Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Een wervelende Brit, een aristokratische Zweed, een elegante Italiaan, een verfijnde Japanner en een voorname Amerikaan met één gemeen trekje : een “soft top”. Een rondgang langs het nieuwste aanbod op de kabrio-markt.

PIERRE DARGE

Kabrio-rijders moesten jarenlang uit een handvol mogelijkheden kiezen. Maar sinds kort is de kabrio terug en wel in een opvallende verscheidenheid. Dat is goed nieuws voor de kabrio-liefhebber die zich altijd al in een wat marginale positie gedrumd voelde. Als een buitenbeentje die het veilige kokon-gevoel van de gesloten auto afwijst en trouw blijft aan de wagen zoals we die kennen van bij het prille begin : open en bloot, met de haren in de wind.

Er valt meer dan één reden te bedenken om die terugkeer te ondersteunen, niet in het minst de toenemende vervreemding die de bestuurder van een moderne wagen ondervindt.

Niet alleen heeft de servobesturing hem verstoken van het kontakt met de weg, de toenemende geluidsisolatie heeft hem ingekapseld in een afgesloten ruimte waar het kontakt met de realiteit minimaal is en waar het zonder toerenteller nog nauwelijks in te schatten valt wanneer moet worden geschakeld. Om nog te zwijgen over de hifi-installatie of telefoon die van de auto een koncertzaal of een werkplek willen maken.

De afgelopen maanden is de kabrio-markt door een paar zeer merkwaardige verschijningen gekleurd : Saab bracht van de 900 een Sensonic-versie met automatische ontkoppeling. Volkswagen waagde het om in zijn Golf kabrio een turbodiesel te monteren. Alfa Romeo knoopte met de Spider opnieuw aan met de opperste elegantie. Terwijl Fiat na vele jaren opnieuw een kabrio op de markt bracht die bovendien betaalbaar en aardig bleek. En na de zomer kunnen we proeven van de MG F die de terugkeer van het Engelse merk moet inluiden.

Maar de meest verheugende gebeurtenis was de terugkeer van de Caterham Seven, de enige legitieme opvolger van de legendarische Lotus Seven die zo vaak door piraten werd geïmiteerd. Die Seven gaat al 38 jaar mee, opgefrist door diverse ingrepen en steeds weer voorzien van nieuwe motoren. De vorige invoerder bleek echter zo weinig slagkrachtig en de distributie zo ondermaats (in 1994 werd slechts één eksemplaar gesleten…) dat de goegemeente van het bestaan ervan niet eens meer afwist. Biezonder jammer. Want zo werd de echte autorijder verstoken van de konfrontatie met het echte rijden. Het entoesiasme van de nieuwe invoerder steekt gelukkig schril af met dat van zijn voorganger en wellicht wordt de Seven nu weer een vertrouwde verschijning.

Johan De Bolster, de patron achter AMS Import, verwierf de afgelopen jaren naam en faam als invoerder van Harley Davidson, waarvan hij de verkoop in geen tijd verveelvoudigde. Dat hij zich nu over een vierwieler als de Caterham buigt, is verre van toevallig : de echte Engelse stoeiwagen komt qua rijervaring heel dicht in de buurt van de potente tweewielers.

Van de legendarische Seven brengt AMS liefst vier versies naar ons land. Wij kregen de gelegenheid om de meest voor de hand liggende sprinter met de Rover K-motor doorheen het Vlaamse land te sturen. Met deze moderne zestienklepsmotor van 103 pk kan elkeen zich naar believen uitleven. Vergt het instappen enige oefening omdat deurtjes ontbreken en zowel rijder als passagier de benen in een smalle tunnel moeten laten glijden, dan brengt het rijgenot de inzittenden meteen in een andere, verloren gewaande wereld van wind, snelheid en kontakt met de elementen. De lage zit, de uitkijk over de motorkap, de aanblik van de cycle wings die toelaten om onderweg het spel van de ophanging van dichtbij te volgen, garanderen een eerste trits sensaties.

In tweede instantie zorgen de acceleraties en het perfekt zittende en feilloos schakelende pookje voor rijgenot waarvan de meeste bestuurders het bestaan niet meer vermoedden. Want meer dan alleen een auto, is zo’n Seven een verlengstuk van rijder en passagier die opeens herontdekken wat een snelheid van 150 km/uur betekent, wanneer de weg een paar centimeter naast hen voorbijzoeft. Zowel de anders zo zwijgzame notaris, de jonge restaurateur als de niet meer zo jonge vrouw naast ons, bleken na de testrit unaniem in hun oordeel : door de zeer elementaire konstruktie van deze vierwieler schrikt de passagier aanvankelijk van de realiteit van de buitenwereld die hier op de schoot meereist. Even lijkt de buitenwereld boos en onveilig, want de assen van vrachtwagens lijken akelig dichtbij en het tarmac schuift razend snel onder de auto door. Maar dan komt de herontdekking, het genieten van de wind, het heerlijke optrekken en voor de chauffeur de konfrontatie met de levendige reaktie van de op de achterwielen aangedreven kist die een vederlichte 550 kilogram weegt. Met de Caterham zijn we eindelijk terug bij het echte rijden. Of zoals de vrouwelijke passagier het verwoordde : “Je rijdt met een auto, niet met een salon. ” De restaurateur bleek onderweg zijn stress in de wind te hebben achtergelaten, de notaris was een ander mens geworden.

