Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Marrakech is de natuurlijke omgeving van deze parfumeur, zijn inspiratiebron voor Féminité du Bois, Ambre Sultan, Rose de Nuit. De twee jongste geuren, Cuir Mauresque en Encens et Lavande, zijn meer dan ooit geboren uit de nostalgie naar een verdwenen beschaving.

Tessa Vermeiren / Foto’s Sven Everaert

Hij gaat altijd gekleed in zwart, wit en rood. Bij de maaltijd drinkt hij enkel Dom Pérignon, maar wel met ijsblokjes. Hij laat ons gemalen kummel snuiven aan tafel en zegt dat het hem doet denken aan een kruidige vrouw. Zijn huis in de palmentuin is verboden gebied, zelfs de taxichauffeur moet hem op een paar honderd meter van zijn voordeur afzetten, zo bang is hij zijn privacy prijs te geven. Maar met al zijn eigenaardigheden is Serge Lutens een beminnelijk mens die met passie spreekt over zijn vak, over de Arabische wereld, over zijn leven in een imaginair elegant verleden.

Is Marrakech erg veranderd sinds u er de eerste keer gekomen bent in 1968 ?

Serge Lutens : Vooral de maatschappij is in bijna dertig jaar veranderd. De komst van de televisie en de videotheken heeft in steden als Marrakech veel omgegooid. Maar wijzelf zijn ook niet meer dezelfde mensen als toen. Hier in Marokko zijn de mensen van de middeleeuwen in de moderne tijden beland, in 20 jaar tijd.

Heeft u heimwee naar het Marrakech van vroeger ?

Ik lééf met spijt en heimwee, zo ben ik nu eenmaal. Dat is mijn manier van kijken, ik zoek in het verleden wat ik subliem vind. Ik ben erg gehecht aan deze cultuur die van heel ver komt. De moderne tijden hebben niets veranderd aan mijn passie voor Marokko. Het Marokko dat ik wil bewaren, bouw ik weer op in mijn hart. De veranderingen op straat raken mij niet zo erg.

Tahar Ben Jelloun schreef over Marokko dat het één grote riad is, een Marokkaans huis met hoge muren die het leven op de binnenkoer afschermen van de buitenwereld.

Dat klopt. Hier in Marrakech wonen discreet veel beroemde mensen, niemand weet dat ze hier een huis hebben. Je kunt je hier compleet afschermen voor de buitenwereld.

Hoe komt het dat precies deze stad de thuishaven is geworden voor de noorderling uit Rijsel, die u toch bent ? U hebt hier van bij het begin intuïtief uw weg gevonden, letterlijk en figuurlijk.

In 1968 ben ik bij toeval in Marrakech beland. Ik was jong en voor het eerst had ik veel geld verdiend, ik had net mijn contract met Christian Dior getekend. Drie maanden heb ik in hotel La Mammounia gewoond en alles uitgegeven. Van hieruit heb ik het land verkend. Daarna ben ik steeds teruggekomen. In 1972 heb ik Marokko werkelijk grondig uitgekamd, ik heb het ontcijferd, ben diep in de cultuur gedoken. In 28 jaar tijd heb ik hier alles geleerd : mijn manier van leven, denken, kijken. Tien jaar al ben ik bezig met het restaureren van een riad in de medina. Daar woonde ik eerst met schilderijen en voorwerpen uit een vorig leven. Maar het klopte niet meer met mijn Marokkaans ritme. La Maison is nu een project op zich geworden. Om het oorspronkelijke geheel te reconstitueren, heb ik van 40 eigenaars 10 omliggende woningen moeten kopen, daar heb ik jaren over gedaan. Nu woon ik zelf in een bescheiden paviljoen in de palmeraie, midden in een tuin vol geuren, kleuren en vogels. Het is veel kleiner maar meer heb ik niet nodig, ik ontvang toch nooit thuis. Van de restauratie in de medina leer ik veel. Alle ambachten die hier nog leven, heb ik op die manier ontdekt : tegelkunst, hout- en metaalbewerking, het samenstellen van kleuren. Op die manier is de eeuwenoude Spaans-Moorse cultuur tot mij gekomen. Wat je hier eet, ziet, ruikt, hoort, vormt de erfenis van die immense beschaving die eeuwen geleden uit Europa verdreven werd door katholieke vorsten. Je krijgt een grote puzzel aangereikt, die zijn subtiliteiten prijsgeeft naarmate je de stukken in elkaar past. Het raffinement van die maatschappij leeft in Marokko nog steeds. De formules van de heksen en bezweerders zijn nog steeds dezelfde. De traditionele Andalusische muziek, waarvan geen partituren bestaan, heeft de eeuwen overleefd, doorgegeven van vader op zoon. Spijtig genoeg verdwijnen de verhalenvertellers op de Djemaa el Fna, maar ook die traditie komt uit dat Moorse Spanje van de middeleeuwen.

