‘Wanneer je in Rome bent, gedraag je zoals de Romeinen.’ Schrijfster Rosita Steenbeek, al jaren thuis in de Eeuwige Stad, nam Sint Augustinus’ raad ter harte. Háár Rome is een levend museum met vele laagjes, vol verborgen schatten en kleurrijke bewoners.

Op de Piazza Navona heeft de hele wereld rendez-vous. Schoolkinderen met gele petjes vergapen zich aan straatartiesten en levende standbeelden, toeristen uit de vier windstreken likken wellustig ijs op de rand van de Fontana dei Quattro Fiumi of laten zich vereeuwigen door hedendaagse Michelangelo’s. Gelijkaardige taferelen op de Campo de’ Fiori, de Piazza della Rotonda, bij de Fontana di Trevi en de Spaanse Trappen. Mensen, veel mensen, kleuren en knetterende Vespino’s : wie net voet op Italiaanse bodem zette, snakt onwillekeurig naar adem.

Midden in dat stadsgewoel woont ze, Rosita Steenbeek, en toch heerst er op haar terras een weldadige rust. Ergens klept een kerkklok, af en toe is er het zuiderse geluid van gierzwaluwen. Voor de rest : stilte. Als adres kan het tellen : haar piepkleine flat – “mijn boudoirachtige cel” – maakt deel uit van de kerk van San Giuliano dei Fiamminghi, oorspronkelijk een kapel en opvanghuis voor pelgrims uit onze streken op weg naar het Heilige Land. Tegenwoordig is Sint-Juliaan de koninklijke nationale kerk van België in Rome. Eén muur scheidt Rosita’s woonst van de kapel : als er ’s avonds een dienst of een concert is, is het glas-in-loodraam boven het altaar verlicht en zit God de Vader met Jezus op zijn schoot en geflankeerd door twee engelen als het ware op Rosita’s terras.

Nippend van een glaasje prosecco wijst ze, omringd door geschiedenis : hier de kerk, daar de bibliotheek, daarachter het Theater van Rome, waar vroeger het Theater van Pompeius was en het senaatsgebouw waar in 44 voor Christus Julius Caesar vermoord werd. Kerk, biblio-theek theater : “mijn heilige drie-eenheid” noemt de domineesdochter het. Aanvankelijk studeerde ze theologie, daarna letteren en intussen acteerde ze in theater en film. Het was het avontuur dat haar naar Rome bracht : “Op mijn dertiende kreeg ik een hersenbloeding, heel jong al keek ik de dood in de ogen. Na mijn studies wilde ik de wereld in, léven, vanuit het besef : van het ene moment op het andere kan het gedaan zijn. Hoewel ik niet van plan was om hier lang te blijven hangen, voelde ik mij als dochter van het protestantisme gek genoeg meteen thuis in Rome, en niet alleen omdat ik met de klassieken opgevoed was. In Rome ben je je voortdurend bewust van je wortels, de geschiedenis is hier heel tastbaar. Helemaal mistroostig word ik in zo’n anonieme Hollandse wijk met alleen maar moderne flats.”

Engelen en demonen

Als we later samen door de straten lopen, begrijp ik meteen wat Rosita bedoelt. We komen voorbij Antica Pizza di Agrippa, op het eerste gezicht een banale pizzeria, maar in de kelder kijk je tegen een muur aan die een overblijfsel is van de Thermen van Agrippa, de oudste van de stad, die van 19 voor Christus dateren. Rosita woonde al twintig jaar in Rome toen ze vlak bij haar woonst deze plek ontdekte. “Dat is zo geweldig hier, je doet elke dag nieuwe vondsten.” Het relaas van haar avontuurlijke omzwervingen door de veellagige stad kun je lezen in Thuis in Rome en Terug in Rome, twee boeken waarin de lezer veel te weten komt over Romeinse keizers, heiligen en pausen, maar net zo goed kennismaakt met kleurrijke personages zoals chef-kok en Tiberschuimster Valentina en de galante schoenenfetisjist Simone.

