TOPPER

Ons entoesiasme voor de 3-reeks van BMW dateert van meteen na de lancering, twee jaar geleden, toen zowel de 318 als de 325 zeer evenwichtige auto’s bleken. De coupéversie, de M3 en de kabrio hebben dat entoesiasme nog versterkt. Sinds kort heeft BMW drie turbodieselversies aan het gamma toegevoegd, waaronder de spraakmakende zescilinders, 325 td en tds, met respektievelijk 115 en 143 pk. Die laatste versie, waar de “s” voor de aanwezigheid van de intercooler staat, is met één klap een referentie voor de markt geworden omdat hij het rijgenot Freude am fahren, zeggen ze in München hoog in het vaandel draagt. Van die topper werd nu een viercilinder afgeleid, met eenzelfde boring en slaglengte zodat men op een slagvolume van 1665 cm3 uitkwam. Vreemd genoeg gaat die 1.6 liter met de omschrijving 318 tds door het leven.

Dat model is met een prijskaartje van 850.000 frank ook het instapmodel in de dieselreeks. Tenminste voorlopig, want straks komt de kompakt eraan, waarvan we mogen aannemen dat hij nog iets lager geprijsd zal staan. Voor dat geld krijgt men 90 pk en een zeer klassieke techniek met twee kleppen per cilinder (in tegenstelling tot Mercedes en Citroën die voor meerkleppers opteren) en een indirekte inspuiting (in tegenstelling tot Audi met de TDI). Daaraan werd wel een zeer gesofistikeerde digitale dieselelektronika gekoppeld, waarmee de BMW-ingenieurs al sinds 1987 ervaring hebben. Om de efficiëntie verder te ondersteunen, werd een intercooler gemonteerd. Verder werd, om het geheel op een snedige manier aan de nodige krachten te helpen, voor een kleine, lichte turbo geopteerd, zodat de zogenaamde turbolag (de wachttijd vooraleer het turbo-effekt gevoeld wordt) tot een minium werd herleid.

ZUINIG

In de praktijk zorgt de 318 tds voor fraaie hernemingen vanaf 2000 toeren/minuut waardoor een sprintje vanuit stilstand naar de 100 km/uur in 14,5 sekonden mogelijk is al is dat cijfer voor een diesel een beetje ongebruikelijk. Interessanter is de versnelling van 80 naar 120 km/uur in vijfde en daar heeft de jongste BMW maar 17,5 sekonden voor nodig. Ter vergelijking : de Mercedes C220 met vier kleppen per cilinder (maar zonder turbo), die voorlopig als konkurrent wordt gezien, heeft daarvoor meer dan 22 sekonden nodig. Traditiegetrouw verloopt zowel de besturing als de versnellingsbak van de BMW zeer precies en is het komfort voortreffelijk.

Omdat dieselrijders veel kilometers afleggen, werd met enige nieuwsgierigheid uitgekeken naar de verbruikcijfers en die vallen buitengewoon goed mee. De officiële metingen geven een gemiddeld verbruik van 5,9 liter/100 km aan een biezonder opmerkelijk resultaat. Ook al lieten we zelf tijdens een gevarieerd parkoers met behoorlijk wat snelweg tegen 140 km/uur zo’n 6,5 liter/100 km opmeten. Maar daar kan geen mens wat op tegen hebben, gezien het plezier van het rijden. Merkwaardig is wel dat, als we de verbruiksmeter mogen geloven, het verbruik bij 180 km/uur nog een ietsje onder de 10 liter/100 km blijft.

Ondanks die fraaie prestaties loopt de 318 tds trillingsvrij, al blijft het toch wel de vraag of dieselmotoren die zo snel in de toeren klimmen écht wel zo lang meegaan als we vermoeden. Als we al kritiek hebben, betreft die het motorlawaai : in de middelste toerentallen is de jongste BMW niet echt een voorbeeld, al heeft dat uiteraard te maken met het feit dat we op dit vlak de voorbije jaren verwend zijn geworden. Ook de prijs blijft interessant : voor 850.000 frank krijgt de koper standaard ABS mee, een airbag voor de chauffeur, servostuur en toerenteller, getinte ruiten, een centraal slot met afstandsbediening én alarm, een in de achterruit geïntegreerde antenne en elektrisch bediende buitenspiegels.

Wil men daar bovenop elektrisch bediende ruiten vooraan, dan komt er 15.200 frank bij, terwijl vier elektrisch bediende ruiten 30.500 frank kosten. Voor een airbag voor de passagier wordt 22.200 frank extra gerekend.

PIERRE DARGE

BMW 318 tds : rijplezier gekoppeld aan een zuinig verbruik.