In Blankenberge smaken de ijsjes zoals thuis. Dat is vakantie zonder risico’s. Maar wat als mensen met kinderen liever avontuurlijk kamperen ? Of struinen in Parijs ? En hoe bereid je een kind voor op een reis naar een land waar alles en iedereen er anders uitziet ?

Marianne Meire / illustratie Sandra Schrevens

W alter Bosmans en Marijs Lenaerts gaan sedert jaar en dag met het hele gezin kamperen. Aanvankelijk met een baby, toen met twee kleintjes, vandaag met vier kinderen tussen zes en twaalf jaar oud. Hun manier van reizen is eerder chaotisch. Veel voorbereiden komt er niet bij kijken. Ze pakken hun koffers en vertrekken. Zelden komen ze uit op de plek die ze zich hadden voorgenomen. Omdat het weer er tegenvalt, of omdat, al rijdend, andere en mooiere streken lonken.

Marijs Lenaerts : ?We nemen een reisgids mee die we dan meestal niet kunnen gebruiken omdat we toch afwijken van de reisroute. Als we vertrekken, weten we zelden waar we precies heengaan. Het doel ligt wel vaak in het zuiden van Europa en het mag er niet te druk zijn. Liever primitief en rustig dan comfortabel en overbevolkt. Veel nemen we niet mee. We reizen met een break en een aanhangwagen die we kunnen ombouwen tot tent. We nemen ook geen eten mee zoals kampeerders vaak doen. Integendeel, we brengen juist allerlei lekkernijen mee naar België.?

Met vier kinderen in de auto is reizen geen sinecure. Daarom vertrekken de Bosmansen zoals de meeste vakantiegangers midden in de nacht zodat er nog een eind geslapen wordt. De autorit is het enige vervelende aan de reis. Marijs Lenaerts : ?Kinderen hebben niet veel nodig om zich te amuseren. Voorlopig plannen we niet veel uitstappen. We bezoeken soms een stadje en wat interessante plekken. Het is niet onze bedoeling om de kinderen op reis van alles te leren, al zijn ze van nature in veel geïnteresseerd. Kinderen stellen nu eenmaal vragen. Ze hebben in die mate inspraak, dat als ze het ergens niet tof vinden, een andere kampplaats wordt gezocht. Ze willen vooral spelen en zoeken dan ook meteen vriendjes. Voor onszelf nemen we gewoon een stapel boeken mee.?

Een bos, een riviertje, een zwembroek en een paar vriendjes, meer heeft een kind niet nodig. Maar wat als pa en ma stedengangers zijn ? Voor hen schreef Ronald Grossey een originele reisgids. Hij koos acht Europese steden en zocht een manier om die met het hele gezin op een prettige manier te verkennen.

Ronald Grossey : ?Ik ben een fervent stedenbezoeker maar heb zelf geen kinderen. De reactie van vrienden mét kinderen was steevast dat ik makkelijk praten heb, terwijl zij maar mooi mogen thuisblijven. Want wat doe je met een kind in Barcelona, Londen of Parijs ? Ik zie veel mogelijkheden. In iedere Europese stad zijn er musea waar je onderhoudende dingen met kinderen kan doen. Neem het Tropenmuseum in Amsterdam, het Museum of The Moving Image in Londen, of het Parc de la Villette in Parijs. En er zijn overal kindvriendelijke restaurants, parken, winkels, en theaters.? Volgens Ronald Grossey is er geen minimumleeftijd voor een stadsreis met kinderen, maar de uitstap moet wel haalbaar blijven. Zijn Europese stedengids is gericht op kinderen tussen 7 en 14 jaar. Ouders met een beetje fantasie kunnen voor hen al een zeer gevarieerd bezoek organiseren.

