REIS NAAR DE OERTIJD

Bevreemdende landschappen : Yellowstone, het oudste nationale park ter wereld, is in feite een supervulkaan, een geothermale hotspot die voortdurend in verandering is. © JO FRANSEN

IN YELLOWSTONE REIS JE NAAR HET ONGEREPTE VERLEDEN VAN ONZE PLANEET, TOEN ER NOG GRIZZLY’S, BIZONS EN WOLVEN VRIJ RONDZWIERVEN DOOR DE EINDELOZE AMERIKAANSE WILDERNIS. OF NOG VERDER TERUG, NAAR DE VULKANISCHE LANDSCHAPPEN VAN HET BEGIN DER TIJDEN. OF HET EINDE ERVAN…

Sissend vormen er zich bubbels in de poel, glazen bellen die pruttelen en borrelen, wegkwijnen en aangroeien, tot ze plots ontploffen in een zuil van stoom. Loodrecht spuwt de geiser een hete waterstraal naar de helblauwe hemel, tientallen meters hoog. Camera’s klikken, kinderen gillen. Ooh’s en aah’s weerklinken alom, op tribunes een openluchttheater waardig. Old Faithful zorgt – gegarandeerd om de zestig tot negentig minuten – voor spektakel. Al jaren blaast de bekendste geiser ter wereld met de regelmaat van een klok enkele tienduizenden liters kokend water tot vijftig meter hoog. Minstens één minuut, soms vijf. Op krijtbordjes staat aangegeven wanneer toeristen de volgende uitbarsting mogen verwachten. Het lijkt een minutieus geregisseerd spektakel, maar het is de primaire kracht van de levende aarde zelf die het ritme bepaalt.

“Ruim 10.000 geothermale verschijnselen manifesteren zich in Yellowstone National Park, een caldeira met een doorsnede van 65 kilometer”, vertelt gids Bob Prichard : “Niet alleen talloze geisers, maar ook minerale warmwaterbronnen, kolkende modderpoelen en fumarolen, dampende barsten in de aardkorst.” Nergens komt het vulkanisme zo aan de oppervlakte als hier. Old Faithful mag dan wel ’s werelds meest ‘voorspelbare’ geiser zijn, de hotspot die onder het oudste nationaal park ter wereld verscholen ligt, geeft zijn geheimen niet prijs. “Een eruptie van de supervulkaan zou ons onderdompelen in een globale aswinter”, voorspelt mijn gids. Volgens wetenschappers barst de vulkaan gemiddeld om de 600.000 jaren uit. “Hij is al 40.000 jaren over tijd”, grijnst Bob. Hij zal nu wel vier dagen kunnen wachten, zeker ?

WILD LAND

De tijd boetseerde deze bijzondere plek, een apocalyptisch landschap van eruptie en erosie, van canyons en lavastromen. Tijd heb je ook nodig om Yellowstone ten volle te appreciëren. Wie zich beperkt tot een obligate stop bij de Oude Getrouwe en enkele andere highlights op een drafje, misloopt de magie. Om de ruige wildernis echt te ervaren, moet je er enkele nachten spenderen, cruisend van noord naar zuid. Achthonderd kilometer verharde wegen doorkruisen het reservaat, in alle windrichtingen.

Ik begin mijn verkenning via de noordoostelijke route, door een alpien landschap met toppen die flirten met drieduizend meter. Een wild land, waar ik de eerste bizons bespeur in de moerassige graslanden van de Lamar Valley. Ik pauzeer bij Pebble Creek en speur naar wild. Daar, beweging op de helling aan de overkant van de rivier. “Op de grens tussen licht en schaduw, aan de bosrand, loopt een beer. Waarschijnlijk een grizzly”, wijst een man met een verrekijker. “Herkenbaar aan de spierbundel tussen de schouders.” Dit is een van de laatste plekken in de Verenigde Staten waar deze roofdieren nog leven. Pech, de zwarte stip blijft te ver weg.

De bizons die verkeersopstoppingen veroorzaken, eisen even later alle aandacht op. Terwijl de file stapvoets vordert, grazen de pluizige giganten onverstoorbaar. Ik hoor hun zware ademhaling door het open raam. Voor de oorspronkelijke inwoners, de ondertussen zelf van het toneel verdwenen indianen, was een bizon één gigantische voorraadkast. Van de huid tot de staart, voor de prairie-indianen ging niets verloren. Tot de bizons gedecimeerd werden door de blanke man. Het is geen toeval dat het pioniersstadje Cody, gesticht door bizonjager Buffalo Bill, amper een uur naar het oosten ligt. Tegenwoordig bekijken bezoekers de bizons niet meer door een geweervizier, maar door een telelens. Blijf in je wagen, zo luidt ook op deze safari het advies. “Of houd minstens honderd meter afstand”, waarschuwt de ranger. De jongedame in uniform flaneert langs de file en multitaskt als parkwachter, verkeersagent en gids. Dat er geen ongelukken gebeuren tussen bezoekers en de wildpopulatie blijft haar eerste zorg.

PSYCHEDELISCHE TAFERELEN

Al rijdend op het plateau ten westen van Tower spot ik tijdens een regenbui een schim, een rennende wolf, en later, vlakbij in de berm, enkele wapitiherten. Bij het binnenrijden van Mammoth Hot Springs, een verzameling hotels, een camping, een restaurant en een bezoekerscentrum, graast een kudde edelherten op het parkeerterrein. Wie oog heeft voor hun imposant gewei, beseft dat je ook deze jonge mannetjes beter uit de weg gaat. Al op de eerste dag besef ik dat voor het wild alleen al een bezoek aan Yellowstone de moeite loont.

