam daar een paar exclusieve merken bij: Maud Frizon, Walter Steiger, Stephane Kélian. Begin jaren ’90 bestormden weer nieuwe talenten het modefirmament: Christian Louboutin, Patrick Cox en Jimmy Choo. Maar de spectaculairste opgang was toch die van Manolo Blahnik. In ’73 opende de Canariër van La Palma een cultboetiek in Chelsea, nu staat zijn naam voor een intergallactische obsessie, gedeeld door mode-iconen als Madonna, Naomi Campbell, Kate Moss, Jerry Hall, Ivana Trump en Nicole Kidman.

Een relatief recente trend zijn de eigen schoenenlijnen van grote modehuizen. Chanel opende in de Parijse rue Royale een onafhankelijke schoenenboetiek, binnenkort komt er een tweede in New York. In de Christian Dior-winkels werden speciale schoenenboudoirs gecreëerd, en zelfs het eertijds bezadigde Hermès – dat nooit veel aandacht aan schoeisel besteedde – nam een speciale ontwerper in dienst, waarna de schoenenomzet in enkele jaren verdrievoudigde. Tot de meest begeerde schoenen van de laatste jaren behoren de patentleren rode pumps met een zilveren paardenbit-ornament van Gucci, en de ietwat tuttige Sabrinaslingbacks van Prada, niet echt een koopje voor 495 dollar het paar. Naar verluidt belde een wel zeer verstokte fan achtereenvolgens de Prada-winkels in Los Angeles, Chicago, Dallas, Toronto en Parijs, en vond ze haar droomschoenen uiteindelijk in Milaan, maar dan wel in bruin in plaats van zwart.

De boodschap is duidelijk: schoenen zijn hét mode-item van deze tijd, en vrouwen hebben steeds meer de neiging om hun garderobe aan te passen aan hun lievelingsschoenen van het moment. Vandaar dat geen enkele nieuwe modecollectie tegenwoordig compleet is zonder hét paar superschoenen dat zijn weg vindt van de catwalk naar de reistas van de modellen, en vandaar naar mode- en glamourpagina’s en de voeten van onverzadigbare modeverslaafden. En wie de slingbacks heeft, wil natuurlijk ook de bijpassende rok en het topje en de jas…

Schoenen als statussymbool, het is geen nieuw gegeven. In de 16de eeuw was de lengte van de schoenpunten een indicatie voor de rijkdom van de drager, en in het 17de-eeuwse Venetië bewogen dames van stand zich voort op chopines of steltschoenen, die hen tot 75 centimeter boven de aardbodem verhieven. Dat ze daarbij twee bedienden ter ondersteuning nodig hadden, was nog lang geen reden om over te stappen op meer praktisch schoeisel.

Stevige stappers met veters en platte hakken waren wel de rigueur in de 19de eeuw, en pas toen in de jaren ’20 de rokken de hoogte ingingen, werden schoenen echte blikvangers. Tegenwoordig zou je kunnen stellen dat de klassenstrijd voornamelijk ter hoogte van de schoenen uitgevochten wordt. Veel zogenaamd chiquere discotheken eisen niet zozeer formele kleding, maar dragers van sportschoenen zien zich de toegang soms botweg geweigerd, ook al hebben ze dure Nikes aan hun voeten. Als in The Silence of the Lambs de geniale psychopaat Hannibal Lecter met FBI-rekrute Clarice Starling kennismaakt, is het eerste wat hij opmerkt dat ze een mooie tas heeft maar goedkope schoenen. Zijn conclusie is snel getrokken: Clarice is een plattelandsmeisje dat naar raffinement streeft, maar de grondregels nog niet beheerst. De generatiekloof situeert zich dan weer eerder ter hoogte van de zool. Onder prille zestienjarige meisjesbenen mogen de huidige amfibievoertuigen op rupsbanden nog een grappig gezicht zijn, bij een veertigjarige staan ze vooral lomp en zielig.