Ronald Grossey : ?Als je met kinderen naar een stad reist, moet je wel meer voorbereiden dan voor een weekje Rome met twee. Je moet een plan maken dat niet te zwaar mag zijn. Kinderen hebben nood aan ontspanning, ze houden er niet van om van het ene museum naar het andere te lopen, hoe boeiend de inhoud ook is. Er moeten alternatieven zijn voor het geval geplande bezoeken tegenvallen. Bouw rustpunten in, zorg voor een ijsje in een park, of een verkwikkende duik in een zwembad. Kinderen willen ook niet de hele dag onderweg zijn. Bezoek daarom op één dag niet verschillende plaatsen die kilometers uit elkaar liggen, maar blijf liever rondhangen in één buurt. Let op voor het verzadigingspunt. Kinderen houden het vrij snel voor bekeken, en dan worden ze ongenietbaar. Een tip voor een succesvol museumbezoek is opdrachten geven. Bijvoorbeeld zoeken naar de schoenen op de schilderijen, of het langste lijstje met dierennamen maken, of benoemen wat de mensen op de plaatjes aan het eten zijn. Het Rijksmuseum in Amsterdam organiseert dit soort opdrachten zelfs aan de hand van themaboekjes.?

Is een reis naar een Europese stad niet erg duur als je ook nog eens je kinderen wil meenemen ?

Ronald Grossey : ?Vliegen is de grootste kostenpost. Wie echter met de wagen reist, betaalt voor de kinderen op de achterbank geen cent meer. Elk reist naar eigen vermogen, maar ik denk dat kinderen juist helpen om kosten te sparen. Zeker op het budget voor eten en drinken. Eten doe je thuis ook en met kinderen ga je niet naar dure restaurants. Zij zijn al blij met pizza of spaghetti. Kinderen vinden het ook veel leuker om uit een flesje te drinken op een bank in een park dan braaf op een terras op een duur drankje te moeten wachten. Musea en openbaar vervoer bieden voordeelkaarten voor gezinnen. En de meeste reisbureaus kunnen je accommodatie aanraden waar kinderen korting krijgen, of heel goedkoop en zelfs kosteloos op de kamer bij de ouders kunnen slapen.?

Kinderen mogen zich in de meest interessante steden van Europa bevinden, als ze honger hebben, willen ze eten. En wel onmiddellijk. Ronald Grossey neemt in z’n gids kindvriendelijke restaurants op, waaronder een paar toffe hamburgerketens met fantastische decors. Maar plan de gezinsmaaltijd wel voor de spitsuren waarop alle andere toeristen binnenvallen. Want al komen de figuren uit Starwars in de Planet Hollywood-restaurants ter plekke tot leven, kinderen willen in de eerste plaats hun frieten en hamburger.

G uy Vanthemsche en Françoise Pierlot trokken vorig jaar met hun dochters van zeven en negen drie weken door Indonesië. Inhoudelijk werd de reis samen voorbereid zodat de kinderen vrij goed wisten wat hen aan het einde van de vliegreis te wachten stond. Maar op het vlak van accommodatie en transport was alleen voor de eerste nacht in Djakarta een kamer geboekt. Daarna werd er geïmproviseerd. Net zoals vroeger, toen het echtpaar nog zonder kinderen reisde : verplaatsingen met het openbaar vervoer, eten in gewone restaurantjes, verblijven in eenvoudige hotels.

Guy Vanthemsche : ?We hebben vooraf veel over Indonesië gesproken, over wat er te zien en te beleven is. Zo schiepen we het klimaat, de sfeer van de reis. De kinderen wisten dat het warm zou zijn, dat we tempels en musea zouden bezoeken, dat het eten er anders is en dat we met de bus en de trein zouden reizen. Het was zeker geen overlevingstocht, maar het was ook niet bepaald het bekende comfort van de eigen wagen. Omdat ik wel een beetje bang was dat het niet zou lukken, probeerden we deze vakantieformule eerst in Marokko uit. We hebben het ook niet te vroeg willen doen. Marokko was ergens tussen twee reisformules in. We trokken rond met het openbaar vervoer maar we logeerden wel steeds in hetzelfde comfortabele hotel. Dat was onze ankerplaats om naar terug te keren. In Indonesië vonden we dat niet meer nodig.?

De kinderen van Guy en Françoise hadden het in Indonesië wel eens moeilijk, maar dat werd altijd opgevangen. Reisziekte met medicijn, verveling op de bus met spelletjes of een dutje. Ook de oosterse keuken was even wennen, al vonden de twee meisjes snel een paar gerechten die ze lustten en die ze dan ook de hele reis hebben gegeten. De dagelijkse uitstappen werden aantrekkelijk en interessant gemaakt met achtergrondverhalen, met informatie op kindermaat.

