ROTTERDAM

De markthal : een paradijs voor foodies. Tegen het plafond : de 'Hoorn des Overvloeds' van Arno Coenen, het grootste kunstwerk ter wereld. Op de vloer : zo'n 120 kramen, winkels, restaurants en cafés. © OSSIP VAN DUIVENBODE

Waar de stad vroeger werd omschreven als kil en hard, en de bewoners net zo, hoor je nu woorden als creatief, bruisend en modern. We maakten een toertje door ‘Rotjeknor’ en beslisten dat Nederlands tweede stad onze nummer één is.

De skyline van Rotterdam is zo futuristisch dat het pijn doet aan je ogen. Rotterdammers hebben jaren op een werf gewoond – “Ach, we kenne niet slapen zonder het gebeuk van heipalen” – maar het resultaat is spectaculair. Net werd 75 jaar wederopbouw gevierd, en daar mag Rotterdam trots op zijn. Werd er in de jaren 70 nog gemord over het gebrek aan authenticiteit, intimiteit en menselijkheid van de nieuwe stad, dan lijkt nu het juiste evenwicht gevonden tussen wegvegen en renoveren, tussen mega-modern en vernieuwd oud. Het is duidelijk dat Rotterdam zich wil profileren als een stad van mogelijkheden, onbevreesd voor wat modern en gedurfd is. En dus lijkt de horizon op een staalkaart van de moderne architectuur, en tekenden de meest gerenommeerde architecten mee aan dit ‘Manhattan aan de Maas’.

Het is moeilijk om in Rotterdam niet met open mond naar boven te staren. Uit het Centraal Station komen is al een belevenis. Een en al hoeken en scherpe punten tekenen zich af tegen de lucht. De Markthal, in de vorm van een extra large hoefijzer, is een indrukwekkend ontwerp van Winy Maas, en trok in het eerste jaar na de opening al acht miljoen bezoekers. Binnenin vind je een paradijs voor foodies, met internationale restaurants, delicatessenstandjes en aperitiefbars. Op het schiereiland Kop van Zuid, waar vroeger de boten naar Amerika vertrokken, lieten tal van moderne sterarchitecten hun visitekaartje achter en zie je gebouwen van Francine Houben, Renzo Piano, Norman Foster en van de Rotterdamse zoon Rem Koolhaas. Zijn Rotterdam bestaat uit drie met elkaar verbonden torens, samen een verticale stad. De nieuwe architectuur, mooi en trots, getuigt van de overlevingsdrang om er na de oorlog het beste van te maken, en heeft nog altijd dat optimisme van een positieve toekomstvisie. Er zijn ook minder geslaagde projecten: de kubuswoningen van Piet Blom mogen van ons direct vervangen of vergeten worden.

Rotterdammers zitten nooit verlegen om een woordspeling en dus krijgt elk indrukwekkend gebouw meteen een bijnaam. De meest vreemde is wel Station Kapsalon. Een Kapsalon is een typisch Rotterdams gerecht van patat, shoarmavlees, komkommer, tomaat, gesmolten kaas, sambal en knoflooksaus. De caloriebom kreeg haar naam omdat een kapper in Rotterdam West het vaak bestelde. Het werd de bijnaam voor het Centraal Station omdat het gerecht in een aluminium bakje zit dat lijkt op het dak van het station. Zo gaat dat dus in Rotterdam. De overdekte winkelstraat Beurstraverse werd meteen de Koopgoot gedoopt. De Rijnhavenbrug gaat van Kop van Zuid naar het vroegere louche Katendrecht en heet dus de Hoerenloper. De sierlijke Erasmusbrug werd de Zwaan. De Blaaktoren met dat rare puntige dak heet het Potlood. Toen het Hilton in mei een nieuw restaurant opende, kwam er een wedstrijd met de vraag hoe het moest heten. De inwoners hadden er waarschijnlijk hoe dan ook een naam voor bedacht.

