Het wordt een eerste communicantje al ingepeperd: het schoonheidsideaal heeft niets meer te maken met stevige rondingen. Jammer, want een ronde Venus kan zeer aantrekkelijk zijn. En dat hebben enkele Belgische ontwerpers begrepen.

Gretel Van den Broek /Illustratie Kristina Ruell

Dat een grotere maat niet per se een kleinere aantrekkingskracht hoeft uit te oefenen, had de Franse ontwerper Edmond Boublil jaren geleden al begrepen. Hij wist immers dat veertig procent van de Franse vrouwen zich vanaf maat 44 kleedt, en dat velen uit deze groep op een modieuze veruitwendiging van hun zelfvertrouwen zaten te wachten. Dus ontwierp hij lederpakken, jurken waarin rondingen werden geaccentueerd en blouses met een zeer sexy decolleté. Zijn voluptueuze mannequins stuurde hij bovendien hooggehakt de catwalk op.

Er zijn ook bescheidener manieren om met grote maten om te gaan. In de catalogus van Boutique Plus van Neckermann kun je thuis, en dus zonder pottenkijkers, kleren kiezen tot maat 58. Ook La Redoute voorziet in zo’n service en in de winkels van M&S Mode hangen niet zo dure jurken, broeken en truien tot maat 54. Maar het zijn zo vaak oudere modellen, vindt de jonge cliënte, of de stofjes zijn niet echt kwaliteitsvol.

Ontwerpster Jytte Meilvang werkt in de winkels van H&M met haar lijn BIB ( Big Is Beautiful) met streepjes, topjes en kunstleren jasjes de soepjurkfrustratie weg. BIB geeft een hint naar een positiever zelfbeeld met een maatsysteem dat vanaf extrasmall begint. En ook bij het Italiaanse Marina Rinaldi vertaalt de inmiddels bekende slogan Style is not about size zich in een aparte telling. Vanuit Nederland hebben Cora Kemperman en Hebbeding in hun losse modellen vaak plaats voor stevige lijven en C&A XL gaat de complexen te lijf met een verkiezing van Miss XL.

Ook Maurice Meyer, zaakvoerder van het oer-Belgische Mayerline, nuanceert dit begrip. Hoewel het voor Mayerline, vanaf het ontstaan in 1957, snel duidelijk was dat niet maat 38, maar veeleer maat 44 een goede basis voor de collectie was, is Meyer niet geneigd om van een grote-matenmerk te spreken. “Wij zoeken naar maten en modellen die rekening houden met de realiteit van de Belgische vrouw. Als ik naar de Parijse etalages ga kijken, en me nadien op een terrasje zet om te observeren, zie ik een wereldbreed verschil tussen wat mode wil zijn en waarmee werkelijk geleefd wordt. Wij willen ervoor zorgen dat we met de vrouw mee kunnen evolueren, ook als ze na een bevalling bredere heupen heeft, of als de sporen van haar leeftijd zichtbaar worden. Het gaat eerder om mentaliteit dan om maten. Zoals het definiëren van jong of oud eigenlijk subjectief is, zijn ook dun of dik zeer moeilijk af te lijnen woorden. Het begrip dat bij de Mayerline-lijn past, is veeleer comfortfitting. Onze ‘ijkvrouw’ is een 35-plusser die behoefte heeft aan comfort en kwaliteit.”

Dat neemt natuurlijk niet weg dat Mayerline al jaren de toeverlaat is van rijpere vrouwen die een maat hebben tussen 44 en 52. Om die naam te kunnen blijven garanderen, vroeg Meyer aan een studiebureau om het imago van Mayerline door te lichten. Het resultaat loog er niet om: Mayerline droeg het stempel ‘zeer degelijk, maar oubollig’.

Meyer: “We hebben toen besloten dat we onze doelgroep trouw wilden blijven, maar dat we ernstig werk zouden maken van verjonging. Een speelsere sfeer en meer casual accenten moeten het oubollige wegwerken, zonder af te dingen op kwaliteit of comfort. Het was een beetje koorddansen, maar het is gelukt. In onze zomercollectie is de verjonging al te merken, en in de wintercollectie zet die zich algemeen door.”

Mayerline volgt de mode, hoeft die niet te maken. Dat wil zeggen dat niet alleen de observatie van de heersende trends, maar ook het doorgronden van de algemene mentaliteit belangrijk is. Een van die observaties is het systematisch verjongen van de mode per leeftijdsgroep. Meyer: “Ik durf te zeggen dat sinds ik in dit vak zit, de kleding 25 jaar verjongd is. Mijn vrouw is grootmoeder geworden, maar kiest totaal andere kledingstukken dan haar moeder op diezelfde leeftijd. Ook rondere dames willen niet alleen meer klassieke modellen. Maar het is niet altijd eenvoudig om een bepaald patroon zomaar ‘eenlijnig’ te vergroten. Dat vraagt om aanpassingen en technische knowhow.”

Daar zit meteen de moeilijkheid van een maatje meer. Mayerline lost dat op door aparte aanpassingen te maken voor maat 40, 44 én 48, en door die systematisch op vrouwen uit de doelgroep te passen. Dat brengt ons bij een gevoelig onderwerp. In de Mayerline-brochure zijn die vrouwen niet te zien. Het fotomodel van dienst heeft veeleer een 38. Meyer beseft dat dit een beetje rond de pot draaien is.