Guy Vanthemsche : ?Toevallig zagen ze kort voor ons vertrek de film Little Boeddha, een uitstekend aanknopingspunt voor de tempels van Borobudur. Het was vrij gemakkelijk om verwijzingen naar die film te vinden in de bas-reliëfs die daar te zien zijn. Zo vang je hun aandacht. We hebben de kinderen ook gemotiveerd door activiteiten in te lassen die zij plezant vinden. Bijvoorbeeld de gezamenlijke dagtrip tijdig laten eindigen zodat ze nog een paar uur konden zwemmen. We logeerden daarom in middenklassehotels met iets meer comfort dan Françoise en ik nodig hebben. Of we planden bezoeken waar er meer te beleven was dan alleen maar kijken en luisteren. Zo bezochten wij nabij Yogya de graven van de sultan. Op zich misschien een saaie aangelegenheid voor een kind van zeven. Maar bezoekers moeten er wel hun westerse kleren vervangen door typisch Javaanse klederdracht. En dat vonden de meisjes schitterend.?

Een belangrijk aspect tijdens reizen, ver of dichtbij, is het contact met andere godsdiensten via architectuur, via het artistieke, via rituelen. Kinderen kunnen dit moeilijk plaatsen. Wat betekent een moskee of een hindoetempel ? Wie was Boeddha ? Antropologe Marita de Sterck schreef er een kinderboek over dat heel wat (reizende) ouders bijzonder nuttig zullen vinden. Ook haar boek Een vijf met negen nullen over fysieke verschillen tussen mensen is een aanrader voor al wie met kinderen naar exotische bestemmingen trekt. Wie reist, ontmoet nu eenmaal mensen die er heel anders uitzien. Voor jonge kinderen zijn grote fysieke verschillen met henzelf niet alleen angstwekkend, ze zijn ook een bron voor foute waardeoordelen.

Marita de Sterck : ?Kinderen moeten weten waar die fysieke verschillen vandaan komen. Anders oordelen ze gauw vanuit een blank superioriteitsgevoel. Je kunt ze leren dat de huidskleur van mensen wijst op het enorme aanpassingsvermogen van hun voorouders aan hun natuurlijke omgeving. Je kunt ze tonen hoe functioneel sommige fysieke kenmerken wel zijn. In het regenwoud bijvoorbeeld zijn de mensen fysiek perfect aangepast aan de natuur en zijn blanke mensen de grote stuntelaars. Het is zeer boeiend voor een kind om dit te kunnen ontdekken en begrijpen.?

Volgens Marita de Sterck moeten vooral jonge kinderen tijdens verre reizen kunnen terugvallen op een soort basisveiligheid. Een kind zomaar loslaten in een compleet vreemde cultuur is een schokkende ervaring. Volwassenen moeten dit opvangen door voor een soort vertrouwde thuishaven te zorgen. Een jong kind heeft nood aan een plek waar de dingen er min of meer uitzien zoals thuis, waar het vertrouwd kan eten, waar het zich zoals thuis in een badkamer kan wassen. Van daaruit kun je in steeds grotere kringen op ontdekking gaan.

Marita de Sterck : ?Het maakt een verschil als je, zelf vertrouwd met die andere cultuur, in staat bent de brug te slaan en voortdurend zinvolle achtergrondinformatie kan geven, bijvoorbeeld over de godsdienst, over rituelen, maar ook over omgangsvormen. Als je met kinderen naar landen reist waar je zelf niet echt het fijne van weet en misschien zelf een beetje voor huivert, kan de hele expeditie flink tegenvallen. Een kind houdt positieve ervaringen over aan reizen als de ouder in staat is om structuur te brengen, om het verborgen verhaal achter de dingen en de mensen te herkennen en te vertellen, om de link te leggen naar wat het kind allemaal leert. Avontuurlijke ouders moeten vooral niet denken dat rondtrekken in omstandigheden die te sterk verschillen van wat hun kinderen thuis aan comfort gewend zijn, meteen de gedroomde vakantie voor hen is. Ik mag het fascinerend vinden om in een steenwoestijn rond te zwerven en interviews af te nemen, mijn kinderen willen zwemmen en sporten. Volwassenen met kinderen moeten zich voor ze vertrekken realiseren wat de dagelijkse consequenties zijn voor eten en slapen, hygiëne, ontspanning. Ouders moeten ook op reis aan de meest elementaire behoeften van hun kinderen kunnen voldoen.?

