Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Trendspotter en globetrotter. Geverfde baskets en verweerde Amish-meubels. Ontwerper Serge Bensimon brengt het juiste produkt op het juiste moment. De tijdsgeest-opsnuiver par excellence viert zijn tiende verjaardag.

LENE KEMPS

Serge Bensimon groeide net als Yves Saint Laurent op in Algerije, in Oran. Hij koestert een warme nostalgie naar die kleurrijke jaren vijftig, naar “een leven dat eenvoudig en gezond was, een jeugd vol schoonheid en onschuld, zonder geweld en drugs en de problemen die er vandaag heersen. ” Hij heeft ondanks zijn imposante verschijning trouwens iets van een eeuwige adolescent, met zijn zachte stem, weemoedige blik en entoesiaste bewegingen. Zijn heimwee naar ongekompliceerde en onbezoedelde tijden schemert door in zijn mode, in zijn verlangen naar autentieke en eerlijke kleding. “In de mode zoekt men wat men in het echte leven niet vindt, ” zegt hij. “De wereld is hard en niet altijd aangenaam. Ik probeer een universum te creĆ«ren dat juist is, vol tijdloze, eenvoudige en echte dingen. “

Autentiek en eerlijk zijn vermoeide begrippen in de mode. Ze worden gebruikt om allerlei produkten te verkopen, gaande van avocadozeep tot diepgevroren hutsepot. Bij Bensimon vormen de twee termen de leidraad in de ontwikkeling van de firma ; de richtingwijzers die drie generaties van legerstock naar lifestyle-winkel brachten. Grootvader en vader Bensimon hadden een Army Surplus en handelden in militaire uniformen en werkkleding. Eind de jaren zeventig komt Serge op het idee om die kleren te verven, te verwerken en te vermaken. Zijn stuks worden cult-basics. Parijs loopt storm voor de jodhpur, saharienne, chino-broek en bermuda. In de jaren tachtig lanceert Serge zijn eigen kollekties, die nog steeds naar hun militaire en funktionele roots verwijzen. Hij start eerst Bensimon, het label van de klassiekers, daarna het meer trendgevoelige Autour du Monde ; kollekties voor mannen, vrouwen en kinderen.

Bensimon reist veel en overgiet zijn produkten met een kosmopolitisch sausje. Van zijn trips brengt hij Amish-meubels of Shaker-dozen mee, dingen die hij wil delen met zijn klanten. Linnen lakens, natuurlijke zepen en shampoos, kruidenmengelingen… De wereld van Bensimon is groot geworden. “Nee, ik wil niet de volgende Ralph Lauren worden en een komplete achtergrond creĆ«ren met mijn naam erop, ” zegt hij. “Noch de volgende Cardin met duizend licenties. Als ik een produkt introduceer, is het vanuit een werkelijke behoefte. Ik maak zeep omdat ik in de winkels geen mooie zeep vind. Niet omdat ik mijn naam op het doosje wil zien staan. “

U viert uw tiende verjaardag, terwijl u de derde generatie Bensimon bent. Waar komt die tien vandaan ?

Serge Bensimon : Tien jaar geleden hebben we het gedeelte Army Surplus afgesloten en hebben we onze eigen kollektie gelanceerd, weliswaar gebaseerd op de legerstijl, maar volledig door ons getekend. Ons uitgangspunt was : we maken een kollektie tijdloze en eenvoudige basics. Het was de eerste keer dat een Frans merk een seizoenloze kollektie uitbracht. We brachten bermuda’s in de winter en dikke jassen in de zomer, omdat we zagen dat het levenspatroon volledig veranderd was. Mensen reizen en willen een anorak in juli of een short in december. Bij ons konden ze die altijd vinden.

Iedereen brengt nu tijdloze basics. Voelt u de adem van de konkurrentie ?

Bensimon : Die konkurrentie is er altijd geweest. Je moet ze gewoon een stap voor blijven. Ik luister naar de markt en pas me aan. De laatste jaren zijn we veel prijsbewuster geworden en leggen we de nadruk op een goede coupe omdat de klanten dat vragen. Wat mensen vandaag willen, zijn makkelijke, mooie kleren. Goede kwaliteit voor een redelijke prijs.

Maar wat is goede kwaliteit ?

