Tussen littekens en verlangen. Zo situeert Carine Cuypers ‘De magie van Rome’, haar zinnelijke lees-, kijk- en voelboek over de eeuwige stad.

:: De magie van Rome en het sublieme gemis, Carine Cuypers, Roularta Books / Byblos. Met een nawoord van Patrick Lateur, 176 p, gebonden, 39,50 euro.

Toen ik je zag werd ik verliefd, en jij glimlachte omdat je het wist.” Een citaat van D’Annunzio, nog veel mooier in het Italiaans : Cometi vidi mi innamorai, e tu sorridi perche lo sai. Ze reist graag met citaten, Carine Cuypers, op papier of zomaar in haar hoofd. Flarden teksten die op de meest onverwachte momenten in haar opwellen, vaak tot haar eigen verbazing, omdat ze niet besefte dat ze zich met weerhaken in haar geest genesteld hadden. Het citaat van D’ Annunzio zou over haar kennismaking met Rome kunnen gaan, nu een half mensenleven geleden. Een kennismaking met grote gevolgen. “Alles kwam samen, er overviel mij een gevoel van totale harmonie, als een warme jas op een kille dag.” Ineens wist ze wie ze was : “Een Italiaan die veel te lang heeft afgezien in de gure noorderwind”, om het met Couperus te zeggen. Die herkenning, dat gevoel van omarming drijft haar telkens opnieuw terug naar haar camera con vista in een hotelletje op de Piazza della Rotonda, met bevoorrecht panorama op het Pantheon, misschien wel het mooiste gebouw ter wereld.

Carine Cuypers komt uit het Hoger Kunstonderwijs en werkt als onafhankelijk grafisch vormgever. Jezelf toelaten te spelen, dat is voor haar het begin van alle creativiteit. Een boek over Rome ? Ze had het zich niet voorgenomen, het is haar overkomen. En van in het begin was duidelijk dat het niet zomaar een tekstboek-met-prentjes zou worden. “Zesentwintig lettertjes, dat is een veel te klein gereedschapskistje om mee uit te drukken wat ik wilde zeggen. Als ik zelf een tekst schrijf, vraag ik me altijd af : zegt dit nu alles, is dit wat ik heb willen verwoorden ? Omdat ik als zelfstandige werk, ben ik vaak verplicht om mijn werk aan klanten uit te leggen. Terwijl ik eigenlijk veel liever zou aanbellen, een doos naast de deur zetten en hard weglopen. Als kind was ik erg verlegen, misschien ben ik daarom beginnen tekenen. Foto’s maak ik niet om de foto’s, het zijn reservoirs om indrukken mee naar huis te nemen, te bewaren, te koesteren. Als ik in mijn opzet geslaagd ben, dan reik ik met mijn beelden van Rome geen verhalen aan die de mensen vertellen wat ze in die stad moeten doen. Het zijn scherven van een kapotgevallen pot die iedereen naar eigen goeddunken opnieuw kan samenstellen. De stad is slechts een kapstok, en mijn boek een pleidooi voor tederheid, opgedragen aan alle dromers die weten dat er geen betere plek bestaat om te wonen dan in de eigen verbeelding.”

De Magie van Rome ontstond uit liefde, maar ook uit frustratie. “De Italië-hype is nu al jaren bezig, maar de groen-wit-rode vlag wordt vaak misbruikt. Wat mij tegenstaat aan al die Mijn olijfgaard in Toscane-boeken is dat ze blijven steken in het pittoreske cliché ; je komt zelden te weten wat het land echt bij de auteurs teweegbracht.” Toen Carine uitgevers tussen pot en pint vertelde dat het Rome-boek dat zij in haar hoofd had nog niet bestond, zag ze veel mondhoeken omhoogkrullen. “Liever dan er uren over te zeuren, wilde ik het gewoon laten zien. Voor mijn innerlijk oog was het boek immers al af, ik moest het alleen nog maken. Wat toen gebeurde, was mij nog nooit overkomen. Ik heb geen aanleg voor esoterie, ik kijk geen koffiedik en ik lees geen tenen, maar dat boek is er gewoon uitgegulpt. Teksten, foto’s, afbeeldingen van persoonlijke souvenirs, ze vonden vanzelf hun plaats, alsof het mij van bovenaf werd ingefluisterd. De kleuren zijn de kleuren van Rome waarvan ik al jaren doordrongen was. Toen de maquette na tien dagen af was, stond ik zelf verstomd van wat er lag : wat heb ik nu gemaakt ?”

Seksboek

Wie het boek doorbladert, ziet meteen dat Carine Cuypers er haar ziel in blootlegt. Een klassieke Rome-gids is het eigenzinnige eenvrouwsproject zeker niet, je zoekt bijvoorbeeld tevergeefs naar een foto van de Sixtijnse kapel of het Antico Caffé Greco. De foto’s die er wél in staan, wekken de nieuwsgierigheid op. Wie was er zo smoorverliefd dat hij in het holst van de nacht met een spuitbus op pad ging en in vurige letters de anonieme hartenkreet ti amo op een muur in een smalle straat sproeide ? Woonde zijn geliefde aan de overkant ? En werd het nog wat tussen die twee ? Bij de foto’s citaten van uiteenlopende auteurs als Augustinus, Madame de Staël, Herman Portocarero en symbolen van het onderweg zijn : een vliegtuigticket, een toegangskaartje, een welbereisd valiesje, een oud biljet van duizend lire. En door het hele boek zwervend : een mysterieus metalen doosje met nu eens een doekje voor het bloeden, dan weer een popje dat in Rome letterlijk het hoofd verloor. Dat alles in een boek dat met zijn matte kartonnen kaft de allures van een ouderwets fotoalbum heeft en even lekker in de hand ligt.