Wie in gezinsverband vreemde landen, andere culturen verkent, staat vroeg of laat oog in oog met armoede. Guy en Françoise Vanthemsche bezochten in Indonesië bijvoorbeeld het atelier van een batikkunstenaar, maar kwamen ook in diens achterkamertje terecht. Guy Vanthemsche : ?Zonder dat wij daar grote theorieën aan hebben vastgeknoopt, heeft de extreem bescheiden woonst van die man zeker indruk op mijn kinderen gemaakt. Maar ik vind het belangrijk dat zij leren dat mensen ook op een andere manier kunnen leven, dat ze arm zijn, dat ze klein behuisd zijn en over weinig materieel comfort beschikken. Je kunt ook naar exotische bestemmingen reizen en jezelf en je kinderen opsluiten in een toeristenreservaat. Dan hoeven ze niets te zien van armoede, maar dan heeft reizen niet veel zin.?

Volgens Marita de Sterck confronteert armoede een kind met morele vragen, en kan het de eigen reis zelfs als onrechtvaardig ervaren. Bijvoorbeeld als het op straat bedelaars ontmoet. ?Je kunt dit opvangen door vooraf te bespreken of je iets wil geven aan bedelende mensen, en hoeveel. Bijvoorbeeld een som gelijk aan wat je zelf dagelijks aan voeding uitgeeft. In derdewereldlanden is dat haalbaar. Zorg voor voldoende kleingeld op zak, maar neem ook extra koekjes en zelfs medicijnen mee om uit te delen. Kinderen leren daarvan.?

Zijn kinderen die dit allemaal meemaken de anderen die in Blankenberge blijven een stapje voor in het leven ? Dat is nog zo zeker niet.

Guy Vanthemsche : ?Met kinderen naar andere culturen reizen om hen zogezegd toleranter of wereldwijzer te maken, is maar één aspect in een breder geheel. Het sluit aan bij de manier waarop je thuis op buitenlanders reageert, op straat in je eigen stad of dorp, of als je samen gaat eten in een Turks restaurant. Het heeft geen zin om met dat doel in je achterhoofd een buitenlandse reis te ondernemen en de rest van het jaar een bekrompen mentaliteit te vertonen.?

Marita de Sterck bevestigt : ?Als een kind niet in staat is om het gevoel van onveiligheid te overwinnen en de betekenis van wat het ziet en hoort ergens te plaatsen, is de kans groot dat de vooroordelen die het misschien al koesterde nog worden bevestigd. Als het daarentegen een gevoel van veiligheid kan opbouwen ondanks de constante confrontatie met het anders-zijn, ontwikkelt het misschien wel een tolerantere kijk op de wereld. Een kind dat met een andere cultuur wordt geconfronteerd, ziet dat er voor alles wat het vanzelfsprekend vindt nog andere oplossingen bestaan. En dat is niet niks. Alle dagelijkse dingen zoals eten, kleding, spelen, spreken, maar ook rituelen zijn plots anders. Alles waar ze jaren over deden om gewoon te worden, komt op de helling te staan. Dat roept vragen op. Als volwassene moet je de nieuwe informatie niet alleen kunnen situeren vanuit een gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen, maar ook vanuit de bereidheid om achter alles een betekenis te zoeken. Zo leert je kind dat andere oplossingen zinvol en evenwaardig kunnen zijn. Niet altijd beter, maar zeker ook niet altijd slechter. Anders-zijn is niet gek. Die boodschap neemt een kind mee in z’n leven. Het zinvol leren omgaan met fundamentele verschillen tussen mensen is een basis in de opvoeding. Maar geloof vooral niet dat deze ervaring een kind automatisch tot wereldburger vormt. Ouders moeten structuur aanbrengen en het voorbeeld geven. Een belangrijke verantwoordelijkheid, die achtergrondkennis vraagt, en ook tolerantie en soepelheid. Als je die zelf niet uitstraalt, dan zal je kind deze vaardigheden ook niet opdoen. Als je voortdurend sakkert op de trage bussen in Zuid-Spanje of commentaar geeft op de vuile kleren en voeten van de kinderen in je vakantiedorp in Italië, straal je niet bepaald een boodschap van tolerantie uit.?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content