SHOPPEN EN LUNCHEN

Rotterdam beweegt. Zo is het Oude Noorden (Noordplein, Zwaanshals, Zaagmolenkade) een van de buurten in opkomst, waar volkse cafés en reisbureaus gespecialiseerd in Turkse bestemmingen, huizen naast trendy eettenten die goede cappuccino serveren met zelfgemaakte brownies. In Hopper wordt er op de laptop gewerkt en wenken de zelfgemaakte gebakjes. In Noord geen ketens, maar kleine winkels met persoonlijkheid. En de grootste kookwinkel die we ooit bezochten: Kookpunt. Uniek in de buurt is Jouw Marktkraam, waar je voor de duur van minstens een week spullen kunt verkopen, het aanbod wisselt dus. Voor een ontbijt, een brunch of een vroege borrel stop je bij Bertmans.

Weer anders van sfeer is de Hofbogenwijk (Katshoek, Raampoortstraat, Insulindestraat) met winkels en restaurants die zich installeerden onder de bogen van een vroegere spoorwegbrug. Een Urban Bakery, een platenzaak vol vinyl, een winkel die fietsen repareert en koffie serveert, seafoodrestaurant Opporto, jazzclub Bird. De sfeer is bohemien, ongedwongen. Rotterdam centrum wordt met het Hofplein verbonden door voetgangersbrug de Luchtsingel, mee mogelijk gemaakt door crowdfunding. Na jaren van verloedering en leegstand kregen de bogen door die brug een tweede leven. Een aanrader op loop-afstand van de brug, in het Schieblock : Groos, een warenhuis vol typisch Rotterdamse producten : design, mode, food.

Een meer klassiek shoptraject biedt de Van Oldenbarneveltstraat, met topwinkels als Ansh46, vol merken à la Isabel Marant en Yamamoto. Origineel buitenbeentje : de shoppingtassen van Susan Bijl, van kleurig gestreept vliegermateriaal. Of Goliath : de sportwinkel in de Witte de Withstraat die labels verkoopt als Robey, een Rotterdams sneakermerk, en Dutch Army Trainers. Lunchen kan bij NRCafé, ooit het pand van de gelijknamige krant. Stijlvol kuieren is het op de Meent, met een van de vele vestigingen van De IJssalon (inderdaad, ‘de’), met chocolaterie De Bonte Koe, waar elk cadeau eetbaar is (tulpen, sleutels, zonnen, hartjes), met gezellige wijnbars als 1NUL8, of de grote klassieker : Brasserie Dudok. Met een lange leestafel, prima koffie en uitstekend appelgebak.

OH JA, CULTUUR

Tussen al het eten en drinken door zou je haast vergeten dat hier een overvloed aan musea te vinden is, vooral in de buurt van de Witte de Withstraat: Boijmans van Beuningen (een van de oudste musea van Nederland), de grote Kunsthal met telkens meerdere interessante expo’s, Huis Sonneveld (een woonhuis uit de jaren 30, in de stijl van Het Nieuwe Bouwen), Het Nieuwe Instituut dat tijdelijk onderdak biedt aan het modemuseum of het Maritiem Museum voor het roemrijke havenverleden.

Kijk ook uit naar de vele beeldhouwwerken (beeldenroute Westersingel) in de stad : de Sylvette van Picasso, werk van Rodin, Karel Appel en Alexander Calder. En misschien wel het bekendste (in elk geval het meest omstreden) werk op het Eendrachtsplein : Santa Claus van Paul McCarthy. Door de inwoners treffend Kabouter Buttplug genoemd.

Lijkt Amsterdam u de ideale citytripbestemming, maar schrikt de grootte en chaos van de stad u af ? Een zomer lang rapporteert Knack Weekend vanuit de kleinere zustersteden van Europa. Plaatsen die in beweging zijn en bovendien een intiemere versie vormen van de drukbezochte hoofdsteden.

Tekst Lene Kemps

Station Kapsalon, Koopgoot en Hoerenloper: Rotterdammers geven hun gebouwen en straten graag een bijnaam

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content