Een leefbare grootstad met een cultureel leven om u tegen te zeggen en natuurschoon binnen handbereik, kan dat ? Jawel. In Seattle, om precies te zijn, de Amerikaanse bestemming bij uitstek voor wie even geen zin heeft in New York of LA. Bovendien is de koffie er uitstekend.

In de Puget Sound, net niet in Canadese wateren, dartelt een troep orka’s door de ijskoude zee. De tien meter lange, acht ton zware beesten verheffen hun glanzende, zwart-witte lijven verbazingwekkend sierlijk boven het water, geen honderd meter van onze rondvaartboot. Het zijn de leden van J-pod, één van de drie orkafamilies die in de zee-engte tussen Seattle en het Canadese Victoria leven. Ruffles, het naar zijn gekartelde rugvin genoemde alfamannetje van de groep, is niet geïntimideerd door onze boot. Herhaaldelijk zwemt hij op minder dan twintig meter langszij. De kijklustigen aan dek belonen hem met de nodige ‘oooh’s’ en ‘aaah’s’.

Iets verderop breken twee orka’s door het oppervlak, een grote en een piepkleintje. De gids kan haar opwinding nauwelijks bedwingen. “Dat is een baby”, zegt ze. Dat weet ze omdat het beestje, dat een keer of drie uit het water springt, geen witte maar een roze buik heeft, wat erop wijst dat het zo jong is dat het nog geen blubberlaag heeft. “Jullie hebben geluk. We hebben deze orka’s ook gisteren gezien en toen was er geen baby. Volgens mij is hij geboren tijdens de laatste 24 uur.” Onze dag op het water kan niet meer stuk.

Onder de markt

Wie van de goedkope dollar gebruik wil maken om Amerika te bezoeken, hoeft zich niet te beperken tot New York, Chicago, Los Angeles en San Francisco, of natuurklassiekers als de Grand Canyon of het Yellow- stonepark. In het noordwesten van het land ligt een plek die het allemaal in zich verenigt. Seattle, de Emerald City, ofte ‘stad van smaragd’, is een parel van een metropool, te midden van overdonderend natuurschoon. Er is voor elk wat wils. Musea, een operavoorstelling of rockconcert meepikken. Boottochtjes op het water of orka’s bezichtigen. Wandelen, kamperen of skiën in het uitgestrekte groen dat de stad omringt. Het kan allemaal.

In de Pike Place Market, vlak bij het water in downtown Seattle, is het een drukte van belang. De overdekte, over drie niveaus gespreide markt, werd in 1905 opgericht als een plaats waar de boeren uit de streek hun waren rechtstreeks aan de stedelingen konden verkopen, en is voor veel mensen nog steeds het kloppende hart van de stad. In het labyrint van kraampjes en uitstalramen hier doen toeristen én Seattleites hun inkopen. Slenter langs de groentekraampjes, doe u te goed aan een stukje artisanale kaas, bewonder de buitenmaatse krabben die hier te koop zijn en vergeet vooral niet de lagere verdiepingen. Veel toeristen slaan die over, of vinden ze simpelweg niet, maar je kunt er je ogen te goed doen aan allerlei prullaria en popcultuurcuriosa. Een levensgroot standbeeld van Marilyn Monroe, iemand ?

Eind jaren negentig werd Seattle tot de meest leefbare stad van de VS verkozen. Sindsdien is de bevolking explosief gegroeid, en niet zonder reden. Wie zich de fraaie woonboot herinnert waarop Tom Hanks woonde in de film Sleepless in Seattle, komt niet bedrogen uit : zo wonen, weliswaar bemiddelde, mensen hier écht. De oevers van Lake Union, een binnenmeer midden in de stad, zijn afgezoomd met woonboten. Op het meer zelf is het een komen en gaan van plezierboten, van grote zeiljachten tot kajaks. Veel mensen varen hier naar hun werk. Geen wonder, want als er over Seattle één negatief ding te vertellen is, dan is het wel dat het verkeer er op elk uur van de dag muurvast kan zitten. Maar de bewoners zijn nog steeds bijzonder relaxed. Zelfs naar de opera kun je hier in jeans.