Voorzichtiger burgers die langs de kant gebleven waren, informeerden naar het lawaai, de wind, het stof. Met de afneembare zijruitjes op, viel dat allemaal wel mee, al zijn een leren jek, een sjerp en een pet met oorkleppen welkome attributen. Want zonder die uitrusting wordt het echt wel koud. Staat de kap op, dan is behoorlijk wat lenigheid en oefening vereist om vlot aan boord te klimmen. De grootste handicap vonden we de krappe plaats voor de voeten, om nog niet te spreken over het ontbreken van een steuntje voor de linkervoet. Al de rest went, en vlug. Behalve misschien het ontbreken van bagageruimte : met de kap omlaag is hoop en al plaats voor een stukje gerookte zalm, een fles witte wijn en een heel klein potje kaviaar. Of de inzittenden moesten in de verleiding komen om het achterop gemonteerde reservewiel thuis te laten en door een reisnecessaire te vervangen.

Omdat rijplezier onbetaalbaar is, hebben we geen kommentaar op de prijs van 997.800 frank. De basisversie die zonder kap wordt geleverd, slechts vier versnellingen telt, uitgerust is met een 1.6 liter Fordmotor en waarin de voorruit is vervangen door Brookland screens (kleine, halfcirkelvormige stukjes glas voor rijder en bijzit), kost 789.000 frank. In Engeland wordt die zeer eenvoudige versie ook als bouwpakket geleverd voor een pittige… 8450 pond (397.150 frank) en pakweg een paar honderd uur knutselen. Jammer natuurlijk dat die formule niet van toepassing is ons land. De meest potente versie met een Vauxhall 2 liter zestienklepper, sprint in minder dan vijf sekonden naar de 100 km/uur en kost al 1.465.000 frank.

Het profiel van de Saab-rijder laat zich niet onder één noemer vangen. Als kenmerken worden zowel individualiteit als originaliteit maar ook zin voor verantwoordelijkheid genoemd. Dat sluit perfekt aan bij de aandacht voor veiligheid en de zorg voor het milieu, twee centrale tema’s bij de Zweedse konstrukteur. Maar wat weinigen weten is dat 1 op 7 verkochte Saabs 900 een kabrio is. Toch verwonderlijk voor een konstrukteur die pas in 1983 zijn intrede deed in deze trend als we de Sonett 1 uit 1956, waarvan slechts 6 eksemplaren werden gebouwd, even buiten beschouwing laten. Van die eerste generatie die tussen 1986 en 1993 werd gecommercializeerd, werden zo’n 50.000 stuks verkocht en het ziet ernaar uit dat die eerste generatie een instant classic geworden is die in de toekomst geld zal waard zijn.

De nieuwste Saab kabrio die net als zijn voorganger in Finland wordt gebouwd bekleedt alweer een heel aparte plaats in de sektor, zeker nu hij op de turbo-versie de Sensonic-technologie meekrijgt. Dat systeem zorgt voor een automatische ontkoppeling die geaktiveerd wordt als de rijder het versnellingspookje beroert. Daardoor kan het linkerpedaal achterwege blijven, terwijl de rijder toch gewoon kan blijven schakelen. Die tussenoplossing is zuiniger dan een automaat en laat de rijder de volstrekte vrijheid om te bepalen wanneer hij wil schakelen. Daarnaast kan hij bij een stoplicht gewoon in eerste of tweede blijven staan, en volstaat een druk op het gaspedaal om de wagen op gang te brengen. Op de middelste corniche tussen Monte Carlo en Nice, onder een heerlijke lentezon, bleek de Sensomatic met zijn turbomotor het nec plus ultra voor de kabrio-rijder. De sensaties mogen dan een stuk burgerlijker zijn dan bij de Caterham Seven, het komfort blijft opmerkelijk. En dat geldt niet alleen bij open rijden. De kap, die elektrisch wordt bediend, is een produkt van de American Sunroof Company in Detroit, dé specialist ter zake, en is erop berekend om in alle weer en wind te funktioneren. Dank zij de driedubbele laag, waarvan de binnenste met katoen werd bekleed, zorgt ze voor een perfekte isolatie. De opspanning werd dermate geperfektioneerd dat de kap bij hoge snelheden niet bol gaat staan. Alle Saab kabrio’s worden bovendien standaard uitgerust met leren stoelen, met elektrisch bediende ruiten, met ABS en een ontwasembare achterruit. Dat de Saab kabrio ook een vierzitter is, gaat een beetje in tegen ons kabrio-gevoel, maar het blijft een prachtig gelijnde, krachtige wagen. Bovendien zou het Trionic-systeem er, volgens de ingenieurs, voor zorgen dat de uitlaatgassen minder schadelijke stoffen bevatten dan de omringende lucht.

