De beste fotoboeken zijn Japans. En moeilijk te vinden. Een beknopte handleiding voor papierjagers.

The Photobook: A History volume 1, van Martin Parr en Gerry Badger, wijdt een hoofdstuk aan de geschiedenis van het moderne Japanse fotoboek. Uitg. Phaidon, Londen. ISBN 0 7148 4285 0

Ik heb een zwak voor Japans drukwerk, in het bijzonder koffietafelboeken en tijdschriften. Die zijn hier nog steeds moeilijk te vinden, wat ze nog een stuk begeerlijker maakt. Japanse boeken zijn doorgaans bijzonder goed gemaakt. Elk detail telt. Een Japans boek voelt en oogt juist. Dat heeft niet noodzakelijk iets met techniek of papier te maken : voor sommige boeken kan krantenpapier aangewezen zijn. De koffietafeltitels zijn relatief goedkoop, al bestaat er een markt voor dure uitgaven in gelimiteerde oplage, en drijft export de prijzen een stuk naar boven. Dankzij on-lineboekhandels en antiquariaten ligt ongeveer elk boek binnen handbereik, al is het belangrijkste instrument van de amateur-verzamelaar de website van Amazon Japan, voor de Japans-onkundige moeilijk navigeerbaar (het lukt wel, vanmorgen lag er nog een cd van Yosui Inoue in mijn brievenbus, drie weken voor op schema).

Het ultieme fotoboek

Mijn favoriete recente vondst is de heruitgave van The Map (of in het Japans : Chizu), een grensverleggend boek uit 1965 van Kikuji Kawada. Pocketformaat, harde kaft, in een kartonnen, met zwart textiel beklede slipcase, en in een gelimiteerde oplage van vijfhonderd exemplaren. The Map verscheen oorspronkelijk op 6 augustus 1965, ter herdenking van de vernietiging van Hiroshima, twintig jaar eerder. Negenenveertig, grotendeels wazige zwart-witfoto’s, waarvan drieëntwintig uitklapbaar zijn – abstracte close-ups van vernielde muurfragmenten en gesmolten glas, vergeelde portretten van kamikazepiloten, een halfvernielde Japanse vlag, afscheidsbrieven, een gehavend uniform, met daartussen de symbolen van de nieuwe, door de bezetter ingevoerde cultuur : flesjes Coca-Cola, neonreclame, een televisietoestel.

De oorspronkelijke versie van het boek werd door Martin Parr en Gerry Badger beschreven (in hun vorig jaar verschenen, essentiële naslagwerk The Photobook : A History) als “het ultieme fotoboek-als-object – geen enkel ander fotoboek heeft met evenveel succes grafisch design gecombineerd met een complex fotografisch verhaal.”

Ik vond de heruitgave toevallig bij Junku, een Japanse zaak in rue des Pyramides in Parijs. Er stond alleen een Japans bedrag in vermeld, 12.000 yen, ongeveer 100 euro -130 euro, preciseerde de man achter de kassa, nadat hij vele manipulaties had verricht op een voorhistorische rekenmachine. Ik besloot eerst de boekenwinkels op het internet te raadplegen. Amazon had nog nooit van The Map gehoord. De website van Nazraeli, de Amerikaanse co-uitgever van het boek, vroeg 250 dollar. Schaden, een gereputeerde fotoboekenzaak uit Keulen, vroeg on line maar liefst 280 euro, portkosten niet inbegrepen (uiteindelijk liet ik een exemplaar meebrengen door een vriend met vakantie in Japan).

De jaren zestig en zeventig waren een gouden periode voor de Japanse fotografie, schrijven Parr en Badger in The Photobook : A History . Dat had alles te maken met Hiroshima en de nederlaag tijdens de Tweede Wereldoorlog. De brave, door Amerikaanse voorbeelden geïnspireerde landschapsfotografie en verlegen naakten leken plotseling obsceen. Het collectieve, post-apocalyptische angstsyndroom van de Japanners gaf de cultuur een veel harder aspect. De Amerikaanse bezetting leidde tot economische groei, maar de welvaart was niet meer dan een pleister op een diep gapende wonde. Japan was, in meer dan één betekenis, een ruïne.

Papieren documentaire

Het eerste belangrijke naoorlogse fotoboek was Hiroshima, van Ken Domon, uit 1958 ( Hiroshima Mon Amour, de klassiek geworden langspeelfilm van Alain Resnais, dateert van hetzelfde jaar) : een papieren documentaire in de traditie van Cartier-Bresson, met gruwelijke beelden van wonden, littekens en ander leed. Hiroshima diende ook als onderwerp voor werk van Shomei Tomatsu, meer bepaald het boek Hiroshima-Nagasaki Document 1961. Tomatsu liet zich, in tegenstelling tot Domon, niet beperken tot het zogeheten ‘objectivisme’ van de sociale documentaire. De enige manier om de spanningen en paradoxen van zijn Japan weer te geven was volgens hem subjectief. Tomatsu liet zich inspireren door fotografen als William Klein en Ed Van der Elsken. Kleins boek New York, uit 1956, was een grote inspiratiebron voor de Japanse fotografen. Zijn existentialistische aanpak, rauw, intuïtief, werd door de Japanners gesublimeerd, en tot in het extreme doorgedreven.