Anders dan de naam misschien laat vermoeden is Mammoth Hot Springs geen luxueus kuuroord, maar een verzameling dampende warmwaterbaden, een heuvel bezaaid met spierwitte terrassen van travertijn. In het noorden van het nationaal park woekeren richels van kalksteen als chaotische trappen door het bos. Her en der tekenen zwarte boomstammen, eeuwenoud en fragiel als verbrande lucifers, wanhopige noodkreten in een steeds veranderend landschap. Modderpoelen meanderen, geisers komen en gaan, lavastromen tekenen littekens en verleggen rivieren, warmwaterbronnen drogen plots op. De bassins van kalksteen doen denken aan het Turkse Pamukkale, maar dan in een psychedelische, bonte versie. Alle mogelijke roest- en andere tinten, afhankelijk van de watertemperatuur en de raadselachtige bacteriën die in deze hitte gedijen, kleuren gesteente en bronnen. Het pallet dat thermaal water op deze tijdloze terrassen tekende, lijkt ongeëvenaard.

Gelukkig herkenden de eerste ontdekkingsreizigers, in de late jaren 1860, de buitengewone aard van de natuurfenomenen die ze in deze dennenbossen vonden. Hun allereerste getuigenissen werden als fantasie afgewimpeld, maar al in 1872 werd Yellowstone het allereerste National Park, een model van natuurbescherming dat de wereld veroverde. Stanley had toen net Livingstone gevonden, ergens in de Afrikaanse wildernis. Haast zo wild en ongerept als anderhalve eeuw geleden blijft Yellowstone, nog steeds het leefgebied van de grootste kudde bizons en de laatste grizzlyberen in Noord-Amerika. Uit die pioniersdagen dateert ook de Old Faithful Inn, integraal gebouwd met boomstammen, een gigantische blokhut rond een monumentale natuurstenen open haard. Ik slaap in het grootste boomstamhotel ter wereld, hét icoon van een bouwstijl die bekend staat als national park service rustic. Mijn, inderdaad rustieke, kamer kijkt uit op de klokvaste geiser. Bij volle maan trotseer ik de vrieskou om hem te zien uitbarsten, voor mij alleen.

GEKOOKTE BELG

Niet alle geisers zijn zo voorspelbaar als Old Faithful. In het bezoekerscentrum kun je een tabel ophalen die aangeeft welke, bij benadering, in de loop van de dag zullen uitbarsten. Als ik vroeg in de ochtend het vulkanische bassin verken, ligt er nog rijm op de knuppelpaden. Her en der spuwt een geiser enkele minuten, de ene nog hoger en majestueuzer dan de andere. Rustpauzes bieden de wonderlijke warmwaterpoelen, eindeloos diep, appelblauwzeegroen en dampend aan de randen. Uren kun je hier verwonderd ronddwalen. Het doet me plezier op mijn verkenning ook een Belgian Pool te vinden, maar de ontnuchtering volgt snel. Geen chauvinistische lofzang, eerder een Belgenmop. De hete bron dankt zijn naam aan een landgenoot die er een eeuw geleden door de dunne aardkorst zakte. Loop zeker het ommetje naar Grand Prismatic Spring, en naar het panoramapunt bij deze gigantische kokende bron, een blauw oog dat de aarde verschroeit. Maar blijf op het pad.

Op de steenslagweg langs de Firehole Canyon spot ik een bruine beer, wroetend in het struikgewas en balancerend over gevallen dennen. Het dier, vlakbij, laat zich niet afleiden door de bewonderende blikken. Bessen, daar draait het om. Alweer een fascinerende ontmoeting. Toch tel ik – alles went – ondertussen niet meer hoeveel zwarte beren, wapiti’s of bizons ik al zag. Maar mijn laatste dag in Yellowstone is mijn laatste kans om de zeldzame grizzlybeer up close te zien. Nergens lijken de kansen beter dan hier, met een gezonde populatie van honderden dieren. Tevergeefs speur ik in de prairies en open vlaktes langs de rivieren. Blijft het bij die onduidelijke schim aan de rand van het bos ? Tot ik twintig kilometer voor de zuidelijke parkgrens in een file beland. Op de steile oever aan onze voeten schuilt een grizzlybeer, zo vertelt de ranger die al ter plekke is. In de rivier ligt op een boomstronk het kadaver waarover het roofdier waakt. Vroeg of laat moet de jager terug tevoorschijn komen. Verduiveld, ik moet nog helemaal door het Grand Teton National Park, naar een hotelkamer in Jackson Hole, een veelbelovende, maar lange rit. Toch plant ik me neer onder een boom met mijn camera in de aanslag. Geduld. Plots paradeert de imposante beer, de muil rood van het bloed, midden in de rivier. “Back up, back up”, beveelt de ranger. Adrenaline jaagt door mijn lijf bij het zien van de grizzlybeer op strooptocht ; mijn safari is geslaagd.

TEKST EN FOTO’S JO FRANSEN

EEN ERUPTIE VAN DE SUPERVULKAAN ZOU ONS ONDERDOMPELEN IN EEN GLOBALE ASWINTER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content