REIKHALZEN OP HET DAK VAN DE WERELD

© Leen Van Hulst

Bouwen we hoger of lager ? Die vraag beheerst het debat over de toekomst van de architectuur. Moeten we overal torens optrekken ? Bieden ze ecologische en stedenbouwkundige oplossingen ? Ze schieten in elk geval wereldwijd op, het wordt dé eeuw van de torens.

Met de The Shard uit 2010 ( 306 m, de hoogste toren van Europa), The Cheesegrater (225 m) en de Walkie Talkie (160 m), beide uit 2014, lijkt de Londense City een klein Manhattan. De Walkie Talkie kwam overigens in opspraak toen weerkaatsing van zonnestralen delen van geparkeerde auto’s deed smelten. Zopas werd bekendgemaakt dat er in Londen nog een gigant bijkomt. Maar hoger dan 306 meter wordt moeilijk voor het luchtverkeer.

Ook elders verrijzen ze. In Milaan haalt de ‘groene’ toren, Bosco Verticale, de kaap van 100 meter. Parijs krijgt er na jaren van gepalaver zijn eerste wolkenkrabber bij sinds de jaren zeventig : de Triangle, een piramide van 180 meter, ontworpen door Herzog & de Meuron. In Jeruzalem bouwt Daniel Libeskind een piramide van 108 meter. Dat zijn allemaal nog brave ontwerpen in vergelijking met wat men in Melbourne plant : een toren van 226 meter met het silhouet van Beyoncé (!). En in Wenen bouwt het befaamde Nederlandse bureau MVRDV een toren van 110 meter met een getorste taille. Technische virtuositeit wordt steeds belangrijker. Onlangs vernamen we nog dat het Franse bureau OXO Architects een kanjer van 450 meter bouwt in de Marokkaanse woestijn.

HET DUBAI-EFFECT

Het Dubai-effect laat zich over de hele wereld voelen. Het kleine Arabische emiraat telt niet alleen de hoogste, 828 meter, maar ook nog een twintigtal andere skyscrapers van meer dan 300 meter. Het overdonderend effect wordt wereldwijd nageaapt. Zelfs Monaco gaat stijlvolle oude gebouwen slopen voor extra hoogbouw. In 2019 verschijnt in Jeddah, Saudi-Arabië, een reus van 1000 meter. Niet alleen de hoogte overschrijdt steeds vaker 300 meter, ook het aantal torens neemt toe, stelt professor Philip Oldfield (University of Nottingham) vast. Hij is op globaal niveau een van dé architectuurexperts terzake en lid van de vermaarde Council on Tall Buildings and Urban Habitat (CTBUH) die wereldwijd wolkenkrabbers meet en bestudeert. Volgens hem wordt dit dé eeuw van de megatorens : “Een derde van alle grote torens werd in de laatste tien jaar gebouwd. In 2014 waren er al meer dan 1500 hoger dan 150 meter, met toppers tot 600 meter en meer. In veel steden worden het iconen.”

Ook in de jaren zestig kende hoogbouw een hoogtij, maar nogal wat van die constructies worden gesloopt of moeten zwaar worden gerenoveerd. “Er is een groot verschil tussen de bouwsels van toen en de nieuwe generatie”, zegt Oldfield. “Destijds was de kwaliteit minder en meestal hadden die torens maar één functie, bijvoorbeeld alleen sociale woningen. De nieuwe combineren bewoning, hotels, kantoren, winkels. Sommige hebben zelfs tuinen. Ze zijn bestemd voor een gevarieerd publiek. De gettovorming van vroeger wordt vermeden.” De nieuwe torens worden ook zo gebouwd dat ze makkelijker kunnen worden gerenoveerd. Er worden er nauwelijks nog volledig afgebroken. Dat is moeilijk en kost hopen geld.”

PRO’S EN CONTRA’S

Tegenstanders zijn niet overtuigd van de ecologische voordelen. “Toch zijn die er”, meent Oldfield. “Door torenbouw wordt er in steden minder ruimte ingepalmd en gaat minder warmte verloren. Alleen jammer en onlogisch dat er zo vaak wordt gekozen voor glazen constructies. Glas is goedkoop, snel aan te brengen, maar de afkoeling van het interieur vergt te veel energie. Er moeten meer torens komen met gevels van baksteen of beton.”

Ook architect Leo Van Broeck van het Brusselse bureau Bogdan & Van Broeck, die heel wat over het onderwerp heeft gepubliceerd, ziet meer voor- dan nadelen. “Zeker in een land als het onze, dat volgebouwd wordt. We kampen met te veel land use en morsen met het gebruik van grond. Meer dan een derde van Vlaanderen is bebouwd, de rest is versnipperd. Door compacte dorpen en steden met halve hoogbouw en meer rijwoningen kunnen we verkavelingen opdoeken en teruggeven aan de natuur. We moeten inkrimpen en opteren voor sharing, van auto’s, fietsen enz. In deze context zijn torens heel interessant : mensen wonen er dicht bij elkaar en kunnen meer delen. Dat merk je in Nederland waar veel meer torens staan : het werkt.”

STADSBOULEVARD MET HOOGBOUW

Ondertussen worden ook in ons land meer en meer torens gebouwd en gepland. In de Brusselse Wetstraat komen torens van 110 à 150 meter. Het Gewest gaf al zijn fiat maar de realisatie laat nog op zich wachten. Aan het kanaal, recht tegenover Tour&Taxis staat al de Upsite (140 m), grotendeels een woontoren, ontworpen door Yves Lion en Michel Verliefden. In Antwerpen veranderde de skyline door onder meer de Kattendijkdok Towers, naast het MAS. Aan het ontwerp werkten gerenommeerde bureaus mee, waaronder Diener&Diener, David Chipperfield, Tony Fretton en Eld Architects. Daarnaast verschijnen steeds meer halfhoge gebouwen, tussen 50 en 100 meter hoog. Xaveer De Geyter Architectenbureau bouwt tegen volgend jaar het 70 meter hoge Provinciehuis in Antwerpen ; hij ontwierp ook de Elishout-keukentoren (60 m) op de Coovicampus in Anderlecht, die je ziet vanop de Brusselse ring. Het nieuwe mediapark dat rond 2020 op de Reyerssite in Brussel wordt opgetrokken gaat ook de hoogte in, tot vijftien verdiepingen. Ondertussen geraakte bekend dat een team rond Robbrecht & Daem het nieuwe VRT-gebouw ontwerpt. Er komen ook torens in het gebied ernaast, waar de E40 Brussel binnenkomt en waar men een stadsboulevard wil creëren met hoogbouw. Brussel krijgt er dan een heel nieuwe, halfhoge wijk bij.

Architecten en bouwmeesters lijken het erover eens : de toekomst wordt ‘hoger’. Er staat flink wat op stapel, ook in ons land. De torenmanie slaat toe, zij het wat minder monumentaal dan bij onze buren.

Door Piet Swimberghe & Illustraties Leen Van Hulst

“We kampen te veel met ‘land use’ en morsen met grondgebruik. Door halve hoogbouw kunnen we verkavelingen teruggeven aan de natuur” Architect Leo Van Broeck

De Londense Walkie Talkie-toren kwam in opspraak omdat weerkaatsende zonnestralen delen van auto’s deden smelten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content