Wordt de cultuurschat van dit land in Europa niet fel onderschat ?

Door onwetendheid, ja. Maar de verfijning hier is zo groot en zo oud : de gastvrijheid, de vrijgevigheid, de elegantie. Wij gaan aan tafel om te eten, hier wordt de tafel naar de gasten gebracht en als ze klaar zijn met de maaltijd, wordt ze weer weggenomen. Wat is er eleganter ?

Geuren hebben in de Arabische wereld altijd een grote rol in het leven gespeeld. Het bruidsbed, het gebed, de begrafenis, alles wordt begeleid door geuren. Wij zijn op dat gebied lang barbaren gebleven.

Parfum is verbonden met genot, met sensualiteit. Dat waren in het westen heel lang verboden gebieden. De inquisitie, de puriteinen, dat was allemaal nogal streng en angstaanjagend. De moslimbeschaving was veel toleranter en veel meer gericht op het genot : parfums, kleding, eten. Je moet je inbeelden wat een revolutie de Moren veroorzaakten in het sombere, besloten, bedompte middeleeuwse Spanje. Granada met zijn schitterende tuinen, zijn verfijnde huizen was niets anders dan de erfenis van de Grieks-Romeinse beschaving. Het Arabische huis is het enige levende overblijfsel van die verre tijden. De Arabieren zijn de uitvinders van het parfum, zij hebben de cultuur van de geur uitgebouwd. Parfum stroomt als bloed door hun aderen.

Wij kopen meer parfum dan ooit tevoren, maar betekent dat een meer geciviliseerd gebruik of een grotere banalisering ?

Ik geloof dat de twee naast elkaar bestaan. De banalisering zal nog groter worden. Elke keer denk ik : nu kunnen ze toch echt niet meer verder gaan. Het wordt een heel incestueus gebeuren. Generaties en generaties copieurs, wat geeft dat aan het eind ? Na tien generaties incest krijg je bultenaars, dat is heel bekend. Maar er zijn ook mensen die aan de tegenpool van die excessen staan. De overvloed aan parfums die enkel nog marketingproducten zijn, heeft het verlangen naar échte geuren doen groeien. Er zijn mannen en vrouwen op zoek naar verfijning, cultuur, geheugen, herinneringen, smaak, schoonheid, ook in onze wereld. Dat is de reactie op de overdaad. Dat zie ik in Les Salons du Palais Royal.

Wat voor type mens is het die de moeite doet om naar Les Salons du Palais Royal te gaan en zich te laten betoveren door uw opvattingen over parfum ?

Bij de jongeren zijn het vooral nieuwsgierigen. Er zijn dames en heren met een aanleg voor elegantie, die geregeld terugkomen. Er zijn oudere mensen, op zoek naar geuren uit hun jeugd. Veel bekende mensen die overal op uitgekeken zijn, en op zoek gaan naar een geur die niet iedereen heeft. Ze zijn in ieder geval verfijnd, beschaafd en geven graag geld uit voor iets uitzonderlijks. Reclame irriteert hen. Zij hebben zo’n sterke persoonlijkheid dat ze niet op zoek zijn naar parfum dat hun een stereotiep karakter opplakt. In de 18de eeuw zou men hen les honnêtes gens genoemd hebben.

Het concept van uw parfums is zeer diep geworteld in de Arabische cultuur. U maakt gewaagde combinaties : de ?Encens et Lavande? die sinds kort in ?Les Salons du Palais Royal? te koop is, is op zijn zachtst uitgedrukt ongewoon.

Het is een heel luxueus concept. Er zijn geen geheimen in de parfumerie. Het geheim is de prijs van de grondstof. Ik speel met vuur, en dat weet ik. Ik ga ver. Ik heb de mooiste, de duurste, de meest precieuze grondstoffen tot mijn beschikking. De basis van Encens et Lavande is de wierook van de Boswelliastruik, die geoogst wordt op het Arabische schiereiland. Wierook alleen was te zwaar. Toen heb ik intuïtief gezegd : laat ons lavendel toevoegen. Dat vond iedereen vreemd. Ik ben heel koppig en ik heb met drie verschillende formules gewerkt. De lavendel maakte de wierook droger en eleganter. Het is een heel puur parfum. Wierook en lavendel kwamen al voor in de verhalen van duizend-en-één-nacht. Lavendel vindt niet haar oorsprong in Frankrijk of in Italië, de oorsprong ligt in het oosten. Alles wat wij kennen aan essentiële oliën komt uit de wieg van het parfum, de Arabische wereld.