Op welke schoenen walsen we dit jaar de zomer in? Als het aan Ferragamo ligt: op zilverkleurige geborduurde muiltjes met een doorzichtige hak. Het huis scoorde de product placement-stunt van het decennium door het ontwerpen van Assepoesters glazen muiltjes voor Ever After, de nieuwe verfilming van het klassieke sprookje met Drew Barrymore als een frisse, geëmancipeerde Cinderella. En omdat ze bij Ferragamo natuurlijk niet op hun hoofd gevallen zijn, brengt het merk een replica van het oorspronkelijke model op de markt, maar dan met een plexiglazen in plaats van een zuiver kristallen hak. The Princess heet het kleinood, hopelijk omdat je je zo voelt als je de muiltjes aantrekt. Dat mag namelijk wel, voor omgerekend 70.000 frank het paar. Gelukkig is er ook een (iets) meer democratische uitvoering beschikbaar, waarvoor je slechts 8400 frank hoeft neer te tellen.

Vrouwen en hun passie voor schoenen, het is een oud verhaal. Van het Assepoester-sprookje alleen al schijnen er meer dan vijfhonderd verschillende versies te bestaan. De oudste zou teruggaan tot het Egypte van de 7de eeuw voor Christus. Schoenen waren toen een eerder schaars item, zeker voor het gewone volk, maar Rhodopsis, slavin van de beroemde fabeldichter Aesopus, had een paar fijne sandalen. Laat één daarvan nu gestolen worden door een kleptomane adelaar, die ermee naar het 500 kilometer verder gelegen Memphis vloog, waar hij het ding voor de voeten van farao Psammetichos I dropte. Die raakte zo geobsedeerd door zijn fantasieën over de draagster van het delicate schoeisel, dat hij zijn wachters de opdracht gaf haar overal te zoeken. Honderden meisjes schoven de sandaal aan hun voet, maar alleen bij Rhodopsis paste de schoen als een handschoen.

De geschiedenis wil dat Psammetichos haar vervolgens tot koningin kroonde en voor haar zelfs de derde piramide van Cheops liet bouwen. Zou de farao even enthousiast geweest zijn als Rhodopsis op een forse maat veertig had rondgestruind? De kans lijkt gering, want van oudsher is het ideaalbeeld van de vrouwelijke voet klein en fijn. Terwijl sommige vrouwen mysterieus doen over leeftijd en gewicht, doen andere dat over hun schoenmaat. Veel filmdiva’s van weleer hadden belachelijke poppenvoetjes. Mary Pickford, Jean Harlow, Gloria Swanson en Marlene Dietrich gingen prat op hun maatje 34 of 35. Ook op dit gebied was Greta Garbo een buitenbeentje: haar genereuze maat 40 was in de jaren ’30 voer voor de roddelpers.

Maar laten we het nog even over Assepoester en haar muiltjes hebben. De meest bekende versie van het sprookje is die van de Fransman Charles Perrault uit 1697. Een latere vertaler van diens werk maakte een curieuze vergissing, die een heel eigen leven ging leiden. Perrault had het over een pantoufle en vair (een slipper van bont), maar de slordige vertaler begreep dat als een pantoufle de verre. Het beroemde glazen muiltje is dus domweg per abuis ontstaan, en meteen ging ook de symbolische betekenis van de oerversie verloren. Want het schuiven van een voet in een perfect passende schoen van bont heeft natuurlijk een sterk erotische connotatie. Wat Assepoester de prins op deze manier voorspiegelt, is niets anders dan hemelse seks.

Als je sommige psychologen mag geloven, hebben voeten – en bij uitbreiding dus ook schoenen – trouwens alles met seks te maken. Volgens Freud is een voet niets anders dan een fallussubstituut. Als je het mij vraagt, had Sigmund fallussen op zijn netvlies, want zeg zelf: een penis met likdoorns of hamertenen, dat is toch geen gezicht. Zijn theorie gaf hoe dan ook aanleiding tot het hardnekkige fabeltje dat mannen met grote voeten ook anderzijds goed bedeeld zouden zijn (en vice versa), iets wat elke vrouw met enige levenservaring zal afdoen als je reinste flauwekul. Maar goed, laten we voor het gemak aannemen dat voeten uiterst gevoelige lichaamsonderdelen zijn, en voor veel mensen zelfs erogene zones.

