(* Met dank aan Paul Mennes)

Reacties : jp.mulders@skynet.be

Het sperma van Dutroux, een van de minder appetijtelijke substanties waarnaar je gedachten kunnen afdwalen. Toch liep Michelle Martin er drie dagen mee rond, als was het een kostbare schat, veilig bewaard in een condoom in haar poes. Dutroux had gelezen dat op die manier de ‘mannelijke’ zaadcellen sneller zouden afsterven, zodat hij meer kans maakte op een meisje als hij de capote uiteindelijk doorprikte. Dat lukte nog ook, het stel kreeg een dochter : Céline. Misschien groeit zij, ondanks haar afkomst, op tot een prachtige vrouw. Zoals de moeder van Dutroux, op wie ik stiekem een beetje verliefd ben, als ik op de televisie oude beelden van haar zie. Helemaal mijn type. Mocht ik haar vroeger hebben ontmoet, dan hadden we wellicht nooit van witte marsen gehoord. Dan was heel die heisa niet nodig geweest.

Un prédateur“, hoorde ik mama Dutroux zeggen. “Mijn zoon is een roofdier.” Dat vond ik een mooie omschrijving. Misschien regelt de natuur het bewust zo dat er om de zoveel duizend meegaande en aaibare mensen nog eens een echt roofdier tussen zit. Misschien komt zo’n roofdier in barre tijden van pas, als de volgzamen en tammen al lang over de kling zijn gejaagd.

“Ik weet niet of ik mijn zoon nog graag zie”, zei de moeder mismoedig. “Vroeger wel. Toen was hij gewoon mijn klein jongetje. Ik zag hem graag zoals mijn andere kinderen.” Een vergiftigd cadeautje, dat Marcje van haar. Een peer die de genen haar stoofden. Ik heb het altijd al bizar gevonden, dat zo’n willekeurige zaadlozing kans geeft op miljoenen nakomelingen. Zouden daar bij elk van ons zaligen en zondaars tussen zitten ? Topvoetballers en potloodventers ? Nymfomanen en sociale assistentes ? Stukadoors en stuwadoors ? Losers en leeuwentemmers ?

Huiveringwekkend is het te bedenken dat je als ouder ook nietsvermoedend een psychopaat in de baarmoeder gesplitst kunt krijgen. Doet me denken aan De eerste foto van Hitler, dat gedicht van Wislawa Szymborska waarin twee vreedzame luitjes reikhalzend uitkijken naar de geboorte van hun kleine spruit. “Tok tok, wie is daar ? Dat is het kloppende hartje van Adolfje. Een jongetje, God zij geloofd, gezond en wel, gelijkend op zijn ouders, op een poesje in een mand, op kinderen in alle andere familiealbums.”

In vergelijking met Hitler of Stalin, of pakweg Pol Pot, is Dutroux maar een kleine garnaal. 1,60 meter, naar het schijnt. Zolang niet bewezen is dat er netwerken met hooggeplaatsten bestaan, kan ik het niet laten een fait divers in hem te zien. Een tragisch fait divers, dat zeker, maar niettemin een fait divers. Wat heeft die man ons nu geleerd ? Dat er kwaadaardige en onverbeterlijke mensen bestaan, die zelfs kinderen durven te martelen en vermoorden ? Voor wie dat nog niet wist : get real. De wereldgeschiedenis hangt ervan samen.

Zoals wel meer landgenoten érger ik mij voornamelijk aan die niet aflatende berichtenstroom rond Dutroux. Kunnen we ons niet beter op andere jobstijdingen fixeren ? Het rapport van het Pentagon, bijvoorbeeld, dat onlangs evengoed in de krant stond maar nog geen procent van al die aandacht kreeg. Tegen 2020 zal West-Europa volgens de verwachtingen afglijden naar een Siberisch klimaat. Grote gebieden van Nederland zullen voorgoed onbewoonbaar worden. Hongersnood, massale migratie en extreme droogte kunnen makkelijker dan ooit tot een kernoorlog leiden. En dat is nog maar een fractie van het lekkers dat de dramatische klimaatverandering voor elk van ons in petto heeft.

Daar zitten ook mensen achter. Kraaknet in het pak gestoken mensen, misdadigers die minder zichtbaar zijn, maar daardoor des te gevaarlijker. We zullen minder tam en meegaand moeten zijn als we die willen stoppen. Anders gaan leven, net nu Agalev dood is en Groen ! op apegapen ligt ? De gedachte alleen al doet zeer. Comfortabeler is het achterover te leunen in onze relaxfauteuil, naar Dutroux op de treurbuis te roepen : ter dood met de vuile ploert ! Zelfgenoegzaam omdat we zelf zulke keurige burgers zijn. Met onze baan. En onze skivakantie. En onze stoere 4×4, die het dubbele slikt van een gewone auto. En onze bezoekjes aan de Grote Vrolijke Supermarkt*, waar zelfs het formaat van de karre- tjes de laatste jaren sluipend is gegroeid. En al die andere nette en begerenswaardige dingen, waar nog amper over gezeurd wordt, maar die ook als roofdierzaad sluimeren in de schoot van moeder aarde.

Over twintig jaar barst het condoom.

Misschien.

Ik herinner mij nog levendig hoe we vijf jaar geleden bang waren voor de millenniumbom.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content