Bensimon : Het begint al bij de stoffen. Wij werken met een degelijke gabardine, stevig linnen of goed katoen uit Italiƫ of Egypte. Niet met minderwaardige weefsels. Tachtig procent van onze kleding wordt in West-Europa geproduceerd. Het kost meer, maar de afwerking is beter. De klant merkt zulke dingen misschien niet bewust op, maar hij ondervindt het wanneer hij de kleren draagt. Een eenvoudig wit hemd van Bensimon kan je doorgeven aan je kinderen zoals wij de hemden en overjassen van onze grootvaders van de zolder haalden. Ik wil kleren maken die de tijd kunnen trotseren, er wordt al te veel wegwerp gemaakt.

Welke Bensimon-stukken zijn uw grote klassiekers ?

Bensimon : Een gilet, saharienne of rijbroek. Een caban of T-shirt met drie knoopjes. Een kabeltrui. Het waren de kleren die mijn grootvader al verkocht en ik maak ze nog steeds. Mensen zullen ze altijd willen dragen.

Droeg u ze vroeger ook ?

Bensimon : Natuurlijk. Maar niet omdat ik een trendsetter was en zoveel belangstelling had voor mode. Veeleer uit verlegenheid. Ik was te timide om te gaan winkelen. Ik nam spullen uit ons eigen entrepot of stuurde vrienden naar de winkel met precieze aanwijzingen. Als een kledingstuk me beviel, kocht ik het meteen in twee eksemplaren. Dat doe ik eigenlijk nog steeds, vraag het maar aan mijn vriendin Charlotte.

Mode intereseerde me vroeger helemaal niet. Ik wilde automecanicien worden. De voorliefde voor echte dingen zat er blijkbaar al wel in. Ik reed toen al met de motorfiets en was de enige met een autentiek Amerikaans pilotenpak. Mijn vrienden waren er jaloers op.

Wat voor motor heeft u ?

Bensimon : Een Yamaha en een Honda, echte machines om mee te rijden, geen modieuze spullen zoals een Harley.

Waarom heeft de wereld uiteindelijk toch een mecanicien aan u verloren ?

Bensimon : Ik heb snel ingezien dat om een groot woord te gebruiken mode mijn lot was. Ik heb zekere gaven en talenten : ik zie dingen, ik heb een goed gevoel voor wat mensen willen, ik heb zoveel ideeĆ«n dat ik altijd aan de gang blijf. De film Forrest Gump heeft me erg geraakt omdat ik er zaken in herken. Ik voel me met hem verwant. Niet omdat we hetzelfde leven leiden maar omdat we op dezelfde manier funktioneren. Via een soort van openheid en naĆÆviteit. We gaan niet op zoek naar de dingen, ze overkomen ons. Ik ben ervan overtuigd dat elke mens een bestemming heeft in dit leven en dat je die niet zomaar verandert. Ik moest dit doen, ik kon niet anders.

Het feit dat uw vader en grootvader in het milieu zaten, heeft er waarschijnlijk iets mee te maken.

Bensimon : Ongetwijfeld. Al heb ik het lang niet zo aangevoeld. Toen ik twee was, speelde ik in de entrepots tussen de kleding. Als tiener mocht ik mee naar de openbare verkopen. Ik kon niet anders dan al hun kennis in mij opnemen.

Hoewel u een heel andere weg hebt gekozen. Zij verkochten de kleding zoals ze was. U bent ontwerper geworden.

Bensimon : Het is allemaal heel toevallig gegaan. Het milieu van die openbare verkopen is gesloten en selekt. Zelfs als “zoon van Bensimon” moest ik mijn sporen verdienen en werd ik in het begin door de andere opkopers geboycot. Dus kocht ik de spullen die zij helemaal niet wilden. Ik stortte me op de verkleurde en beschadigde dingen, en herstelde en verfde ze. Niet echt een ontwerper, meer een transformator. Mijn vader lachte me uit, maar hij zag al snel in dat mijn hoekje want ik had een eigen hoekje gekregen veel beter liep dan zijn winkel. De doorbraak kwam in 1978 toen ik een volledig lot tennisslofjes van het leger opkocht. Ik verfde ze in de meest waanzinnige kleuren en ze vlogen gewoon de deur uit. Toen ook de pers op me afkwam, voor interviews en om kleren te lenen voor reportages, moest zelfs mijn vader toegeven dat ik “iets” had ontdekt.

Waarom bent u tien jaar geleden overgestapt naar een eigen kollektie ?