Tijdens de wandeling slaat het herkenningseffect toe : hier is het kattenforum waar Rosita in Terug in Rome vaak naar verwijst, en de Chiesa Nuova, de kerk waar drie grote schilderijen van Rubens hangen en de Nederlandse schilder Jasper van Wittel alias Gaspare Vanvitelli begraven ligt. Die speelt een belangrijke rol in Ander licht, Rosita’s historische roman over de Bentvogels, de Nederlands-Vlaamse schildersvereniging in Rome die even beroemd was om haar talent als om haar wilde feesten. Aan de huizen in boogvorm op de Campo de’ Fiori kun je dan weer goed zien waar vroeger het Theater van Pompeius annex tempel van Venus was.

Op de hoek van de Via della Gatta wijst Rosita naar het beeldje van een kat tegen de gevel van het Palazzo Grazioli, waar Berlusconi woont als hij in Rome is. Het stelt de Egyptische vruchtbaarheidsgodin Bastet voor en komt uit een tempel van Isis. Want ja, nadat Cleopatra zowel Caesar als Marcus Antonius betoverd had, ontstond er in Rome een ware Egypterage. Van de vele piramiden die er toen verrezen, staat er nog eentje overeind, die van Cestius bij de Porta San Paolo. Maar zelfs nu nog vind je in deze stad op bijna elk plein, op elke fontein een obelisk, stuk voor stuk uit Egypte ‘meegenomen’ door de veroveraars. Dan Brown ontgingen de vele Egyptische monumenten niet, en ze spelen een belangrijke rol in Het Bernini mysterie, onlangs verfilmd als Angels & Demons, een prent die zich zo goed als volledig in Rome afspeelt en horden toeristen naar voorheen minder bezochte kerken als de Santa Maria della Vittoria lokt.

Troostende schoonheid

Ook op de fontein voor het Pantheon staat een obelisk. Een paar meisjes in bruidsjurken hebben er afgesproken voor een vrijgezellenfeestje. Als het begint te regenen rennen ze giechelend de kerk in. Ooit werd dit ronde gebouw, volgens veel mensen het meest volmaakte ter wereld, door keizer Hadrianus opgedragen aan alle heidense goden van Rome, maar in 609 werd het ingewijd als kerk, de Santa Maria ad Martyres. Volgens de overlevering verlieten toen alle demonen de kerk via de oculus, de ronde opening in de machtige koepel. Nu regent het binnen via dat gat, het is een feeëriek gezicht, de druppels in de lichtbaan. Rosita : “Als ik hier naar boven kijk, voel ik me tegelijk groots en nietig. Groots omdat mensen tot zoiets indrukwekkends in staat zijn, nietig omdat ik besef dat 2000 jaar geleden óók al mensen naar dit perfecte bouwwerk keken waarin ik nu eventjes rondloop. Dat relativeert je bestaan, je krijgt hier een heel speciale relatie met de tijd. In Rome wordt heel erg in het hier en nu geleefd en dat bevalt me wel.”

Rosita kende ook tijden van diepe crisis in Rome : ze verloor er een grote liefde, een grote vriend en haar beste vriendin Marion, met wie ze bij haar aankomst hier een appartement en lief en leed deelde. Zelf brak ze bij een auto-ongeval in Nederland haar rug en moest samen met haar eveneens zwaargewonde moeder maandenlang revalideren. Toen ze terugkeerde, was het in een gipsen korset. “Rome is een troostende stad. Marion wist al een poosje dat ze zou sterven, maar tot op het laatst gingen we samen uit eten. Ook bij Valentina, een vriendin die opgravingen doet in Etruskenland en een hele collectie benen pennen, ringen en munten in de Tiber vond. Op één van de laatste avonden gaf ze Marion een olielampje dat 2000 jaar geleden al brandde en nu nog. Een mooi cadeau dat Marion het gevoel gaf dat ze opgenomen was in een groot verhaal.”

Rome prikkelt en troost, en zelfs het dagelijkse leven is er nooit alledaags. We gaan lunchen in da Sabatino a San Ignazio, zo’n typisch Italiaans familierestaurant waar de foto van de patron met Bill Clinton tussen de portretten van de kleinkinderen hangt. En van toeval gesproken, op het terras treffen we die andere Romeverslaafde : Carine Cuypers, auteur van boeken als De magie van Rome en Pantheon, navel van de aarde. Rome mag dan al de eeuwige stad zijn, soms heeft het ook iets van een dorp.

Tekst en foto’s Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content