Hoevetoerisme in het Saint-Tropez van de Franse Alpen. Geruite tafelkleedjes en handtassen van Louis Vuitton. Het lijken contradicties, maar in ‘Les Fermes de Marie’ maken ze deel uit van een levensstijl.

:: De producten van ‘La Ligne de Soins de Ferme de Marie’ zijn in België te koop bij ‘Senteurs d’Ailleurs’, Louizalaan 94, 1050 Brussel.

Toegegeven. De term ‘hoevetoerisme’ is misleidend : geen tractors of loeiende koeien op de boerderijen van Marie. Laatstgenoemde is ook geen goedlachse ronde boerin uit de Alpen. Ze is wel de geprivilegieerde dochter van Jocelyne en Jean-Louis Sibuet, allebei geboren en getogen Megèvenaars en nu de succesvolle eigenaars van La Compagnie des Hôtels de Montagne, een verzamelnaam voor een reeks lifestyle hotels. Wat volgens de brochure zoveel wil zeggen als hotels met “een uitzonderlijke ligging, perfecte service, oog voor detail, professionalisme, gastronomie en een persoonlijke en geraffineerde interieurinrichting.” Tot zover de reclameboodschap.

Het eerste punt is alvast niet gelogen, zo blijkt bij mijn aankomst. Net voor het autovrije en tevens mondaine centrum van Megève, leiden wegwijzers naar een rustig gelegen domein. Een kronkelende oprijlaan brengt bezoekers terug in de tijd. Voor mij verschijnt een charmant hotel, opgetrokken uit authentieke materialen van oude boerderijen. Net een nostalgische ansichtkaart. Kleine raampjes, houten balken, verweerde dakbedekking. Binnen een groot knetterend haardvuur. Houten fotokaders hangen kriskras verspreid op houten muren, een lampenkap eindigt in een nogal dom kijkende koe, de her en der verspreide plaids en kussens komen recht uit een catalogus van Flamant.

Geraffineerd ? Niet echt, daarvoor is het iets te gezellig. Consequent ? Ja. En ondanks de hoge kneuterigheid charmeert het geheel. Alsof ik in de blokhut van George Michael ben beland. U weet wel, die van de videoclip Last Christmas. Alleen het personeel in Tiroler pakjes is er net iets te veel aan. Maar gedienstig zijn ze wel. Binnen de kortste keren geniet ik op een zonovergoten terras van een uitgebreid ontbijt, met zicht op de besneeuwde bergtoppen. Naast mij zit een koppel met een vijfjarig kind, dat elke zin in een andere taal uitspreekt. Nederlands tegen papa, Spaans tegen mama en tegen hen samen in het Engels. Afgezien van het gekwetter van deze internationale jetsetter in wording, domineert de stilte. Een dame in badjas veert op uit haar luie ligstoel om haar beautyprogramma verder te zetten. Tien meter verder flikflooit een jong stel in het dampende Zweedse buitenbad. Achter hen geven grote glaspartijen zicht op het azuurblauwe water van een overdekt zwembad. De muren van de spa zijn bekleed met houtcirkels en ronde keien. Het geheel oogt harmonieus en uitnodigend.

Ik besluit op ontdekkingstocht te trekken. Helaas, de spa is stemmig ingericht, maar niet erg praktisch. Acht ligbanken blijken ruim onvoldoende voor een hotel met 71 kamers. Ondanks de saunafaciliteiten is er nergens een waterfonteintje om mijn vochtgehalte terug op peil te brengen. En de vestiaire is even Spartaans en even groot als één kleedhokje van een gemeentelijk zwembad. Geen spiegels, geen haardrogers, niets. Weinig attent voor chique madammen die in kamerjas én met sprietjeshaar, terug naar hun hotelkamer moeten sloffen. Of zouden ze na elke saunabeurt langsgaan bij het kapsalon, een beetje verder op de gang ?