Bensimon : De legerstocks zijn geen onuitputtelijke bron en ik werd me ervan bewust dat een heleboel waardevolle kleding weldra zou verdwijnen. Ik besloot ze na te maken, maar in mooiere materialen en met een coupe aangepast aan het dagelijkse leven.

U verkoopt ook meubels, lakens enzovoort. Waarom vindt u dat nodig ?

Bensimon : Ik heb niet op een dag besloten dat ik het nodig vond, het is gewoon zo gekomen, als een logisch gevolg van mijn passie voor reizen en verzamelen. Ik sleep alles mee naar huis. Van een wandeling op het strand breng ik zwerfkeien, aangespoelde stukken hout, schelpen en konservendoosjes mee. Telkens merk ik dat die objekten, wanneer ze in de juiste kontekst worden geplaatst, de kracht bezitten om ook anderen te ontroeren. Als ik meubels en lakens verkoop, is het omdat ik ondertussen weet dat nog andere mensen van blank hout houden, of tussen linnen lakens willen slapen. Alles wat ik verkoop, is autentiek en eenvoudig, dat zijn de twee kernwoorden in mijn aanpak.

Uw Amish-meubels zijn wel zeer modieus autentiek.

Bensimon : Toen ik met de Amish in kontakt kwam, was ik getroffen door de perfekte harmonie waarin zij leven. Er is een kompleet natuurlijk en logisch verband tussen hun levenswijze en hun omgeving. Alles wat zij doen, is vanzelfsprekend en simpel. Via hun meubels en quilts wil ik mensen de eenvoud en kracht van de Amish-kultuur laten voelen. Ik verkoop geen meubels zonder meer, ik verkoop harmonie en eenvoud.

Hoe ver wilt u gaan in het lanceren van andere produkten ?

Bensimon : Ik wil niet te groot worden. Je moet je limieten kennen, want een bedrijf moet overzichtelijk blijven. Maar weet je wat het is, een imago is als een haai, het heeft steeds nieuw voedsel nodig, anders sterft het uit. Bovendien heb ik zoveel ideeĆ«n, ik zou nog zoveel willen doen : een hotel inrichten, een parfum lanceren, een restaurant openen…

Een restaurant ?

Bensimon : Ik hou van natuurlijk en simpel eten. In San Francisco heb ik een restaurant ontdekt waar ik precies dat vond. Ze serveren je tien blaadjes sla met een dressing, maar alle blaadjes zijn krokant en knapperig en het sausje is heerlijk. Het is ongelooflijk, elk element van de maaltijd is goed gekozen. Alles is licht en vers. Dat is wat de mensen willen.

Hoe bekijkt u uw vak ? Maakt u mode of gewoon kleren, verkoopt u lifestyle ?

Bensimon : Ik zit niet in de mode. Ik handel in liefde en passie. Alles wat hier buitengaat, is met hart en ziel gemaakt. Het zijn allemaal stukken van mezelf. Ik word helemaal gek als er iets misgaat, omdat ik steeds zoveel van mezelf investeer.

Bent u een moeilijke baas ?

Bensimon : Ik ben veeleisend. Ik vraag van iedereen kreativiteit en inzet, zelfs van de werkvrouw. Ik kan alles verdragen, behalve luiheid. Ik kan boos worden, roepen en tieren, af en toe kan ik zelfs huilen. Maar het is zo weer over.

Mijn vader heeft me geleerd dat halve maten niet bestaan. Het is alles of niets. Als ik door een warenhuis of boetiek loop en zie dat onze kleding slecht wordt geprezenteerd, dan sleur ik alles zonder pardon uit de winkel. Zo ben ik.

Ik zie u op elke Comme des GarƧons-show. Bewondert u Rei Kawakubo zo ?

Bensimon : Haar defilƩs zijn kunst. Nee, ze staan nog op een hoger niveau dan kunst. Ze maakt altijd reakties los, maar ik begrijp haar. Haar ophefmakende kollektie met de gekrompen zwerverskleren heeft me diep ontroerd. Je ziet zoveel daklozen op straat. Als je in hun gezichten kijkt, hebben ze allemaal hun waardigheid, dat wilde Rei zeggen.

Die designer-zwerverskleren kosten een fortuin.

Bensimon : Het waren geen kleren, het waren subtiele en goed geformuleerde gevoelens. Daar staat geen prijs op.

Serge Bensimon : heimwee naar ongekompliceerde tijden vertaalt zich in eenvoudige mode.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content