Bon Bon Bloc

Bon Bo-Bon Bo-Bon Bloc

Niets is zo vervelend als in de supermarkt met een reclameriedel in je kop te zitten uit de vroege jaren 80. Ik kan daar weinig mee aanvangen, tenzij vaststellen dat de reclame haar werk gedaan heeft. Blijkt dat dat domme deuntje zich meer dan dertig jaar lang in mijn hoofd heeft verankerd. Het voert terug naar vrijdagavonden van lang geleden en naar de Nederlandse televisie, met Loeki de Leeuw die grappige dingen deed voor en na de reclameblokken.

De vrouw voor mij legt met een nijdige klik het beurtbalkje op de lopende band achter haar boodschappen. Ze werpt een giftige blik in mijn richting, alsof ze mij ervan verdenkt mijn aankopen op haar rekening te willen zetten. Zulke mensen heb je, zoals je ook mensen hebt die op woensdagavond al “prettig weekend” zeggen. Ik stel mij voor dat die mensen aan hun doordeweekse leven de pest hebben.

Terwijl ik Loeki de Leeuw uit mijn hoofd tracht te schudden, valt mij op hoe grillig gevormd de neus van die vrouw voor mij is. Welk evolutionair voordeel zouden neuzen met grillige vormen hebben ? Er moet een reden voor zijn dat ze nog steeds in het straatbeeld voorkomen en niet werden weggefilterd, na miljoenen jaren van natuurlijke selectie. Wellicht gaat de natuur ervan uit dat er zich een situatie kan voordoen waarin mensen met grillige neuzen een grotere kans op overleven hebben dan mensen die met een discreter reukorgaan toegerust zijn. Om dezelfde reden ongeveer zullen er ook altijd mensen zijn met vliegangst, mensen met een voorkeur voor het Zwarte Woud en mensen met een aversie voor de Ronde van Frankrijk. Die laatsten zouden wellicht naar een goelag worden verbannen, mocht er een referendum georganiseerd worden waarbij 50 % van de stemmen voldoende is. Je wilt de wereld niet zien waarin alles wordt beslist met 50 % van de stemmen. Het zou een wereld zijn waarin dieven worden opgeknoopt en je honderdtachtig mag op de snelweg.

Terwijl ik daaraan denk, en bij thuiskomst proef van lauwe grenadine, loop ik zo’n beetje rond te tasten naar de liefde. Erich Fromm schijnt daarover gezegd te hebben : “Er is bijna geen activiteit, geen onderneming, die gestart wordt met zo verschrikkelijk veel hoop en verwachtingen en die toch zo vaak mislukt, als de liefde.” Erich Fromm was, zeker in zijn jonge jaren, overigens allerminst verfrommeld. Hij was een gladde en beroemde, nu door de kijkers van Dating Naked weliswaar grotendeels vergeten psycholoog, die onder meer theorieën lanceerde over de vraag waarom mensen geneigd zijn zich ondergeschikt te maken aan dictaturen. Theorieën die ongetwijfeld een grond van waarheid bevatten, hoewel ik ze nog moet lezen, zoals ik het meeste nog moet lezen van wat er in de wereld is geschreven door mensen die slimmer dan ik zijn. En de tijd begint te dringen.

Maar om op het spoor van de liefde te blijven : die zoek ik in schimmige spoorwegviaducten en op godvergeten stranden. Ik zoek ze in toestellen die zij bij zich draagt. Ik zoek ze waar zij loopt en in wat met haar in contact kwam, zoals parfum, afgedankte sjaaltjes en televisieprogramma’s met een lachband. Ik zoek ze in graaibakken tijdens de solden : tussen herinneringen, vervlogen beloften en olfactorische indrukken. Ik zoek ze in een jas waarin staat te lezen : Cuir de Qualité – Rose Garden. Soms droom ik dan van dingen zoals een vers gemaaid gazon, een Amerikaanse slee met vinnen op de oprit en een vrouw die vriendelijk vraagt of ik een plak cake wil.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

Ik zoek ze in graaibakken tijdens de solden: tussen herinneringen, vervlogen beloften en olfactorische indrukken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content