Na twaalf jaar donker wonen in de Kortrijkse stadskern, bouwde interieurarchitect Francis Billiet een huis op het platteland. Achter de minimalistische gevel schuilt een woon- en werkdoos van beton en glas waarin het licht en het aanpalende groen een prominente rol hebben gekregen.

Hilde Bouchez & Katia Vlerick / Foto’s Vercruysse & Dujardin

Je kunt er niet omheen, het huis waar Francis Billiet samen met zijn vrouw Patricia Nollet en hun twee kinderen woont, is de eyecatcher van de rustige Wevelgemse woonwijk. Aan de straatkant lijkt de woning Billiet immers een moderne vestingmuur: veel beton, geen ramen. Bovenop die monoliet staat een (uitkijk)toren van metaal en glas. Wanneer Francis de deur van deze moderne burcht opent en je door het buitensas naar binnen wandelt, word je verrast door de openheid van de achterliggende woonst. Door de vele glazen wanden komt het licht je tegemoet. Francis: “Mensen in de buurt noemen dit huis wel eens smalend ‘de bunker’. Wanneer ze binnen komen, staan ze gewoon versteld van wat achter die hermetische voorgevel schuilt.”

Veel van die klaarheid heeft ook te maken met de rustgevende, groene ligging. Vanuit de binnenpatio, het centrale punt van de woning, kijk je niet alleen naar de woonkamer maar ook naar het groene landschap achter de glazen wand. Francis: “We hebben twaalf jaar in het centrum van Kortrijk gewoond, we snakten echt naar rust en groen. Modern bouwen in een landelijke omgeving is door de Belgische bouwwetten echter geen sinecure. Toen we op deze lap grond stootten, hadden we geluk. De bouwvoorschriften waren er niet zo streng en ons uitzicht zou nooit vertroebeld worden door nieuwbouw, de achterliggende gronden zijn immers landbouwzone.”

Toen Francis het ontwerp voor zijn woning tekende, wou hij het volgende bereiken: maximale ruimtebenutting van de achthonderd vierkante meter, veel glas om de natuur in huis te halen en aan de straatkant een betonnen wand om de privacy af te schermen.

In de hal, die over de volledige lengte van de woonst loopt, worden alle kamers met elkaar verbonden. De donkere houten wandbekleding uit gekleurde esfineer vormt een warm contrast met de betonvloer, de zichtbare stalen steunen en het vele glas. Francis: “Die combinatie van warme en koele materialen is bewust gekozen. Ik probeer in alles wat ik doe de juiste yin-yangverhouding te vinden, het komt eropaan tegenstellingen met elkaar te verzoenen.”

Achter de houten wand van de hal liggen de slaapkamers en de badkamer. Tussen de hal en die vertrekken zijn verscheidene sassen gebouwd die een geluidsbarrière vormen, maar ook functioneren als toilet of kast.

Francis beschouwt dit huis zo’n beetje als een lab voor zijn interieurideeën. “Ik heb hier geëxperimenteerd met soms onconventionele materialen die ik later in mijn ontwerpen ben gaan gebruiken.” De vloer van de badkamer is bijvoorbeeld van bamboe, een zeer harde houtsoort die goed geschikt is voor vochtige ruimtes. Het tablet is van de natuursteen pietra serena, de wanden van een afwasbaar materiaal dat veel in ziekenhuizen wordt gebruikt. “Intussen zijn de materialen al meer dan vijf jaar in gebruik, en ze hebben hun experimentele fase goed doorstaan.”

In de leefruimte vallen de grote glaspartijen onmiddellijk op. Het zicht op het landschap, de oude wilgen en de waterpoel staan in fel contrast met het strakke interieur, maar toch is er een perfecte symbiose. De sobere lijnen en de koele materialen glas, staal en beton worden in de deze kamer – en eigenlijk ook in de gehele woning – afgewisseld met meer organische en kleurrijke toetsen. Centraal in de living is de groengrijze wand met een vaste bank van gechloorde eik. “We overschilderen de wand naar gelang onze stemming, het voordeel daarvan is dat je daardoor de sfeer van de kamer kunt wijzigen zonder grote kosten te maken.” De struisvogelleren zitgroep is van Edra, daarnaast staat de klassieke LC2 van Le Corbusier en een salontafel van Francis, gemaakt van geplooid hout en afgewerkt met structuurlak en gekleurd glas.

In de eetplaats van de leefruimte staat een tafel van Fabiaan Van Severen. Erachter bevindt zich het keukengedeelte, Francis’ recentste experiment. “Ik maakte het barvolume (waarachter de eigenlijke keuken schuilt) uit een zeldzame soort Carrarisch marmer, een transparant materiaal. Ik installeerde er indirecte lichtbronnen achter die we ’s avonds aansteken. Het eerder koele marmer krijgt dan een warme gloed.”

De keukenkasten lijken van buiten af een verzameling safes, de wanden, het plafond en de vloer kregen een zeer gewaagde groene lakkleur, waardoor een verschillend volume gecreëerd wordt binnen het interieur van de leefruimte.

In de keuken staat ook een bijzondere kast, een van de eerste ontwerpen van Francis. “Die belichaamt mijn esthetische basisprincipes. Je hebt de enigszins strakke vormen, die ik van een warm materiaal maakte (gekleurde olm), en aan de andere kant de sierlijke, organische vorm die ik metaalkleurig uitvoerde. Yin en yang, dus.”

Francis werkt ook in dit huis. Vanuit zijn bureau kijkt hij uit op de rest van de woning en op het groen in de verte. “In de zomer zet ik het raam volledig open en geniet ik van de buitenlucht.” Wonen en werken wordt hier tot één geheel gesmeed. Toch verhuist hij binnenkort weer naar de stad. “De kinderen worden groter, voor hen is de stad meer gepast. Ik open in Kortrijk samen met mijn vrouw Patricia een nieuwe zaak: een woonwinkel annex body & homecare shop. Mijn bureau en onze woonst komen er ook.”

Francis Billiet: 056 42 35 62.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content