Voor de kabrio turbo met Sensonic moet men wel 1.554.000 frank neertellen, een handgeschakelde 2 liter basisversie is er vanaf 1.240.000 frank.

Sommige autoliefhebbers zweren bij de Italiaanse toets en in het biezonder bij Alfa Romeo die jarenlang met zijn Spider de kabrio-liefhebber heeft weten te bekoren. De nieuwe Spider, die net werd gelanceerd en aan de buitenkant vooral door Pininfarina in de juiste plooi werd gelegd, is van een overrompelende schoonheid. De overgang van lijnen en volumes getuigt van een zeldzame verfijning, geheel in de traditie van de Italiaanse school. Ontworpen als een strikte tweezitter waarvan de opengeklapte kap volledig in het koetswerk verdwijnt en afgedekt wordt, nodigt de Spider uit tot meer dan lekker lui cruisen. Alfa Romeo heeft nu eenmaal een sportief imago te verdedigen en hoewel prestaties niet de eerste zorg van de kabrio-rijder zijn, wil de Alfista toch wat handige pk’s onder de rechtervoet. De liefhebber van het genre krijgt de keuze tussen een gesofistikeerde 2 liter viercilinder met een fraaie 150 pk onder de kap, die een topsnelheid van 210 km/uur moet toelaten en een ruim bemeten V6 met een slagvolume van nagenoeg 3 liter, goed voor 192 pk. Deze laatste versie leent zich uitstekend voor het cruisen aangezien de motor ruimschoots koppel voorhanden heeft zodat veel schakelen uit den boze is. Dat deze versie ook over de nodige pit beschikt, leren ons de cijfers : de 3 liter sprint in 7,3 sekonden naar de 100 km/uur. Dat zal de Alfista verzoenen met de voorwielaandrijving die de purist afwijst. Van beide modellen bestaat bovendien een luxeversie. Geheel in lijn met de nieuwe eisen, krijgen alle Spiders servobesturing, een airbag voor de bestuurder, ABS, centrale vergrendeling van de portieren, elektrisch bediende ruiten en een tweevoudig verstelbaar stuur. De prijs varieert tussen 1,1 miljoen en 1,32 miljoen frank. Dat is, rekening houdend met de tijdloosheid van zo’n Alfa Spider, een prijs die eigenlijk een goede investering garandeert. Al zullen sommigen betreuren dat de kap voorlopig alleen manueel kan worden opgeklapt.

De Japanners worden hier te lande vaak nog niet helemaal voor vol aanzien als het om auto’s gaat. Omdat ze zogezegd traditie missen. Die stelling wordt snel vergeten als men een toertje maakt met de nieuwe Toyota Celica kabriolet, uiteindelijk toch een klein broertje van de wagen waarmee de Japanners het wereldkampioenschap rally binnenhaalden. Gebaseerd op de GT Coupé, kreeg hij een 2 liter zestienklepsmotor mee die een flinke 176 pk’s op de weg overzet. Met de kap op haalt de Celica zelfs een top van 215 km/uur, maar tegelijkertijd kan hij zeer zuinig zijn : volgens de EC-normen heeft de wagen aan 8,2 liter brandstof per 100 km genoeg. Omdat de Japanners de zaak professioneel wilden aanpakken, riepen ze het bedrijf American Sunroof Company uit Detroit ter hulp om zich over de stijfheid (het traditionele zwakke punt als men het dak van een auto afhaalt) te buigen en waar nodig versterkingen aan te brengen.

