Ik ben geboren in Marokko, in een nieuw samengesteld gezin. Mijn vader was weduwnaar, een Berber, mijn moeder gescheiden, een Algerijnse stadsvrouw. Ik heb een halfbroer en twee halfzussen die een kleine generatie ouder zijn.

Ook al hun dochters moesten studeren, benadrukten mijn ouders. Niet eens zozeer om later een job te vinden, dat lieten ze aan ons over. Wel voor de intellectuele gelijkwaardigheid. Voor de levenswijsheid.

Ik wou geen migrant worden. In geen honderd jaar. Mijn oudere broer en zus waren geëmigreerd. Naar Nederland en België. En die voelden zich helemaal niet gelukkig. Ook op school werd het ons afgeraden. Je toekomst moest je in Marokko maken. Sinds het land onafhankelijk was, speelde ook de nationale trots.

En toen werd ik verliefd. Op een Belg, van de tweede generatie Marokkaanse migranten. Ik overtuig hem wel om terug te keren naar Marokko, dacht ik. Intussen studeerde ik Franse literatuur aan de universiteit. Twee jaar lang waren we verloofd, en schreven we brieven. “Kom naar hier.” “Nee, kom jij naar hier.”

Trots is een onderschatte emotie in het migratieverhaal. In Marokko was ik goed aan het studeren, ik wou me specialiseren in linguïstiek. Als migrantenvrouw, wist ik, zou ik weer helemaal onderaan de ladder moeten beginnen. Mijn trots heeft daarmee geworsteld. Maar ik was verliefd, en ik ben naar België gekomen. Twintig was ik toen. ‘Voor een paar jaar’, maakte ik mezelf wijs. Zodra ik hier was, heb ik toch de knop omgedraaid. Moest ook. Tussen twee beslissingen blijven leven, is onhoudbaar.

Drie jaar heb ik geïnvesteerd om een Belgisch diploma te behalen. Een jaar lang heb ik alleen maar Nederlands gestudeerd, daarna vertaler-tolk Frans-Engels. Veel te hoog gegrepen, natuurlijk. Mijn Nederlands volstond toen nog niet. Na drie jaar begon ik te werken. In Brussel gaf ik Arabisch aan kleuters. Later ook aan volwassenen.

Op de Internationale Dag van de Alfabetisering had ik een lezing gehouden. Over migrantenvrouwen. De toenmalige BRTN had dat opgemerkt en heeft me geïnterviewd. Net toen startte Radio Vlaanderen Internationaal met een Arabischtalige uitzending. Of ik er niet wou aan meewerken. Wat dacht je ? Zes jaar heb ik dat gedaan. Een ontzettend fijne tijd.

Ik wou weer naar het niveau dat ik bereikt had in Marokko. Die ambitie heeft me continu voortgestuwd. Toen de VRT herstructureerde en de Arabische uitzending schrapte, ben ik bij de dienst Integratie gaan werken. Intussen was mijn tweeling ook geboren. Het is in die tijd dat ik me echt intensief op de studie van het Nederlands heb toegelegd. In mijn eentje. Ik moest en ik zou.

Of hij dit een goede tekst vond. Meer wou ik niet weten van de hoofdredacteur van Knack. Ik had een verslag gemaakt van mijn vakantie, die zomer, in Marokko, voor de nieuwsbrief van de dienst Integratie. Collega’s vonden het leuk geschreven. En ik wou de mening horen van een professional. Rik Van Cauwelaert heeft me toen een heel bemoedigend antwoord gestuurd. Je hebt geen idee wat die mail voor mijn zelfvertrouwen heeft betekend.

Alleen Ayaan Hirsi Ali’s zijn echte feministische moslimvrouwen. Zo lijkt het meer dan eens. Een vrouw die afstand neemt van de islamitische cultuur en nog eens hard natrapt : die is geëmancipeerd. Hoe eenzijdig toch. En dan dat zwart-witte hoofddoekendebat. De emancipatie van de moslimvrouw wordt eindeloos gerecupereerd voor stellingen over de islam. Waarom gaat het nooit over die moslimvrouw zélf ?

Een stand van zaken van het feminisme in de Arabische wereld. Neutraal en journalistiek. Dat was het opzet van mijn boek Dolle Amina’s. Het is geen pamflet, geen manifest. Wel een informatief verhaal over de feministische moslimvrouw. Van waar het begon, in Egypte, over Marokko en Frankrijk, tot in België. Ik wou eindelijk de moslimvrouw zelf aan het woord laten over haar emancipatiestrijd.

Het emancipatieverhaal van de migrantenvrouw is extra complex. In de Arabische wereld hebben vrouwen meer bewegingsvrijheid om voor zichzelf een beslissing te nemen. De migrantenvrouw moet met veel meer gevoeligheden rekening houden. Gevoeligheden bij de autochtone gemeenschap, maar ook bij de migrantengemeenschap. Bij elke beslissing speelt ook de culturele identiteit een rol.

De valse veiligheid van vanzelfsprekendheden. Dat vooral heb ik als migrantenvrouw ervaren. En als schrijfster van dit boek. Mens, wat is dat van levensbelang : een open en lenige blik.

Samira Bendadi (41) is journaliste bij MO*. Onlangs verscheen van haar ‘Dolle Amina’s, Feminisme in de Arabische wereld’, Meulenhoff / Manteau, ISBN 978 90 8542 107 8, 19,95 euro.

Door Guinevere Claeys / foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content