Dr. Valerie Steele, hoofdcurator van het New Yorkse Fashion Museum, gaat nog verder. Maandenlang begroef ze zich in lieslaarzen, funky gympen, killer stiletto’s, Manolo’s, Vivienne Westwoods (de plateauschoenen die Naomi onderuithaalden) en Bitches in Heels, een tijdschrift dat ze waarschijnlijk niet in de wachtkamer van haar huisarts oppikte. Haar conclusie: of ze nu J.P.Tod-mocassins dragen of naaldhakken, door hun keuze van schoeisel zenden vrouwen een sterk seksueel signaal uit. Zelf is ze een onvoorwaardelijk liefhebster van de talons choc. “Zodra een vrouw die aantrekt, voelt ze zich een ander mens. Haar beenspieren zijn gespannen, haar onderbuik en borsten worden vooruitgestuwd, wat suggereert dat ze klaar is voor seks. De stiletto is de icoon van erotische vrouwelijkheid en een symbool van seksuele macht: professionele dominatrices dragen hoge hakken om boven hun klanten uit te torenen.” En dan hebben we het nog niet over laarzen gehad. “Ze suggereren alleen de vorm van het been en trekken de blik naar de genitaliën.” Allemaal goed en wel, maar al dat dichtgesnoerd leer en die hakken die je wreef in een onmogelijke bocht dwingen, zijn toch je reinste marteltuigen. Persoonlijk vind ik zere voeten een van de meest misselijkmakende sensaties, ik ga nog liever naar de tandarts voor een wortelkanaalbehandeling. Maar volgens Steele is een zekere vorm van masochisme veel vrouwen niet vreemd. “De druk en de wrijving die je ondervindt bij het dragen van frivool schoeisel kunnen een gevoel van opwinding geven. Een vrouw die een hele avond op naaldhakken loopt en op de duur van pure ellende niet meer weet hoe ze moet staan, kan door die sensatie de bevestiging krijgen dat ze aantrekkelijk is.”

Voor schoonheid moet je afzien, wist mijn grootmoeder al. En het mes snijdt aan twee kanten, want “de poëzie van de gemartelde voet” zou bij sommige mannen alle stoppen doen doorslaan. Om hun meesters te behagen, strompelden Chinese vrouwen eeuwenlang op strak ingezwachtelde stompjes als verminkte kinderknuistjes. En ook een vrouw op naaldhakken rent niet zo snel weg…

Als je het mij vraagt, zijn schoenen een van die thema’s die duidelijk illustreren dat la petite difference in werkelijkheid een Grand Canyon is. Want wat bedoelt een vrouw als ze beweert dat ze een schoenenfetisjist is? Dat ze graag winkelt en van mooie objecten houdt. Maar een mannelijke schoenenfetisjist is weer een heel ander verhaal. Wat me doet denken aan een recente anekdote in The Independent on Sunday: een vrouw neemt na haar werk de bus en schopt onder de bank haar schoenen met hoge hakken uit. Als ze wil uitstappen, stelt ze tot haar verontwaardiging vast dat de man die achter haar zat, haar schoenen gepikt heeft. Een meevoelende politieman stelt haar gerust: “Dat soort kerels komt nooit ver. Ze gebruiken de schoenen het liefst als ze nog warm zijn.” Waarop de vrouw in kwestie opeens niet meer weet of ze haar eigendom per se terugwil… En nog iets: Playboy en aanverwante bladen staan vol foto’s van poedelnaakte meiden met hun schoenen aan. Maar ik ken geen enkele vrouw die een kick krijgt van een blote vent op bruine mocassins met een kwastje. Om over groene rubberlaarzen nog te zwijgen. Of ze moest van seks met heel veel humor houden, natuurlijk.

Valerie Steele, Shoes, a Lexicon of Style, Scriptum Editions, £ 25.

Linda Asselbergs / Tekening Stief Claessens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content