Op industrieel niveau zou wat wij in Les Salons du Palais Royal doen, onmogelijk zijn. Zomaar wat met geuren goochelen, interesseert mij niet. Ik heb de Arabische parfumroute gekozen en daarop heb ik mijn eigen spoor uitgezet. In Fez is er een koranschool, de Mederza El Hatarin, dat was de koranschool van de parfumhandelaars. Daar leerde men al in de 13de-14de eeuw de parfumeurskunst naast de koran.

Put u uit die bronnen ?

Mijn inspiratie komt van alles wat ik op mijn weg ontmoet. De erkenning komt uit geuren die mijn pad kruisen : de ceder van de Atlas, amber, kruiden die ik hier ruik. Maar ook uit abstracte beschrijvingen. Cuir Mauresque is in mijn verbeelding gegroeid na het lezen van oude teksten over leder. De eerste geurrecepten die de Europese kruisvaarders uit het oosten meebrachten, waren bestemd om lederen handschoenen te parfumeren. Voor de Moren waren handschoenen in die tijd al elegante attributen, bij ons werden ze aangetrokken voor het ruwe werk.

Parfum kan groeien uit poëzie, uit literatuur. Charles Baudelaire en Marcel Proust waren grote parfumeurs. De manier waarop zij geuren beschrijven is zo beeldend, dat je ze ruikt terwijl je leest.

Mijn fascinatie voor mirre en wierook komt uit de tijd dat ik misdienaar was, ook uit de verhalen over de koningen uit het oosten met hun gaven voor het kerstekind. De Arabische wereld is één grote droom voor mij : 1001 Nacht, Sjeherazade die danst voor de sultan. Pure magie. Men vraagt mij altijd hoe ik mij als noorderling zo heb kunnen verliezen in die Arabische droom. Maar ze vergeten dat wij noorderlingen zeer warmbloedige mensen zijn. Misschien herkennen wij ons wel volkomen in deze wereld vol mysteries.

U probeert mythes weer tot leven te wekken.

Het is voor mij fascinerend om het leven in het Alhambra gedurende de laatste honderd jaar van het Spaans-Moorse rijk te proberen op te roepen. Het is moeilijk een tijdperk te vinden waarin meer raffinement, meer luxe en meer schoonheid te beleven viel. We hebben stappen vooruitgezet, maar we hebben ook zoveel verloren. Ik ben een verstokte romanticus, beslist geen futurist.

Mensen die zich ?créateurs? noemen, draagt u niet in het hart. U vindt het zelfs een beetje een belachelijk epiteton…

Beslist. Het is pretentieus modern woord. Eerst spraken we over couturiers, over stylisten, modelleurs. Créateur ! Wat een hooghartig woord… In mijn kindertijd, was alleen God dé schepper. Het is belangrijk de juiste woorden te gebruiken. In onze tijd moet je al erg ambitieus zijn om iets te willen creëren. Je kan iets uitvinden, iets uitwerken, iets maken, maar creëren ? Onmogelijk. In een eeuw zijn er maar weinig echte kunstenaars. De vermenigvuldiging van de middelen kan daar niets aan veranderen. Niet omdat er tien miljoen camera’s verkocht worden, zullen er meer uitzonderlijke fotografen zijn. Twee of drie per generatie, dat is al heel wat. Talent is een ongelukje. Je kan het niet doorgeven, niet krijgen, het overkomt je. Als je het hebt, moet je het ondergaan. Proust is gestorven, opgevreten door zijn lot, omdat hij niet anders kon dan schrijven. Zijn talent heeft hem leeggezogen.

U bent al tijdens uw werk voor Dior opzij gaan staan van de Parijse stromingen. U leeft hier bijna als een kluizenaar.

Het is inherent aan mijn persoonlijkheid. Als jongetje was ik al een eenzaat. Ik hou van mensen, ik ben beslist geen mensenhater, maar ik heb altijd de neiging gehad om mij af te zonderen. Ik inviteer nooit meer dan vier mensen tegelijk. Dan kun je praten met elkaar, dan verrijk je elkaar. Op feesten met veel volk gaat alles op in rook, er is geen plezier meer aan.

Indien Shiseido niet uw pad gekruist had, hoe was uw leven dan geëvolueerd ?

Shiseido stond, net als Dior waar ik 13 jaar gewerkt heb, in mijn levenslijn geschreven. Alles is met elkaar verbonden, die 30 jaar alles bij elkaar lopen gelijk met mijn leven hier in Marokko. Toen ik als jongen van 18, recht uit mijn provinciestad Rijsel, mijn tekeningen ging tonen bij Vogue in Parijs, heb ik onmiddellijk voor het kerstnummer gewerkt. Alsof het zo moest zijn. Een sprookje voor een jongen als ik. Door Vogue kwam ik in contact met Dior, die een make-uplijn wou opstarten. Voor hen heb ik een kleurensysteem uitgewerkt, een beeldtaal die niet bestond.

