Van Ovidius’ ‘Ars amatoria’, over de ‘Kamasutra’, tot de stapel sekshandboeken sinds de jaren zestig : de mens blijft zoeken naar het antwoord op seksuele dipjes. “Seksuele problemen waren er altijd en zullen er altijd zijn. Ze horen erbij. Zodra we dat beseffen, zijn we op goede weg”, zegt de Amerikaanse sekstherapeut David Schnarch.

:: David Schnarch, ‘Seksdrive’, Zo houd je je seksuele relatie boeiend, Uitgeverij Lannoo, 304 blz., 19,95 euro.

Eigenaardig hoe je je onbewust de meest bewierookte seksspecialist van het voorbije decennium voorstelt als een gladgeschoren, vlotte, knipogende en ietwat mysterieus glimlachende manspersoon. Niet dus. De foto op de achterflap van zijn recentelijk vertaalde boek Seksdrive laat meteen het tegendeel zien : royale baard, poeslieve en gulle lach, en ingesnoerd in pak en das. (Zijn geheim onthult zich pas later : niemand heeft zo’n bezwerende en innemende mantrastem als Schnarch.) Het valt in elk geval niet van zijn looks af te lezen dat deze brave man de wereld al twintig jaar het seksuele nirwana helpt te bereiken als seks- en relatietherapeut. Maar dat doet Schnarch nu eenmaal niet met pikante en hoogst originele tips en tricks, wel met een breed uitgebouwde theorie over de verstrengeling van seks en relaties en dus van biologisch en emotioneel functioneren. Seks is geen simpel spelletje tussen de benen, maar evenmin iets wat zich louter tussen de oren afspeelt : het is een onophoudelijke kruisbestuiving van gedachten, emoties en fysieke aspecten. En net dat maakt het zo verdomd moeilijk, zegt hij.

Schnarch zorgde sinds de publicatie van zijn vorige boeken The sexual crucible en Passionate Marriage meteen voor een paradigmaverschuiving in de moderne sekstherapie : hij weigerde om seksuele problemen nog langer pathologisch te benaderen – ze zijn nu eenmaal volstrekt normaal – én linkte de betekenis van seks voorgoed aan die van de relatie. Hij zette daarmee naar eigen zeggen de toon voor de tweede generatie theorieën rond seks- en huwelijkstherapie, na die van de pioniers Masters & Johnson van de jaren zestig.

In zijn jongste boek Seksdrive gaat Schnarch op de ingeslagen weg verder en focust hij op de ellende in onze slaapkamers. Globaal kunnen we stellen dat tot 52 procent van alle mannen en tot 63 procent van alle vrouwen seksuele problemen hebben. En dat is ongelooflijk veel, benadrukt Schnarch. Vandaar wellicht de bemoedigende, maar vaak ook betuttelende kreetjes in het boek als Geef de hoop niet op ! En de opvallend sussende inleiding. Daar hoort zelfs een bekentenis bij van Schnarch, die grootmoedig vertelt hoe hij ooit zelf last had van “premature orgasmes. Op andere momenten had ik problemen met het krijgen en vasthouden van erecties. En soms kon ik met de beste wil van de wereld niet klaarkomen.”

Een emotionele rekoefening

Om de lezer helemaal over de drempel te helpen, illustreert Schnarch alles uitvoerig met reële voorbeelden van paren die hij ooit zelf behandelde. Zoals Amanda en Cole in hoofdstuk 2. Amanda maakte zich zorgen. Ze was pas 55 jaar oud en dit leek haar te jong om geen seks meer te hebben. (…) Amanda had gewoon geen zin meer in seks en bereikte steeds moeizamer een orgasme. (…) Ze voelde nog steeds heel veel voor Cole en daarom probeerde ze haar gebrek aan seksueel verlangen te verbergen. Wat was de oorzaak van haar probleem ? Wat kon ze er eraan doen ?” Verdienstelijke pogingen van Schnarch om zijn theorie kauwbaarder te maken, maar toch blijft die niet gemakkelijk te absorberen. Dat heb je natuurlijk wanneer je je uitleg doorspekt met concepten als het ‘kwantummodel’, en andere schematiseringen die aan fysica doen denken. Dat zijn theorie geen gesneden brood is, geeft Schnarch in zekere zin ook zelf toe wanneer hij zijn lezers aanraadt het boek twee keer te lezen. Al legt de man wel alles met handen en voeten uit én zoet hij op tijd en stond met veelbelovende besluiten als “Het proces om jezelf en je seksuele relatie te veranderen kan beginnen !”, of met oneliners als “Vriendelijkheid en geduld zijn de beste seksuele glijmiddelen.”