Wilt u zich écht aanpassen aan de plaatselijke cultuur, dan gaat u naar één van de honderden koffiehuizen die deze stad rijk is. Sinds de jaren negentig is de VS in de ban van de betere koffie, en die trend begon in Seattle. Vlak buiten de Pike Place Market vindt u de allereerste vestiging van Starbucks, de internationale keten van koffiehuizen die ook in een groot deel van Europa vertegenwoordigd is, maar vreemd genoeg niet in België. Let u wel even op het typische Starbucksbargoens ? Een kleine, medium en grote koffie heten hier respectievelijk tall, grande en venti, en de jongelui achter de toog zijn baristas. Even binnensmonds repeteren voor u uw venti half-caf iced latte bestelt, kan geen kwaad als u geen mal figuur wil slaan.

Samen met de softwaregigant Microsoft en vliegtuigbouwer Boeing is Starbucks het zakelijke vlaggenschip van Seattle. Het Microsoftmuseumpje op de bedrijfscampus in Redmond, een half uurtje buiten Seattle, is alleen de moeite waard voor de freaks, maar de toer van de veertig hectaren grote Boeingfabriek (de arbeiders gebruiken fietsen om van de ene naar de andere kant van het gebouw te komen) is een aanrader. Met een beetje geluk vangt u een glimp op van de 787 Dreamliner, het nieuwste model.

Al die bedrijvigheid zorgt ervoor dat Seattle zich kan beroemen op een jonge, hoogopgeleide bevolking. Geen wonder dus dat het ook een gonzende alternativo-scene heeft. Een wandeling op Broadway, het hart van het Capitol Hilldistrict, bewijst genoeg. U flaneert er van veganistische groentesapbars naar de radicaal-linkse boekwinkels en sm-speciaalzaken. Als u géén piercings, tatoeages of gekleurd haar hebt, hoeft u zich overigens geen zorgen te maken: Capitol Hill staat bekend om zijn verdraagzaamheid. Het is ook het hart van het homoleven in Seattle en je vindt er een rist nachtclubs.

De wildernis in

Hét icoon van Seattle is de Space Needle. Het opmerkelijke bouwwerk, een soort vliegende schotel op lange muggenpoten, werd opgetrokken voor de wereldtentoonstelling van 1962 en blijft tot vandaag een trekpleister van formaat. Met de lift ben je op precies 41 seconden op het 159 meter hoge observatiedek (de hele toren is 184 meter hoog). Eén niveau daarboven kunt u naar Sky City, het draaiende restaurant dat u op 47 minuten tijd een blik van 360 graden op Seattle en omgeving gunt.

Zuidwaarts ziet u de skyline, met zijn wolkenkrabbers, opmerkelijke sportstadions en zijn haven waar de bedrijvigheid nooit ophoudt. Westelijk strekt de Puget Sound zich uit. Het is er een constant komen en gaan, niet alleen van vrachtschepen, maar ook van cruisevaartuigen die van hieruit naar Canada en Alaska varen. Op de achtergrond doemen de toppen van de Olympic Mountains op, één van de vele natuurbestemmingen die je van hieruit gemakkelijk kunt bereiken.

De Olympic Mountains zouden het indrukwekkendste zijn wat er aan de horizon te zien is, ware het niet dat in het zuidoosten Mount Rainier opdoemt. De indianen die hier vroeger leefden, noemden de imposante berg Tacoma, ofte ‘Moeder van het water’. Met zijn 4400 meter is de top van Mount Rainier steeds bedekt met sneeuw en ijs. Die smelten constant, want Rainier is een actieve vulkaan en dus warm, en zo bevloeien ze de omliggende valleien.

Mount Rainier – de bewoners van Seattle noemen hem kortweg ‘The Mountain’ – is zo massief aan de horizon dat het moeilijk te geloven is dat hij haast honderd kilometer van de stad ligt. Als hij ooit weer tot uitbarsting komt, zou al het smeltende ijs van de gletsjers die de flanken bedekken voor een modderstroom zorgen die de buitenwijken van Seattle zou bedreigen, maar daar maakt geen mens zich echt zorgen om. Tot de dag dat het zover komt, is Mount Rainier een uitgelezen bestemming voor pret in de buitenlucht. Als u één en liefst een paar dagen overhebt wanneer u in Seattle bent, is een uitstap naar Mount Rainier een absolute aanrader. U kunt er wandelen, kamperen naast een gletsjer, of in de winter een uitstap maken op langlaufski’s of snow shoes. Ook skiën of snowboarden kan op Mount Rainier, in het skigebied Crystal Mountain, met zijn 55 pistes en hogesnelheidsliften. Wie echt van geen ophouden weet, kan ook de hele berg op, maar dat is alleen voor ervaren klimmers.