Ook aan komfort ontbreekt het niet : nadat twee hefbomen manueel zijn weggeklapt, wordt het vouwdak elektrisch bediend. Wie het helemaal netjes wil, kan er manueel nog een hoes over aanbrengen. Een moltonvoering zorgt voor een doeltreffende termische en akoestische isolatie. Het dak heeft ook een rigide achterruit met verwarming en dank zij het ingenieuze schuifsysteem van het geraamte van het vouwdak krijgen de passagiers achterin wat extra schouderruimte. De uitrusting van de Celica is erg kompleet. Ze omvat naast de getinte ruiten ook ABS, een airbag aan de bestuurderszijde en uitstekende leren stoelen die voor een perfekte ondersteuning zorgen. Ook een ingebouwde radiocassettespeler met zes luidsprekers, stuurbekrachtiging en een in de hoogte verstelbaar stuur worden standaard bijgeleverd. Het koffervolume is met 208 dm3 (voor 283 dm3 bij de coupé) niet overweldigend, maar de vorm is wel homogeen. Alleen jammer dat de tildrempel aan de hoge kant is. De pittige Japanner, die ook met het dak op biezonder elegant oogt, kost geheel aangekleed wel 1.507.500 frank.

We eindigen onze rondgang van kabrio’s met een minder voor de hand liggende keuze. De Amerikaanse Ford Mustang, waarvan het eerste eksemplaar in 1964 voltooid werd, bezit nog altijd een machtige uitstraling. Na de eerste generatie is talrijke keren geprobeerd de aantrekkingskracht van die allereerste Mustang te evenaren : eerst door de wagen groter en potenter te maken, later door hem weer in te krimpen. Dit jaar komt er een volstrekt nieuwe Mustang op de Belgische markt die zowel in coupé als in GT convertible wordt aangeboden. Moet de coupé het met een 3,8 liter V6-motor doen, dan kreeg de convertible een nog groter blok toegemeten. De Amerikaanse vuistregel nothing equals cubic inches (niets gaat boven cilinderinhoud) krijgt hier zijn volle betekenis : de V8 onder de hoge kap is bijna 5 liter groot en levert daarbij een bescheiden 215 pk. Dat komt omdat Amerikanen nu eenmaal een genereus koppel verkiezen en met 386 Nm (bij 3400 toeren/minuut) wordt daar volledig op ingespeeld. Cruisend door het landschap tussen Bilthoven en Soestdijk, volstond een onverwachte klad gas om het beest in de sierlijke Mustang tot leven te wekken. Met een kleine vertraging ontpopt de Amerikaan zich tot een potente bondgenoot die, aangepord door een kickdown, roffelend zijn weg naar de hoge toerentallen zoekt. De automaat met vier versnellingen, waarvan één overdrive, laat anderzijds toe om tegen 100 km/uur aan een povere 1500 toeren te rijden een ongewone luxe voor Europeanen.

Ondanks de prijs moet het elektrisch bediende dak met achterruit manueel onder een halfzacht dek worden weggemoffeld. Dat dek, met een wat vervelende vorm, vindt bovendien niet makkelijk een plaats in een gevulde bagageruimte, die door de lay-out van de wagen met 241 liter verre van genereus is. Anderzijds wordt de rijder wel overvloedig met komfort en veiligheidsuitrustingen verwend : de verstelmogelijkheden van de stoelen zijn groot en worden elektrisch bediend, net zoals de ruiten en de buitenspiegels. Airconditioning, airbags voor bestuurder en passagier én ABS worden standaard geleverd, evenals de onvermijdelijke cruise control en lederen sportstoelen. Wie 1.414.043 frank veil heeft voor deze oer-Amerikaanse vorm van rijden, moet wel bedenken dat de wetgever in dit land weinig sympatie heeft voor de hang naar cubic inches. Wordt de wegbelasting (onze rijtaks) in Nederland letterlijk volgens de gewichtsbelasting op de weg becijferd, dan is die bij ons aan de zogenaamde fiskale pk gebonden. En die steunt zwaar op de cilinderinhoud. Amerikanen worden daarom zwaar bestraft : voor de GT convertible met zijn 24 fiskale pk moet jaarlijks 66.067 frank rijtaks worden betaald een regelrechte schande.

Het viertal waarmee we weer en wind trotseerden, vormt slechts een beperkte greep uit het nieuwe aanbod voor de zomer. Een handvol andere modellen bleek minstens even interessant, maar haalt net de zomer niet. De MG-F die de definitieve terugkeer van het Engelse merk lijkt in te luiden, de Volkswagen SDI, de eerste kabrio voorzien van een turbodieselmotor, de Dodge Viper en de De Tomaso Guarà, die misschien helemaal niet naar ons land komt, staan op de wachtlijst. Wie een bescheiden, praktische en betaalbare kabrio wil, vindt volgende week in de rubriek Rijden nog de Fiat Punto.

Alfa Spider : pittig en biezonder sierlijk.

Saab kabrio : sjieke halfautomaat, op alle weer berekend.

Toyota Celica : degelijk en snel.

Caterham Seven : de terugkeer naar het échte rijden.

Ford Mustang belichaamt de Amerikaanse vuistregel : “Niets gaat boven cilinderinhoud. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content