Het belangrijkste fotografische document van de periode was een tijdschrift. Provoke was een artistiek en filosofisch manifesto, beïnvloed door de avant-gardeliteratuur en het studentenprotest. De stichters, fotograaf en schrijver Takuma Nakahira en kunstcriticus Koji Taki, waren geïnteresseerd in fotografie die wars was van sentimentaliteit, en net zo onbewust als de écriture automatique van de surrealisten – een fotografie die de ruwe ervaring vastlegde. Het beeld moest worden verlost van de onderdrukking door het geschreven woord. Het eerste nummer verscheen in november 1968, enkele weken na 10.21 Antiwar Day, het Japanse equivalent van mei 1968, waarbij studenten en politie elkaar te lijf gingen in de wijk Shinjuku. Provoke (ondertitel : Provocative materials for thought) stond symbool voor jeugd, rebellie, wanhoop, woede en hedonisme. Het tweede nummer van Provoke verscheen in maart 1969 en bevatte onder meer wazige naaktfoto’s van Daido Moriyama, de belangrijkste fotograaf van zijn generatie. Provoke 3, van augustus 1969, had ruwer papier, een ruwere vormgeving, en ruwere fotografie, van onder anderen Moriyama en Nakahira. Het bleef bij die drie nummers – wat volstond om van Provoke een blijvende referentie te maken, een titel met mythisch gewicht.

7L, de uitgeverij van Karl Lagerfeld, werd in 2001 gelanceerd met The Japanese Box, een thans uitverkochte doos met reprints van de drie nummers van Provoke en boeken van Moriyama en Nobuyoshi Araki, de beroemdste Japanse fotograaf (onder meer dankzij zijn portretten van geknevelde naakte dames). Die wou destijds graag meewerken aan het blad, maar mocht niet. “Ik was jaloers op Provoke,” zei hij enkele jaren geleden in een interview. “En dan in het bijzonder op die naaktfoto’s van Moriyama. Mijn medewerking was niet gewenst, en dus werkte ik alleen. De meeste mensen hadden geen aandacht voor Provoke, maar voor de Japanse fotografie was het tijdschrift als een bom.”

Nog of opnieuw verkrijgbaar

Tot slot, enkele scherven. De bibliografie van Daido Moriyama telt ongeveer vijftig titels, afgebeeld op zijn uitgebreide website, moriyamadaido.com. Verschillende boeken zijn nog courant verkrijgbaar, hetzij bij goed bevoorrade kunstboekenwinkels, hetzij via het internet. Shinjuku, dik als een baksteen, bevat zo’n zeshonderd zwart-witfoto’s met de beroemde wijk in Tokio als locatie. Bij dezelfde uitgeverij, Nazraeli Press, verscheen ook Memories of a Dog, een bundeling van een reeks teksten en foto’s die in de jaren tachtig in afleveringen werd gepubliceerd door het tijdschrift Asahi Camera. ’71-NY, verschenen bij PPP Editions in 2002, is vuistdik en bevat de foto’s die Moriyama maakte tijdens zijn eerste reis naar de Verenigde Staten, in het gezelschap van grafisch kunstenaar Tanadori Yokoo. ’71-NY is gedrukt op uitstekend papier en zit verpakt in een envelop van karton. Te mijden : Daido Moriyama Remix, een recente, betaalbare, gemakkelijk te vinden maar slecht gedrukte catalogus van de Parijse galerie Kamel Mennour.

Van Nobuyoshi Araki is de keuze aan verkrijgbare titels te groot om op te noemen. De reprint van zijn legendarische Tokyo Lucky Hole (een visueel parcours langs de seksclubs van Shinjuku) is dit najaar opnieuw verkrijgbaar bij Taschen.

De Amerikaanse uitgeverij Aperture bracht onlangs een heruitgave van Kamaitachi, een klassieker van fotograaf Eiko Hosoe uit 1969, verpakt in een doos met omslag van Tanadori Yokoo (inschrijfprijs : 350 dollar). Van Hosoe is bij dezelfde uitgeverij nog een reeks portretten van de legendarische schrijver Yukio Mishima verkrijgbaar, Barakei (50 euro, iets schappelijker). En dan is er nog Shomei Tomatsu, een merkwaardig figuur : zijn vroege werk beïnvloedde de fotografen van Provoke, die zich in groep tegen hem afkeerden, waarna hij zelf een aantal boeken publiceerde in de geest van Provoke ( OO ! Shinjuku, uit 1969). Een retrospectieve tentoonstelling van zijn werk reist op dit moment door de Verenigde Staten. De bijbehorende catalogus werd uitgegeven door het SFMOMA.

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content