Ook al geeft Schnarch veel wat concrete antwoorden op lichamelijke en medische vragen, zijn overkoepelende ‘oplossing’ is minder direct en eenvoudig. De man schrijft wanhopige paren geen wilde experimenten voor met slagroom, rollenspellen of openbare plaatsen, wel een intens emotionele rekoefening. Iets wat wellicht niet meteen in de smaak valt in deze instant-tijden, waarin we stoppen met roken dankzij een pleister en het liefst vermageren met een pil, liposuctie of een maagverkleining. Maar hij houdt voet bij stuk. Seks moet opnieuw betekenis krijgen, vindt Schnarch. Dat is inderdaad niet in een handomdraai gebeurd, maar het is wél de kern van de zaak. Anders gezegd : we moeten een stap terugzetten van dit goede-seks-heiligt-de-middelen-tijdperk, waarin we La vie sexuelle de Catherine M. intussen geeuwend aan de kant leggen.

‘Seksdrive’ biedt geen hapklare oplossingen of een lijst met verbeterde standjes. Je kunt het inderdaad geen traditioneel sekshandboek noemen. Wat maakt het dan zo baanbrekend ?

David Schnarch : Het is het eerste boek dat uitlegt waarom normale, gezonde mensen seksuele problemen hebben. Het eerste wat mensen met seksuele moeilijkheden zich afvragen is : ‘Wat is er mis met mij ?’ Ze gaan zich slecht voelen, durven geen hulp inroepen en komen in een negatieve spiraal terecht. Dit boek legt klaar en duidelijk uit waarom jij en ik de problemen hebben die we hebben, maar al te vaak doen alsof we ze niet hebben. De oorzaak van seksuele problemen heeft meestal niets te maken met onwetendheid of een slechte techniek. Het is gewoon de normaalste zaak van de wereld. Meer nog : ik geloof dat de geregelde ‘pannes’ van je lichaam net samenhangen met het feit dat je normaal bent, en niet abnormaal.

U behandelt seks in een persoons- en relatiegebonden context. Gelooft u dat seks een venster is op onszelf en onze relatie ?

Het is geen kwestie van geloven. Het ís gewoon zo. We moeten ophouden seksuele moeilijkheden als een ziekte te benaderen. Wanneer dat lukt, merk je hoe seks een venster wordt op wie je bent en wat je van jezelf en de relatie vindt. Ik zie seks, liefde en intimiteit als geïntegreerde processen en weiger om seksuele problemen te reduceren tot communicatiestoornissen, een ongelukkige jeugd of seksueel misbruik. Je kunt het ene niet van het andere loskoppelen : je seksprobleem kleurt je relatie, en je relatie heeft weer invloed op je seksprobleem. Je seksuele relatie nieuw leven inblazen, vergt meer dan alleen je lichaam weer naar behoren te laten werken. Je moet eerst je relatie zó herkneden dat je ook seksueel weer goed gaat functioneren.

Seksuele moeilijkheden zijn geen symptomen van iets wat relationeel of persoonlijk schort ?

Absoluut niet. Het zijn volstrekt normale processen die we moeten doormaken. Omdat relaties ‘mensgroeimachines’ zijn, zoals ik dat noem. Een relatie steekt bij mensen een persoonlijk groeiproces in gang, en seksuele problemen zijn daar een onvermijdelijk ‘nevenverschijnsel’ van, ze fungeren als een soort overgangsrite. Maar er loopt dus helemaal niets fout. Niemand wordt nu eenmaal volledig ontwikkeld geboren, of begint een relatie als een vol-wassen persoon. Seksuele problemen vormen als het ware stapstenen in die ontwikkeling.

Gaat de redenering ook omgekeerd op ? Moeiteloos een erectie of een orgasme krijgen, betekent dus niet meteen dat je emotioneel ‘close’ bent in een relatie of je goed in je vel voelt ?

