Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

TOKYO ’95

Traditiegetrouw zorgde het autosalon van Tokyo, dat op 8 november zijn deuren sluit, voor een overweldigend aanbod van concept cars en prototypes, alsof het zoeken naar aanknopingspunten met de smaak van het publiek de enige zorg was van de konstrukteurs. Nissan koos met de AA-X (Aria Aperta Sportiva) voor een kompakte, omvormbare tweezit-kabrio waarvan de dakstruktuur bestaat uit een rigide en een opvouwbaar gedeelte, terwijl ook de stoelopstelling op vijf manieren kan worden gewijzigd. De chauffeur zit in een kuipstoeltje, geheel omringd door het instrumentenbord en de middenkonsole. De associatie met de vliegtuigcockpit wordt nog versterkt door het Bird View navigatiesysteem dat op een opwindende manier, want vanuit vogelperspektief, toelaat om de juiste weg te vinden. De FEV-II is de opvolger van de vier jaar geleden voorgestelde FEV, een elektrisch aangedreven auto met een zwevend opgehangen dashboard en een interieur dat voor een groot deel uit zachte materialen werd opgebouwd. Interieurdesigner Harry Hirata spreekt van de “knuffelfaktor” en onderstreepte in Tokyo dat het tapijt en de stoelbekleding zijn vervaardigd uit gerecycleerde plasticflessen. Revolutionair is het gebruik van een lithiumbatterij met hoge densiteit, die in samenwerking met Sony Corporation ontstond, voor een autonomie van 200 km kan zorgen, de wagen tot een top van 120 km/uur brengt, een levensduur bezit van 1200 opladingen of 240.000 km en gewoon via het stopkontakt kan worden opgeladen.

Toyota voerde in Tokyo de slagzin “a touch of happiness”, waarmee men de nadruk wil leggen op de verbeterde levenskwaliteit waartoe de auto via milieubewustzijn en vrijetijdsattributen wil bijdragen. De modellen leunen dicht aan bij de realiteit en lijken aan de vooravond van de produktie te staan. Het interieur van de FLV met ovaal profiel en een indrukwekkende bagageruimte, baadt in een sfeer van luxe en voorziet in een royaal zitkomfort. Voor sportieve klanten werd de MRJ voorgesteld, met centraal achterin gemonteerde motor en voorzien van een nieuw systeem van aktieve achterwielsturing. De Ipsum wil dan weer een “friendly saloon” zijn en kan met een lengte van 453 cm model staan voor de kompakte minivan van de toekomst.

CARGO BOX

Bij Suzuki apprecieerden we vooral de originaliteit. Een interessant voorstel werd UT-1 gedoopt en bestaat uit een zeer kompakte, apart ogende tweezit-kabine op vier wielen waarvan het achterste deel op verschillende manieren kan worden ingevuld : als pick-up, als steun voor een kleine trailer of afgesloten met een cargo-box zodat een kompakt bestelwagentje ontstaat. Niet alleen de styling valt op, de UT-1 kan zowel op gewone benzine als op natuurlijk gas lopen. Van die laatste brandstof zijn nog volop reserves aanwezig en de koolstofemissies liggen 70 tot 80 % lager dan bij benzine. Omwille van de ruimtebesparing zit de schakelpook op het dashboard. De UR-1, Urban Runner sluit dan weer aan bij de pas ontloken traditie van stads-4×4.

De modellen van Mazda bieden altijd stof tot diskussie, al was het maar omdat de ingenieurs er nooit op hun lauweren rusten en altijd op zoek zijn naar nieuwe technologische uitdagingen. De wil om de rotatiemotor levend te houden, werd er onderstreept in de RX-01, een kompakte tweezitter die zijn vermogen uit dit soort techniek haalt en op de achterwielen wordt aangedreven. De rotatiemotor van de RX-01 is de eerste met een nieuw inlaatsysteem, de multi sideport, die een forse 220 pk levert. De wagen zelf is wat korter dan de onvolprezen, maar helaas moeilijk verkoopbare RX-07, biedt evenveel binnenruimte en wordt omwille van zijn pit en zijn kompakte omvang door de makers als the ultimate driving experience omschreven. Dank zij de geringe omvang kon de rotatiemotor 20 cm meer naar achter worden ingebouwd en werd het zwaartepunt in vergelijking met de RX-07 met 5,5 cm verlaagd. Ook het aërodynamisch profiel met de duikende neus kon slechts gestalte krijgen dank zij die kompakte krachtbron. Door de toepassing van een naar achteren oplopende onderzijde wordt onder de wagen een onderdrukzone gecreëerd zonder gebruik te maken van een achtervleugel die vaak lelijk oogt en vooral het uitzicht belemmert.

Mitsubishi verraste in Frankfurt al met de HSR-V, de Gaus en de technologie van de direkte benzine-injektie, en voegde daar in Tokyo nog de MAUS (Mini Active Urban System) aan toe : een microcar, die een evolutie is van de jaren geleden voorgestelde MUM 500. Alles is klein aan de Maus : het formaat, de afmetingen, de kosten, het gewicht en zelfs het afval dat overblijft na de levenscyclus. De MAUS is een tweezitter die slechts 2,50 meter lang is, maar niettemin aan alle reguliere veiligheidsvoorschriften beantwoordt. Met een draaicirkel van slechts zes meter is hij de ideale stadswagen al stellen het gewicht van amper 470 kg en de driecilinder 500 cm3 motor ook een biezonder laag verbruik op snelwegen in het vooruitzicht. Interessant was ook de HEV (Hybrid Electric Vehicle), die onder de konventioneel uitziende stationwagen een dubbel aandrijfsysteem verbergt. In de stad wordt op batterijen gereden. Raakt die energie op, dan wekt een kleine motor, die op natuurlijk gas loopt, extra elektriciteit op. Beide systemen samen zorgen voor een autonomie van liefst 600 km.