De trip naar Mount Rainier duurt drie uur met de auto, maar wie absoluut wil wintersporten en daar geen tijd voor heeft, kan dat ook dichter bij de stad. Skigebieden als Snoqualmie Pass, Stevens Pass en Mount Baker liggen op respectievelijk één, anderhalf en twee uur van de stad. Ook niet mis : het Quinaultwoud, net ten westen van de Olympic Mountains, met 350 centimeter neerslag per jaar één van de natste plekken op aarde, maar meteen ook één van de weinige overgebleven stukken gematigd regenwoud in Noord-Amerika. U zult er de grootste bomen aantreffen die u ooit gezien hebt.

Grunge en robots

Op een steenworp van de Space Needle ligt het Experience Music Project (EMP), het rock-‘n-rollmuseum van Seattle, dat gehuisvest is in een spectaculair bouwwerk van Frank Gehry. Die zaagde ter inspiratie een aantal elektrische gitaren in stukken en herarrangeerde de kleurrijke fragmenten. Vandaar de wellustig golvende vorm van het met kleurrijke metaal bedekte gebouw.

Voor we het EMP zelf bezoeken, maken we een tussenstop in de kelder, waar het Science Fiction Museum gevestigd is. Er zijn attributen uit tientallen scififilms en -televisieseries uitgestald : laserwapens, ruimtepakken, robotten, raketten en buitenaardse wezens van divers pluimage. Als je er vlak voor staat, lijkt het verdacht goed op speelgoed, al ziet de vier meter hoge alien uit de gelijknamige filmtrilogie met Sigourney Weaver er ook in het echt bepaald angstaanjagend uit. Volwassen venten bekijken elkaar hier vanuit hun ooghoeken met zo’n blik van : ja, ik weet wel dat het misschien een tikje gênant is dat ik hier ben, maar gun me alstublieft even de kans om een uurtje weer dertien te zijn.

In het EMP zelf, twee verdiepingen hoger, gaat vanzelfsprekend een behoorlijke dosis aandacht uit naar de grungegolf van het begin van de jaren negentig. Gunge was, zoals u zich wellicht herinnert, een loodzware kruising tussen punk en metal, gekruid met een flinke dosis anti-establishmentwoede. In het zog van bands als Pearl Jam, Soundgarden en vooral Nirvana veroverden piepjonge rockers uit Seattle in houthakkershemd de wereld. U weet nog hoe het afliep : Kurt Cobain, de charismatische frontman van Nirvana, de stem van Generation X, maar ook een onverbeterlijke junkie, kon de druk niet aan en schoot zich in 1994 voor de kop. Zijn nagedachtenis leeft voort in dit schitterende museum. U kunt er de grunge herbeleven in multimediavorm en Cobains gitaren en handgeschreven teksten bewonderen.

Kurt Cobain is echter niet de enige rock-‘n-rolldode over wie de stad nog steeds treurt, en wellicht zelfs niet eens de grootste. Een verdieping hoger kunt u de Jimi Hendrixcollectie bezoeken. Hendrix groeide op in Seattle en in het EMP hebben ze niet alleen zijn gitaren, kostuums en het gigantische mengpaneel van zijn Electric Lady Studio, maar ook een aantal kindertekeningen waaruit blijkt dat de man meer talenten had dan alleen maar gitaar spelen.

Wie er dan nog niet genoeg van heeft, dwaalt door de overdonderende collectie van honderden muziekposters, bezoekt het Sound Lab, waar je met opnameapparatuur aan de slag kunt, of waant zich tien minuten zélf een rockster in de On Stage-ruimte, waar je met schijnwerpers, rook en een luid juichend virtueel publiek een concert kunt meemaken van de andere kant, óp het podium.

