Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Als we de kwaliteit van een auto afmeten aan de mate waarin hij de bestuurder snel en accuraat bedient, dan is de klassieke manuele versnellingsbak een anachronisme. De bevestiging ook van het zeer trage tempo waarin de auto evolueert, en het bewijs van het conservatisme van de gebruiker. De argumenten voor de manuele versnellingsbak zijn gekend: goedkoper en minder gulzig dan de automatische transmissie. Dat eerste is logisch, maar voor die meerprijs zorgt een automaat ook voor extra gemak, en dat pluspunt wordt met de dag belangrijker in het voortkruipend fileverkeer. Het tweede argument is bijna voorbijgestreefd: bij de traploze automaat is het meerverbruik verwaarloosbaar, bij de Audi Multitronic valt de automaat zelfs zuiniger uit dan de handgeschakelde versie.

Zelfs wie bij manuele bakken zweert, moet toegeven dat het H-vormig schakelpatroon van de pook contraproductief werkt. De beweging om van twee naar drie en van vier naar vijf te schakelen is onergonomisch, en het ontkoppelingspedaal is sowieso een overbodig element. De voorbije jaren is eindelijk werk gemaakt van een logische en langverwachte tussenstap: de elektronica zorgt voor het ontkoppelen, daardoor valt het pedaal weg, maar de rijder schakelt op de klassieke manier. Een volgende, zeer logische stap is de schakeling op het stuur of de sequentiële versnellingspook die enkel naar voren en naar achteren wordt bewogen en daardoor veel ergonomischer is.

De Alfa Romeo 156 is een aantrekkelijke auto, die zowel qua design als qua potentieel een succes is. Daaraan is nu onlangs een Selespeed-versie toegevoegd, die de rijder voor een fraaie keuze stelt: of hij laat de wagen geheel automatisch rijden en drukt de city-knop in, of hij kiest voor het manuele systeem en krijgt dan weer twee opties. Hij schakelt ofwel op het stuur (wat enkel boven de 10 km/uur kan), ofwel met de pook maar dan volgens de sequentiële modus. De Italianen spreken van een gerobotiseerde versnellingsbak, waarbij de rijder nadrukkelijk het schakelmoment kiest en de elektronica de omslachtige handelingen uitvoert.

Op papier zijn de voordelen van het systeem duidelijk: de linkervoet krijgt vrijaf, en de rijder kan schakelen zonder het stuurwiel los te laten. Een bijkomend voordeel is de schakelsnelheid. Met een traditionele manuele versnellingsbak is ongeveer één seconde nodig om keurig te schakelen. Bij de Selespeed neemt dat bij een normale rijstijl ongeveer evenveel tijd. Is de rijder echter gehaast – en dat leidt de elektronica af uit het feit dat het gaspedaal voor meer dan 60 procent ingedrukt blijft tijdens het manoeuvre en het toerental hoog ligt – dan gaat het schakelen ongeveer dubbel zo snel: vier tot vijf tienden van een seconde volstaan.

Minstens even belangrijk is de veiligheid. Schakelen zonder het stuurwiel los te laten en toch schakelmoment geheel zelf kiezen: dat levert een optimale veiligheid. En er is nog iets: als de bestuurder een kruispunt of verkeerslicht nadert en het gaspedaal lost, herkent het systeem deze handeling als een intentie om te vertragen en het ontkoppelt om te verhinderen dat de motor afslaat. Ook over de toeren gaan is uitgesloten.

Het leuke van het systeem is wel dat het in de 156 aan de 2-liter Twin Spark werd gekoppeld: een briljante motor voor wie pit en allure naar waarde schat. De motor die 155 pk ontwikkelt en voor een maximumkoppel van 187 Nm zorgt, krijgt in combinatie met de Selespeed een nieuwe troef. En dat voor net geen miljoen, en een verbruik tussen 10 en 11 liter per 100 km. Boven deze schitterende combinatie hangt maar één wolk: tijdens een recente 100.000 km-test van de collega’s van Auto Motor & Sport moest de klassieke, handgeschakelde versnellingsbak van de 156 twee keer worden vervangen. Aanhangers van het merk hopen dat de Selespeed een probleemlozer toekomst tegemoet gaat.

foto 1:

foto 2:

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content