Die redenering gaat zeker op. Menselijke seks onderscheidt zich door het feit dat je er betekenis aan kunt geven, al loopt die zingeving niet altijd van een leien dakje. Hoe meer betekenis en liefde je in seks kunt integreren, hoe beter en zinvoller de seks. Orgasmen of erecties zijn absoluut geen betrouwbare meting voor de emotionele gehechtheid van een paar, want soms hebben die amper iets met de partner te maken. Vrouwen kunnen een orgasme hebben, maar toch mijlenver weg zijn van de persoon die in werkelijkheid amper twee centimeter van hen ligt.

Waarom is het zo belangrijk om seksuele problemen aan te pakken ? Kan men ook niet gelukkig zijn zonder supergoede seks ?

Dat kan zeker, áls de beide personen daarmee gelukkig zijn. Maar dat is net vaak het probleem : een van de twee heeft er meestal wél problemen mee. Bovendien is seks in mijn theorie belangrijk omdat je net daar de strijd voor zelfontwikkeling levert. “Heb ik als vrouw bijvoorbeeld de moed om op te komen voor wat ik wil ?” Het gaat dan al lang niet meer om genitaliën, maar om een vrouw die op haar twee voeten kan staan. Voor de meeste mensen start de strijd voor zelfontwikkeling op het moment dat ze een relatie beginnen. Dan begint het differentiatieproces : ik wil dicht bij je zijn, maar toch mijn eigen persoon blijven. Dat roept vragen op als : vind je mijn liefde niet te vanzelfsprekend ? Kijk je neer op mij ? Wie neemt de beslissingen ? Je werkt met andere woorden aan een sterker zelfbewustzijn. En dat is het beste afrodisiacum dat er bestaat.

Seks als middel dus. Niet als doel.

It’s a means to an end, inderdaad. Het heeft geen zin om seksuele bevrediging als de heilige graal achterna te gaan. Je seksuele problemen doormaken en bestrijden is niet meer dan een manier om een vollere mens te worden die in staat is om iemand anders volwaardig te beminnen. Je moet seksuele problemen aangrijpen om je persoonlijke groei te bevorderen.

Is ‘Seksdrive’ geen misleidende titel ? Hij lijkt veel commerciëler dan uw eigenlijke opzet. Net als de ondertitel trouwens : ‘Zo houd je je seksuele relatie boeiend’.

De oorspronkelijke titel is Resurrecting Sex. Ik vind het heel interessant te zien dat die in België en Nederland Seksdrive werd. Bij ‘drive’ denken mensen meteen aan biologie, hormonen, geilheid. Dit boek weerlegt dat. Het maakt duidelijk dat er een veel grotere en krachtigere drive voor seks bestaat dan hormonen, namelijk jezelf ontwikkelen en tot een gezond zelfbewustzijn komen. Wanneer we geen goed zelfbewustzijn hebben, dwingen we onszelf vaak tot seks die we niet willen. We bieden in wanhoop ons lichaam aan en dat is de doodsteek voor seks. De titel beschouw ik daarom als een woordspeling. Want het gaat wel degelijk om seksdrive, alleen niet om die drive die de meeste mensen verwachten. Ik ben ervan overtuigd dat ook wie op zoek was naar goedkope oplossingen, niet teleurgesteld zal zijn in het boek. Net die mensen hoop ik van gedachten te doen veranderen.

U weerlegt ook de opvatting dat veel problemen voortvloeien uit de verschillen tussen de seksuele ervaring van man en vrouw.

Dat is inderdaad een grote leugen. Man en vrouw zijn veeleer gekenmerkt door gelijkenissen dan door verschillen. We denken bijvoorbeeld dat vrouwen meer intimiteit zouden verlangen dan de puur op hormonen drijvende man. Als je die redenering doortrekt, dan zouden vrouwen dol moeten zijn op eyes open sex. Niet dus. Vele vrouwen vinden het een vreselijke gedachte dat hun man hen in de ogen kijkt tijdens het vrijen. Dat heeft te maken met de fundamentele angst dat we niet meer bemind zouden worden als de ander ons helemaal zou kennen. En de meesten worden veel liever afgewezen voor hun lichaam, dan voor hun ziel. Ik raad mensen soms aan om elk met hun hoofd op het kussen naar elkaar te kijken. Gewoon kijken. Velen worden er opgewonden van : geen afleidende focus meer op genitaliën, maar echt contact maken met de andere. Dat is uiteindelijk het doel van seks.