U bent bij de overstap naar Shiseido trouw gebleven aan uw beeldtaal. Zij hebben zich aan uw systeem aangepast en niet omgekeerd.

Ik ben een kunstenaar. De wereld van mode en beauty is oppervlakkig, maar ik doe geen concessies.

Ondanks uw jarenlange samenwerking met een Japans bedrijf blijkt u niet gek te zijn op Tokio.

Ik ga niet vaak naar Tokio. In mijn Diortijd, begin jaren zeventig, ben ik er dikwijls geweest. Ook daar heb ik de maatschappij zien veranderen en ook daar blijf ik gehecht aan het puur Japanse beeld dat ik van de stad heb. Ik heb niet veel zin meer om te reizen. Zo’n zes maanden per jaar ben ik in Marokko, omdat ik hier een huis heb. Naar Tokio ga ik enkel voor belangrijke vergaderingen. In Parijs maak ik de foto’s voor Shiseido. In Saint-Jean Cap Ferrat of Evian ontwikkelen we de nieuwe make-upkleuren, acht dagen werken bij perfect licht. Naar New York ga ik geregeld om in een korte tijd en op een intense manier de creativiteit en de energie van die stad in mij op te zuigen. De boulimie en de nieuwsgierigheid van die toren van Babel fascineren me. Maar ik heb een viscerale hekel aan reizen. Niets is erger voor mij dan pakken, dingen van plaats veranderen. Mijn plezier ligt in heel andere zaken. Schrijven, tekenen, parfums maken, dat kan ik hier in Marrakech. Dan ben ik gelukkig.

Ook in de make-uplijn van Shiseido bent u zeer eigenzinnig. Anderen volgen u vaak pas jaren later. U hebt lak aan klassieke regels.

Ik ben van nature tegendraads. Men volgt mij inderdaad twee tot vijf jaar later. Toen ik mijn teint blanc uitbracht, weigerden sommige parfumeries om de publicitaire pancarten in ontvangst te nemen. Men schreeuwde van de daken dat ik gek was… En nu heb ik overal volgelingen. Ik heb nooit een mode willen creëren, niets staat verder van mij af dan mode. Ik maak beelden. Wat men ermee doet, gaat mij niet meer aan.

Men krijgt de indruk dat u helemaal niet geïnteresseerd bent in de vrouwen die de Shiseido-producten kopen.

Schoonheidsproducten worden vaak om de verkeerde redenen gekocht. Als je een naamloze fles bent, ga je op zoek naar een etiket. Een beetje zoals je vroeger als kind het kostuum van de fee of de cowboy kocht, zo kiezen veel vrouwen nu schoonheidsproducten. Dat soort dames heeft die producten nodig om hun twijfelachtige identiteit te bevestigen. De frustratie is onvermijdelijk, alles wordt in de schuif gekeild omdat de verwachtingen niet worden ingelost. De schuiven zitten vol met vrouwenillusies. Hoe kun je nu optornen tegen een schitterend fotomodel, gekapt, opgemaakt en gefotografeerd door de besten van de wereld ? Hetzelfde gebeurt met parfums. Vroeger hadden vrouwen één of hooguit twee, drie parfums. Nu veranderen mensen van parfum zoals van hemd.

In Les Salons du Palais Royal van Shiseido, Galerie de Valois 142, 75001 Paris, tel. (00-33) 1-49.27.09.09 vindt u alle parfums van Serge Lutens die alleen op kleine schaal geproduceerd worden. Vraag telefonisch het paarse mapje aan waarin u een overzicht krijgt, vergezeld van onder celofaan verpakte “mouillettes” met de beschikbare geuren. Op basis daarvan kunt u schriftelijk bestellen. Alles wordt door de post thuis besteld, luxueus verpakt. Flacons kunnen ook met een monogram gegraveerd worden.

Marrakech : een amalgaam van kleuren en geuren. Kilims wedijveren met zelliges, de tegels die eeuwen geleden al in Granada gemaakt werden. In de medina, de oude stad, word je bedwelmd door parfums in de kruidensouk : kummel, kardamon, gedroogde rozenknoppen en mos. Ceder van de Atlas, sandelhout, oranjebloesem, leer. Die atmosfeer wist Serge Lutens te vangen in de flacons van Shiseido.

Féminité du Bois in zijn natuurlijke omgeving, de geuren van de markt naast de weelde van La Mamounia : friezen in kalligrafie, zware juwelen en marquetterie van been en edel hout.

De rode aarde van de stadsmuren van het oude Marrakech, de vrolijke kleuren van schotels, darbouka’s en tajines en de gedempte tinten van door de woestijnzon gedroogde kruiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content