“Een seksboek,” noemt Cuypers het met een scheve grijns, “maar dan één dat je op het salontafeltje kunt laten liggen als oma op bezoek komt.” En het is waar, Rome is en blijft een zwoele stad. “Er moet zich al bijzonder veel eelt op je hart hebben gevormd, wil je dat niet voelen. De zinderende sfeer kruipt onder je huid, doet passie oplaaien. Ik weet hoe het voelt om hartstochtelijk verliefd te zijn, ik weet ook hoe het voelt als dat niet beantwoord wordt. Wie er zoals ik vaak alleen rondloopt, ontsnapt niet aan sehnsucht en Sturm-und-Drang. Maar echt eenzaam heb ik me er zelden gevoeld. Je loopt over de Via Appia en je komt daar geen levende ziel tegen, want na de eerste kilometer haakt iedereen af. Ik normaal gezien ook, maar bij mijn laatste bezoek ben ik gewoon doorgelopen. Zoveel rust, zoveel stilte om van te genieten. Noem mij naïef, maar ik geloof in sensualiteit, in tederheid die troost, in de onzichtbare orde en harmonie die schoonheid teweegbrengt. Rome dwingt een gevoelig hart tot verliefdheid, al was het maar op het leven zelf.”

Maar Rome is ook een hoofdstad, een wereldstad, een heilige stad. “Er is daar zo’n botsing van ideeën, het beste en het slechtste van Italië komen er samen. Veel is er begonnen en zoals het er nu uitziet, zal er ook veel stoppen. Als ik mijn Italië-gevoel in één woord zou moeten definiëren, dan is het ‘eenvoud’. Maar dan wel een eenvoud gebaseerd op een eeuwenoud raffinement. Ik hou van de manier waarop de Italianen met hun geschiedenis omgaan : er is respect voor wat was, maar tegelijk wordt dat ingepast in het dagelijks leven. Het is niet louter decor. In Rome rondlopen is een tijdreis maken. Je stapt een laat-middeleeuwse kerk binnen waar in een hoek een trap naar een onderliggende vroeg-middeleeuwse kerk leidt. Nog een verdieping lager stuit je op sporen van de mysterieuze Mithras-cultus, door de Romeinen uit Perzië geïmporteerd. In een kwartier tijd daal je af naar de oorsprong van de beschaving. En al die prachtige gebouwen staan waar ze altijd gestaan hebben, weliswaar in een heel andere context, maar toch. Als ik rond het Pantheon loop, mijn lievelingsgebouw, dan weet ik dat ooit Goethe en Stendhal daar liepen. Weliswaar een meter lager, want in Rome is de uitdrukking ‘zand erover’ letterlijk te nemen. Hoe dan ook, het geeft een heel ander gevoel dan in een museum, waar kunst uit haar verband gerukt en op een sokkel gezet wordt. Toch zou ik mensen die naar Rome gaan, aanraden ook naast de monumenten te kijken, te durven kijken. Het is een stad die je savoureert, die je moet opzuigen als een spons.”

“Waarom ik er dan niet ga wonen, vragen mensen die mijn passie voor de stad kennen. Kijk, ik ben niet blind. Ik zie ook wel wat een gek als Berlusconi in Italië aanricht. Het land en de stad veranderen. Dat de charme van de mythe Italia zolang bewaard gebleven is, komt door het chauvinisme. Italianen zijn heel lang op zichzelf gericht geweest, aan hun drie Rais op televisie hadden ze genoeg. Maar de jongste generatie leert Engels, gaat meer op reis en trekt het buitenland ook meer naar binnen. Er is al een McDonald’s naast de Spaanse trappen en voor je het weet, hebben ze daar ook een Hema. Nee, ik hoef er niet te wonen. In een relatie hou ik ook het meest van het stadium van de belofte, die aangename periode van verwachting vóór de verwondering verdwijnt en je wilt gaan veranderen wat je in het begin juist charmant vond. Trouwens, in gedachten ben ik er nooit weg. En in afwezigheid geniet ik evenveel, dat is het sublieme gemis uit de ondertitel van het boek. Mijn ziel is lang geleden al naar Rome geëmigreerd en af en toe ga ik eens kijken of ze daar nog tevreden is.”

Tekst Linda Asselbergs I Foto’s Carine Cuypers

“Ik geloof in de onzichtbare orde en harmonie die schoonheid teweegbrengt. Rome dwingt een gevoelig hart tot verliefdheid, al was het maar op het leven zelf.”

“Ik reik met mijn beelden geen verhalen aan die de mensen vertellen wat ze in die stad moeten doen. Het zijn scherven van een pot die iedereen naar eigen goeddunken opnieuw kan samenstellen.”

“Het boek is er gewoon uitgegulpt. Teksten, foto’s, afbeeldingen van persoonlijke souvenirs, ze vonden vanzelf hun plaats.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content