Ondergrondse wandeling

Met de monorail, een ander overblijfsel van de wereldtentoonstelling van ’62, kunt u terug naar downtown. Begeef u bergaf naar de kade en eet een hap met uitzicht op Elliott Bay en de Puget Sound. Hoe de vis of zeevruchten die u zonet verorberd hebt eruitzien bij leven en welzijn, kunt u bekijken in het Seattle Aquarium, waar ze ook een uitgebreide verzameling zeehonden en -leeuwen, oc-topussen, kwallen en een heus orkaskelet in huis hebben. Leuk voor kinderen : de badjes waar je met eigen handen een zeeanemoon of een rog kunt aanraken. Geschiedenisfreaks kunnen zich iets verderop, bij Pier 48, vergenoegen met een bezoek aan de Cobra, een Russische onderzeeër die tijdens de Koude Oorlog meer dan twintig jaar ingezet werd voor allerlei geheime missies.

Met de tram komt u op Pioneer Square, het oude hart van Seattle. Het was hier dat de pioniers in het midden van de negentiende eeuw hun eerste permanente nederzetting bouwden. Het plaatsje werd genoemd naar het indiaanse opperhoofd Sealth, maar dat verbasterde in de loop der jaren tot Seattle. Het noodlot sloeg toe in 1889, toen een brand het hele centrum met de grond gelijk-maakte.

Zoals dat wel eens vaker ging in die dagen, maakte men van de ramp gebruik om de stad weer op te bouwen in verbeterde versie. In steen in plaats van hout, bijvoorbeeld, wat de kans op afbranden tot zo goed als nul herleidde. En bóven zeeniveau, zodat er ook een rioolsysteem aangelegd kon worden. Omdat het verhogen van het straatniveau een werk van jaren was, zit een hele verdieping van het oude centrum onder de grond. Het complex van onderaardse gangen is nog steeds toegankelijk, en wel met Bill Speidel’s Underground Tour, in het hart van Pioneer Square.

Zoals men u tijdens de ondergrondse wandeling zal uitleggen, begon Seattle pas echt explosief te groeien tijdens de Klondike Goldrush in de allerlaatste jaren van de negentiende eeuw, toen er in Alaska goud gevonden werd en de stad de plek werd waar fortuinzoekers op weg naar het noorden zich bevoorraadden. Op vijftien jaar tijd groeide het inwonersaantal van de stad van 40.000 tot 250.000, terwijl de economie navenant uit zijn voegen barstte. Seattle was in die dagen een plek voor ruwe klanten : de voornaamste inkomstenbron van het gemeentebestuur was een belasting op de vele honderden prostituees die er aan de slag waren.

Witte arend

Na afloop van onze ochtend orka kijken zet de rondvaartboot ons af in Friday Harbor, het hoofdplaatsje van San Juan Island, midden in de Puget Sound. Van mei tot september kun je de orka’s hier vaak zien van op de kade, wanneer ze op de zalm jagen die zich hier ophoudt. Wie meer wil weten over de orka’s, gaat naar het Whale Museum op het eiland. Als u wilt, kunt u er zelf een orka adopteren. De opbrengsten gaan naar wetenschappelijk onderzoek van de nog steeds bedreigde beesten.

Wij houden het bij lunch op het terras van een van de restaurants met zicht op het haventje. Zeiljachten varen af en aan. Iets verderop zet de ferry uit Seattle een verse vracht weekendgasten af. Veel stedelingen hebben weekendhuisjes op de eilanden. Wie dat geluk niet heeft, of wie hier louter op vakantie is, kan terecht in één van de vele bed & breakfasts of hotelletjes. Het is een uitstekende gelegenheid om even weg te komen van de drukte van de stad.

Terwijl de toeristen hun hengels en koelboxen arrangeren op de kade, vliegt er een witte arend laag over ons hoofd. Hij klapt twee keer met zijn indrukwekkende vleugels en verdwijnt dan met een wijde boog in het bos aan de overkant van de baai. We bestellen een ijsje. Het is lang geen slecht leven, hier in Seattle.

Tekst en foto’s Tom Vandyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content