WORLD MULTI MINI

Honda bracht als blikvanger de strak gelijnde SSM (Sports Study Model) naar Tokyo, die volgens de makers associaties oproept met de piepkleine S-500 uit 1963 en zijn opvolgers, de S-600 en S-800. De SSM oogde niet alleen biezonder aantrekkelijk, hij kreeg ook een centraal voorin gemonteerde vijfcilinder/2-litermotor mee die de achterwielen aandrijft en daarmee veel entoesiasme losmaakte bij de liefhebbers van de echte sportwagen. Beide inzittenden worden van elkaar gescheiden door een struktuur, die hen elk in een eigen cockpit onderbrengt. Zelf waren we nogal onder de indruk van de vrij realistische S-MX, een hoekige kompakt (lengte : 395 cm) die vooral de jeugd wil aanspreken en waarvan we vermoeden dat de produktie nabij is. Met zijn stoelen die moeiteloos tot bedden kunnen omgevormd worden, zijn asymmetrische portierkonstruktie en zijn 2-litermotor zou hij weleens tot een Japanse Golf kunnen uitgroeien.

Hier te lande trekt Subaru ondanks zijn technologisch interessante oplossingen niet vaak de aandacht. Naast de Alfa-Exiga, een hoekige break met drie rijen stoelen en een zescilinder/boxermotor stal de aantrekkelijke Elcapa de show. De als ideaal voorgestelde stadswagen meet slechts 3,50 meter en wil de World Multi-Mini worden. Aan technologische hoogstandjes ontbreekt het hem alvast niet : de kleine, die binnenruimte voor vier voorziet, wordt via een traploze automaat op de vier wielen aangedreven. Het hybride aandrijfsysteem omvat enerzijds een klassieke 800 cm3 viercilinder, die een evolutie is van de motor die we uit de Vivio kennen, en een elektrische motor anderzijds. Maar hij kan ook op een kombinatie van beide lopen. De kombinatie van zoveel vernuft op zo’n geringe oppervlakte toont allicht de weg die vele konstrukteurs zullen gaan : een klein, maar technisch gesofistikeerd geheel met het komfort van een grotere berline. In samenwerking met Porsche ontwikkelde Subaru voor de Vivio met een 658 cm3 Miller Cycle Motor een CV Tip-automaat, waarbij ook manueel kan geschakeld worden zonder de voet van het gas te lichten, een adembenemende kombinatie waarvan alleen maar gehoopt kan worden dat Subaru ze binnenkort in de produktierealiteit brengt.

Bij Daihatsu blijft men verder zoeken naar de ideale kleine wagen voor het begin van de volgende eeuw. In Tokyo stonden de FX-21 met een achter de achterbank ingebouwde 990 cm3 driecilinder/dieselmotor en een eigenzinnige Midget III te kijk. Deze laatste is slechts 278,5 cm lang en slechts 129,5 cm breed, maar blinkt vooral uit door de verrassende lay-out : voorin is alleen plaats voor de centraal zittende chauffeur, achterin voor twee passagiers. Een estetisch hoogstandje werd door Isuzu geserveerd met de Deseo een skulpturaal produkt van de kreativiteit van het Europese design centre die door de makers als een urban off roader wordt omschreven. Ondanks de bescheiden lengte (405 cm) biedt de Deseo, die ook nog een manuele versnellingsbak zonder ontkoppelingspedaal meekreeg, plaats aan 5 + 2 personen.

De opsomming van al dat fraais is onvolledig, omdat de rij Japanse prototypes eindeloos lang was. Wie eruit afleidt dat de Europese kreativiteit in Tokyo ondermaats bleef, heeft het verkeerd voor. Volkswagen oogstte er sukses met de in Wolfsburg afgeronde versie van de Concept 1, de kever remake van Volkswagens design centre in het Californische Simi Valley die vorig jaar voor het eerst werd getoond. De nieuwe versie meet 406 cm, en is daarmee 24 cm langer en 6 cm breder dan de eerder getoonde versie. Bezoekers konden in Tokyo zonder aankoopverplichting een optie op hun eksemplaar nemen en stonden daarvoor gretig in de rij.

Europa’s sterkste troef kwam uit München. BMW’s Just 4/2 kan nog het best als een vrije interpretatie van de Lotus Seven worden omschreven : een funmobiel met vrijstaande wielen, opgebouwd rondom een open, aluminium kader waarop de koetswerkpanelen ontbreken. De elementen krijgen onder het rijden vrij spel en de inzittenden staan dichter bij de sensatie van motor- dan van autorijders. Het buizenstel-op-wielen bleek 291 cm kort, wordt aangedreven door een achterin ingebouwde motor uit de K 1100 motorfiets die 100 pk op de achterwielen overzet, weegt amper 600 kg en accelereert in zes sekonden naar de 100 km/uur. De Just 4/2 oogde als een hartverwarmende opkikker voor de Europese bezoeker die onder de Japanse kreativiteit dreigde te verstikken. Voor een autobouwer die al jaren de slagzin Freude am fahren voert, het bewijs dat Europa ook kan terugslaan.

PIERRE DARGE

Subaru Elcapa : toptechnologie in zakformaat.

Honda SSM : strak gelijnde sportwagen voor twee.

Nissan FEV-II : geloof in de elektrische auto.

Mazda RX-01 : verbeterde rotatiemotor in een kompakte sportwagen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content