Aan seks en een relatie kun en moet je werken, zegt u. Nochtans tekent zich een omgekeerde tendens af : zappen blijkt ook in relaties een trend.

Jammer genoeg wel. Ik vind het een erg kortzichtig idee te denken dat we niet gemaakt zijn om eeuwig bij dezelfde persoon te blijven. Wetenschappers maken een verschil tussen romantische liefde en volwassen liefde. Romantische liefde situeert zich in het zogeheten reptiel-hersengedeelte : het meest primitieve deel van onze hersenen, dat tot 86 miljoen jaar teruggaat en dat we delen met reptielen. Romantische liefde stopt na een jaar. Dan moeten we overschakelen op het denkende gedeelte van de hersenen om die romantische liefde om te zetten in volwassen liefde. En dat blijkt aartsmoeilijk. De kloof tussen ” give it to me baby” en ” ik zie je graag en heb respect voor je”, is voor velen onoverbrugbaar. Na een tijdje kennen we elkaar beter dan we zelf willen gekend zijn. Jammer, want pas in je strijd om verliefd te blijven, ga je groeien. Mensen zoeken tegenwoordig te veel naar dingen om zichzelf beter te voelen. Geld is iets. Seks vaak ook. Als je zo ook je partner gaat beschouwen, dan zie je hem of haar als een ding dat je gelukkig moet maken. Niet als een eigen persoon. Met die visie verander je inderdaad van partner zoals je van auto, huis of kleren verandert, wanneer ‘het ding’ geen bevrediging meer geeft. Een totale omkering van de zaken.

U geeft in uw boek enkel voorbeelden van heteroseksuele koppels. Een bewuste keuze ?

(Schrikt zichtbaar) Zit er niet één voorbeeldje in van een homoseksueel paar ? Ik dacht van wel. Of heb ik het verkeerd voor ? Ik ben er in elk geval trots op dat ook therapeuten die uitsluitend met homo’s en lesbiennes werken, de aanpak van Seksdrive overnemen. Want uiteraard hebben die koppels om dezelfde redenen seksuele problemen. Ze hebben met andere woorden geen problemen omdat ze homoseksueel zijn, wel omdat ze mensen zijn. Ik vind dat zeer belangrijk.

Waarom hebt u dat dan niet duidelijker naar voren gebracht en geïllustreerd in het boek ? Of zat de uitgever er voor iets tussen ?

( Zucht, haalt de schouders op en zwijgt.)

Anders gezegd : zou het makkelijker geweest zijn om ook holebirelaties te beschrijven als u uw boek in Europa had uitgegeven ?

Oh yes. Kijk, mijn vorige boek heette Passionate Marriage. Om niemand uit te sluiten, heb ik toen een andere versie laten uitgeven onder de titel Passionate couples. In de Verenigde Staten voelen veel homokoppels zich gepasseerd omdat ze geen recht hebben op een wettelijk huwelijk, en ik wil daar absoluut niet aan meedoen. Ik vind het ongelooflijk belangrijk dat mijn werk niet gebruikt wordt om homoseksuele koppels te discrimineren of te stigmatiseren. Aan onze workshops nemen ook altijd homokoppels mee. Het is de gedroomde eye-opener voor heteroseksuele koppels : “Zij hebben net dezelfde problemen als wij.” In de Verenigde Staten zijn er nu eenmaal nog altijd mensen die door blinde vooroordelen geloven dat homoseksuele mannen en vrouwen anders zijn dan heteroseksuelen. We hebben er nog een lange weg te gaan (diepe zucht).

Tekst Guinevere Claeys l Illustratie Eva Cardon l Portret Michel Vaerewijck

“Men zoekt te veel naar dingen om zich beter te voelen. Geld is zoiets. Seks vaak ook. Als je je partner ook zo gaat beschouwen, dan zie je die als een ding dat je gelukkig moet maken, niet als een persoon.”

“Het heeft geen zin om seksuele bevrediging als de heilige graal achterna te gaan. Je moet seksuele problemen aangrijpen om je persoonlijke groei te bevorderen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content