Professor economische ontwikkeling (43)

Ik ben een arbeiderskind uit New Jersey. Mijn Italiaanse grootouders arriveerden in New York zonder diploma’s. Mijn vader stopte vroeg met school en maakte veertig jaar lang oogglazen. Een bedrijf, dat zijn de mensen, zei hij, niet de machines.

Observeren is mijn sterkste punt. Vroeger zag ik mezelf als een rationele wetenschapper, nu volg ik mijn intuïtie en probeer ik vermoedens te bewijzen. Net als vele fysici of biologen. Maar mijn echte passie is de wereld, niet de wetenschap. Ik haatte school, had lang haar en speelde gitaar in een rockband – dat zegt iets.

Ik ben een bekeerde econoom. Vroeger geloofde ik in de kenniseconomie en investeringen in technologie en bedrijven. De jobs zouden wel volgen. Pittsburgh, de stad waar ik doceer, baseerde zich daarop en uiteindelijk was het mijn universiteit die in ’94 het zoeksysteem van Lycos bedacht. Pittsburgh deed het goed, tot ons vlaggenschip naar het energieke Boston verhuisde. Omdat Lycos talentvolle mensen zocht.

Dit is een scharniermoment. De overgang naar een economie waarin creativiteit de motor van alle groei is, overtreft de overgang van een agrarische naar een industriële samenleving. Dertig procent van alle werknemers behoort tot de creatieve klasse, of het nu wetenschappers, IT-mensen of journalisten zijn.

Economische groei gaat over mensen. Niet over bedrijven en grote projecten. Creativo’s vestigen zich in steden waar ze diverse muziekstijlen en keukens proeven. Met sportmogelijkheden, kunstgalerijen, een bruisend nachtleven en alternatieve vormen van culturele expressie, ook van armere bevolkingsgroepen. Steden met jobs en knowhow, maar ook de lifestyle en de opwinding die veeleisende talenten zoeken.

Volgens critici ondermijn ik traditionele familiewaarden. Ik ben geen activist. Als onderzoeker en consultant stel ik alleen vast dat tolerante steden met een bruisende melting pot het goed doen. Net omdat de creatieve klasse steden zoekt waar vrouwen en immigranten aan de top staan en gays zich veilig voelen. Die klasse wil beoordeeld worden op haar verdiensten en vaardigheden, en dus trekt ze naar steden waar mensen met piercings niet gediscrimineerd worden.

Bedrijven moeten hun management herdenken. Steeds meer mensen hebben niks aan casual friday, die willen zichzelf zijn en zinvol werk verrichten. Toch blijven we bedrijven hiërarchisch opbouwen, met afstompende regels en structuren die tot conformisme dwingen. Dat werkte voor industrieën met routineklussen, maar niet voor mensen die zich gevalideerd en capabel willen voelen en soms hun batterijen moeten opladen.

Ingenieurs, muzikanten of designers koop je niet met geld of faciliteiten. Een salaris is belangrijk, maar wat hen drijft zijn intrinsieke motivaties : kansen om zelf uitdagingen aan te gaan en verantwoordelijkheid te nemen. Of het nu schilders zijn, office managers of researchers die in de privé meer zouden verdienen, ze willen een job die hun persoonlijke noden aanspreekt en waarin ze zich kunnen ontplooien.

Ik ben een sixtiesveteraan. Ik verwijs graag naar San Francisco, de bakermat van de hippies, de beatgeneratie en de psychedelica. De Black Panthers, bands als The Greatful Dead, noem maar op. Daarop kon ook Silicon Valley bouwen. Het was geen Nerdistan waar conservatieve technoyups zich van wereldse gevaren afsloten, zoals critici beweren. Het ligt in de hippe Bay Area waar Steve Jobs een lening kreeg, ondanks zijn lang haar en sandalen.

De Amerikaanse economie steunde op openheid. Het was lang het enige land dat politieke en economische vluchtelingen zonder een opleiding kansen gaf. Nu Amerika zich afsluit, minder open wordt en met zijn unilateraal beleid internationale wetenschappers ergert, wordt het minder aantrekkelijk. Wetenschappers en intellectuelen zoeken liever andere oorden. Europa zou dus beter zijn immigratiebeleid bekijken dan de sociale voorzieningen. Daar is de creatieve klasse juist dol op.

:: Richard Florida was op 28 april te gast op het Vacature-congres in Brussel. Hij is de auteur van de bestseller ‘The Rise of the Creative Class’, Basis Books, 434 blz., 18,40 euro.

Tekst Wim Denolf I Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content