“Zelf heb ik een boon voor de wat rondere vrouw. Ik kijk er graag naar, maar merk ook dat ze zelf in een brochure toch graag iets van een droom wil zien.”

Ook de laagjesmode haakt deels in op deze droom. Losse modellen verhullen veel, en door stoffen over elkaar te laten vallen, oogt het geheel toch smaakvol.

Siliconen bvba bedient een tweehonderd speciaalwinkels, die zien de losse kleding als een verademing naast het meer klassieke werk van de grote ketens.

Nochtans ruisen de laagjes ook meer en meer bij Belgische ontwerpers. Sabine Van Dorpe tekent sinds 1998 de laagjeslijn Aspasia, genaamd naar een mooie en verstandige vrouw uit de Griekse Oudheid. Haar collectie bestaat uit losse modellen, die toch ook een weinig aansluiten. Van Dorpe: “Ik vertrek meestal van maat 42, en teken tot maat 54 in een jonge, maar toch geklede stijl. Omdat ik niet wil vervallen in een algemene A-lijn, maak ik de kleren lang en omlijnd.” Eigen aan Aspagia is de website The bigger size met tal van links naar XL-informatie.

Ook bij Kristina vallen stofjes losjes over elkaar. De ontwerpen van Kristina Peeters hangen vooral in Europese winkels, maar ook in Tabou, een Brusselse grote-matenwinkel. De winkel wordt uitgebaat door Claire Launoy, die ook haar eigen laagjesontwerpen in de winkel verkoopt.

En dan is er nog het Aarschotse Pocoline, dat langzaam maar zeker een stevige reputatie opbouwt met laagjeskleding. Pascale Frans en Hilde Brullemans hebben eigen Pocoline-winkels in Aarschot en Leuven en leveren aan een dertigtal speciaalzaken in België.

Frans noemt zichzelf “een beetje uit de kluiten gewassen” en was het beu dat ze nooit mooie kleren vond in haar maat. Sinds 1997 legt ze zich toe op het verhullen van ronde vormen. “Ik heb geleerd dat grote-matenmodellen ook kwaliteitsstoffen vragen. De kleding krijgt meer te verduren, denk maar aan de spanning op de naden en de wrijving. Omdat mollige vrouwen vaak meer transpireren, zijn ademende stoffen als katoen en linnen het meest geschikt. Die kunnen in de wintercollectie met wol gemengd worden, op voorwaarde dat ze soepel blijven vallen.” Dat één op de drie klanten na aankoop een retouche nodig heeft, bewijst dat Pocoline ook vrouwen met uitzonderlijke maten aantrekt.

“Ronde vormen verstoppen is gemakkelijk, en dat is ook wat de meeste grote-matenmerken doen. Moeilijker is het om de schoonheid van de zwaardere vrouwen in het licht te zetten. Zij hebben bijvoorbeeld vaak een zeer mooi decolleté.”

Lena Lena ontwerpt voor vrouwen die sensueel willen zijn, nonchalant en vrouwelijk, die zich met hun ronde vormen toch thuis willen voelen in de modewereld. Crabbé: “Ook wij hebben losse modellen. Maar daarnaast werken wij ook met getailleerde lijnen, die de typisch vrouwelijke vormen benadrukken.”

Behalve de verhullende laagjes en de meer gedurfde onthullende mode, kunnen mollige dames in België ook een assortiment klassiekers vinden. Olivier Strelli is niet meteen een grote-matenspecialist, maar voorziet toch in een maat 46, en voor enkele modellen tot 48. De brochure belooft niet alleen de traditionele broekpakken, maar ook bijvoorbeeld een asymmetrische top met zebraprint en een in de taille gesnoerde cardigan met zeer laag, druppelvormig decolleté. Gedurfd. Alleen zijn er amper winkeliers die dat in grote maten bestellen, omdat ze vrezen dat het niet staat bij grote rondingen.

Atmos gaat met de klassiekers tot maat 58, met broekpakken en stadkleding tot maat 46 of zelfs tot 52.

Ontwerper Eduard Vermeulen, ontwerper van de trouwjurk van prinses Mathilde, tekent naast zijn merk Natan nu al drie jaar ook de lijn Natan+. Samen met Anne-Marie Dumanceau zoekt hij naar een klassieke collectie die vrouwen met een maat tussen 44 en 52 als gegoten zit. Nieuw is de Brusselse winkel Natan+. Met een witte minimalistische inrichting hebben nu ook de mollige vrouwen een eigen trendy pleisterplaats. Het is de uitdrukkelijke keuze van Natan om deze +-winkel wel in de buurt van de andere winkel, maar toch in een aparte ruimte onder te brengen. Op die manier kan kiezen en passen toch een beetje in een discrete sfeer verlopen. Natan+ verkoopt de aangepaste versies van de beste Natan-stukken. Klassiek dus, maar evengoed liggen er blazers in zwart en bruin nappaleer, gemakkelijke omslagbroeken of trotse rode truien.

www.thebiggersize.be is een site met XL-links.

“Zoals het definiëren van jong of oud subjectief is, zijn ook dun of dik zeer moeilijk af te lijnen woorden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content