Schoonheidsfoutjes

Dat het aan het derde adagio, ‘oog voor detail’, soms kan schorten, blijkt ook tijdens mijn latere bezoek aan het schoonheidsinstituut. De verzorgingscabines zijn ingericht met dezelfde rustieke materialen als de spa, maar kleine details ontsieren. Zo lopen hier en daar verlengsnoeren langs de muren om gettoblasters te voorzien van stroom. De muziekinstallatie is duidelijk vergeten tijdens de opbouw. Erger is dat ook hier niet aan een kleedkamer werd gedacht. Met als gevolg dat ik tijdens de Soin Blanc Comme Neige (95 euro), tussen de peeling en de pakking, van de ene naar de andere cabine moet met mijn kleren onder de arm, verfrommeld in een papieren zakje. Het is misschien muggenzifterij, maar voor een hotel met dergelijke ambities en navenante prijzen, leg ik de lat hoog. Gelukkig scoort de gelaatsbehandeling goed. Tachtig minuten ontspannend genieten, met als hoogtepunt een Hot Stone-massage. Deze Soin Bol d’Air Pur (100 euro) is bovendien gebaseerd op het eigen productgamma, La Lignede Soins de Ferme de Marie. Een cosmeticalijn die er in korte tijd in geslaagd is om zich in de beautywereld te positioneren naast andere exclusieve nichemerken. Niet in het minst omdat er een zekere filosofie achter schuilt en dat kan rekenen op succes bij de meerwaarde zoekende beautyconsument van vandaag. De verzorgingsproducten op basis van natuurlijke elementen uit de bergen, hebben Edelweiss als sterspeler. En dus kocht La Compagnie des Hotels de Montagne in het verder gelegen Chambéry een aantal velden op om de beschermde bergbloem te kweken onder eigen beheer. Wat de geloofwaardigheid van de lijn natuurlijk alleen maar ten goede komt.

Minder geloofwaardig is echter de lichaamsmassage die ik de volgende dag onderga. Geen commentaar op de producten : als ze al niet werken, ruiken ze in ieder geval goed. Neen, dit keer stelt de schoonheidsspecialiste teleur. Met flauwe handjes smeert ze zonder veel bezieling de olie op mijn lichaam. De coupe champagne ’s avonds in de bar biedt meer relaxatie. Snel bestel ik een tweede, want ik ben tot de stresserende vaststelling gekomen dat mijn jeans, sweater en anorak schril afsteken tegen de bontmantels en Louis Vuitton’s van de andere hotelgasten. De geruite kussentjes op de houten banken geven de valse indruk van een nonchalante après-ski maar niets blijkt minder waar te zijn. Een koppel met een dochter van zes komt in vol ornaat binnen. Zij, een goed gecoiffeerde blondine op stiletto’s, draagt een beige manteltje dat ik meen gezien te hebben op het laatste defilé van Jil Sander. Hij, grijzende slapen en knap gebruind, heeft iets weg van de begeerlijke, kapitaalkrachtige kluizenaar uit de Bouquet-romannetjes. Nadat zij zich er van verzekerd heeft dat iedereen haar opgemerkt heeft, verdwijnen ze terug in de nacht. Gelukkig gaat het er gemoedelijker aan toe in het restaurant de fromage, een stemmig ingerichte kaaskelder met gedempt licht. De menukaart is gebaseerd op gerechten uit de Savoie en overtuigt mij meer dan die van het restaurant gastronomique.

Kiezen voor een levensstijl

Na een copieuze, maar uitstekende maaltijd brengt een navette me terug naar het nabij gelegen zusterhotel Mont-Blanc. Dit statige gebouw in het centrum van Megève dateert uit de jaren ’30 en werd enkele jaren geleden opgekocht door de Compagnie. Om vervolgens volledig heringericht te worden in de typische lifestyle. Concreet betekent dat eigenares Jocelyne Sibuet in een van haar gigantische opslagruimtes is gedoken en de ruimtes bedolven heeft onder de snuisterijen en authentiek oude meubeltjes. Zo authentiek oud zelfs, dat ik op een bepaald moment enkel de poten van de salontafel in mijn handen heb.

Niettemin ben ik een tevreden en ontspannen mens als ik na drie dagen huiswaarts keer. Afgezien van enkele kritische kanttekeningen zijn zowel Les Fermes de Marie als hotel Mont-Blanc mijns inziens toch aanraders. Al was het maar voor de gezellige sfeer en de uitstekende service van het restaurantpersoneel, de conciërges en receptionisten die duidelijk getraind zijn om te voldoen aan de grillen van de meest veeleisende reizigers (vandaar dat het personeelsbestand van Les Fermes de Marie maar liefst honderd mensen telt). Bijkomend pluspunt is de magnifieke ligging in een van de meest pittoreske skidorpjes van de Haute-Savoie. De lift die vanuit de dorpskern vertrekt naar het hoger gelegen skigebied Rochebrune, is bovendien bedacht voor skiërs die geen kilometers willen sleuren met hun materiaal. Keerzijde van de medaille is wel dat het skigebied van Megève veeleer beperkt is en niet sneeuwzeker, omdat de hoogste top maar tot 2350 meter reikt. Alternatief is dan uitwijken naar het nabijgelegen Chamonix. Of uw bankkaarten te verslijten in een van de luxeboetieks van het centrum, om vervolgens een prijzig hapje te eten in een van de gastronomische bergrestaurants. En daarna een middagdutje te doen in een knusse boerderijkamer. Het is maar voor welke levensstijl u kiest. Een kwestie van savoir-vivre, zoals de Fransen het noemen.

Tekst Pascale Baelden

Het bedrijf kocht een aantal velden op om de beschermde edelweiss te kweken onder eigen beheer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content