Een natte oogstmaand, de nachtmerrie van wijnbouwers, haalt zowat alles onderuit van barbaresco en roero 2006. Piëmont kan zich gelukkig nog troosten met de barolo van 2005. Herwig Van Hove geeft 48 van de 150 blind geproefde wijnen een onderscheiding.

Als het regent in september, tijdens de oogst van nebbiolodruiven, zwellen de druiven. Dat levert verdunde, kleurloze wijn op. In 2006 regende het vanaf half september. De laatrijpende druiven, zoals nebbiolo en barbera, werden dan ook beschadigd door verdunning of door een versneld rottingsproces. Het onheil is het meest uitgesproken bij hoge rendementen en marginale rijping. Bij perfect rijpe en gezonde druiven kan men wachten tot de buien overtrekken.

Maar om perfect rijpe en gezonde druiven te treffen moet men lang voor de pluk ingrijpen in de wijngaard, vooral door de opbrengst te beperken, en dat doet altijd pijn, zeker als er nog geen wolkje aan de lucht is. Bovendien hebben de wijnboeren van Piëmont jarenlang hun druiven verkocht aan groothandelaars, ze werden betaald per kilo. Er is dus geen traditie van oordeelkundig snoeien, ‘veel’ heeft nog te vaak een euforische bijklank. Bij de moderne generatie ligt dat anders : ze bottelt zelf en verlangt kwaliteit. Enzo Rapalino van Azienda Agricola La Ganghija in Treiso is een schoolvoorbeeld. Hij studeerde aan de oenologieschool van Alba, werkte twee jaar in een groot wijnbedrijf en begon in 2004 voor eigen rekening met de 4,5 ha familiewijngaard van moeders zijde. Zijn vader werkt intussen voort op de 5 ha van zijn familie, hij blijft de geoogste druiven verkopen.

Deze Enzo Rapalino past het hele arsenaal van moderne kwaliteitsingrepen toe. Eerst en vooral het streng en kort snoeien, dan het ‘groene’ werk in de wijngaard. Uitknijpen van het teveel aan groene trosjes, het afsplitsen van de tweede scheuten, het ontbladeren aan de ‘morgenzijde’ om direct zonnelicht op de trossen toe te laten, het inzaaien van gras tussen de rijen om de stokken dieper te doen wortelen en in concurrentie te brengen.

Dat wil niet zeggen dat het klimaatsverloop geen enkel belang meer heeft. In 2005 heeft het enkel geregend gedurende de eerste dagen van september en de rest van de maand was uitstekend : zon overdag en koelte in de nacht. Dan vertraagt het rijpingsproces door de nachtkoelte en dat brengt een grotere complexiteit in de samenstelling van het druivensap. Frisheid en fruitgeuren blijven bovendien beter bewaard. Als het begin oktober 2005 terug begon te regenen, was de oogst grotendeels binnen.

Die simpele vaststelling, regen in september 2006 en zon in 2005, verklaart waarom roero en barbaresco 2006 lamentabel slecht zijn en barolo 2005 gemiddeld meer dan redelijk scoort. Toch blijft het de vraag waarom zoveel bijtend bittere wijnen op de markt geraken.

Roberto Damonte van de luxe-agriturismo Villa Tiboldi in Canale, tevens eige-naar van Malvirà (42 ha in de appellation van roero, 350.000 flessen) geeft een mogelijk antwoord : “De roerowijnboeren en ook die van het barbarescogebied drinken meestal alleen hun eigen wijn. Zo geraken ze gewoon aan de hoge bitterheid van hun eigen nebbiolo. Meer zelfs, ze nemen die als maatstaf voor authenticiteit en kwaliteit. Hier op Villa Tiboldi komen veel vakantiegangers die thuis ook wijn drinken en ik stel vast dat zij geen extreme bitterheid accepteren…”

Ook Giovanni Almondo en Carbone Monchiero, goede wijnmakers van Roero en Canale, weten het wel. Almondo laat zijn 2007 proeven : een wijn met grote concentratie en lengte, en veel beter evenwicht van bitterheid en fruit dan zijn 2006.

In het gebied van de barolo is kwaliteit algemener. Pietro Ratti, eigenaar van 35 ha wijngaarden, waaronder de Cru Rocche dell’Annunziata : “Barolo heeft zijn bekendheid, ook buiten Italië, en dat geeft natuurlijk een marktvoordeel. Maar dat houdt ook een verantwoordelijkheid in. Buitenlanders die in een impuls barolo kopen, en in het glas een bittere, fruitloze, schrale wijn zonder kleur treffen, zien we nooit meer terug. We moeten nog veel meer evolueren naar fruit, naar evenwichtige en smakelijke wijnen, zonder natuurlijk onze eigenheid op het spel te zetten.”

Proefresultaten

Bij de vijftien stalen van roero 2006 is er niet één het onthouden waard : ze missen fruit en zijn veel te bitter. Barbaresco 2006 is in hetzelfde bedje ziek, enkele uitzonderingen : Orlando Abrigo, Cascina Morassino, Eredi Lodali, La Ganghija, Molino en Tenuta San Mauro.

We proeven ook 150 barolo’s van 2005, allemaal blind.

Er zijn veel goede bij, sommige met een licht voorbehoud wegens een wat te streng einde of een te streng accent. De onberispe-lijk goede krijgen een H, de troetelwijnen een HH.H E. Pira & figli, cru Cannubi : diep fruit aan de neus en goede evenwichtige smaak.

Marchesi di Barolo, cru Cannubi : wat ruw in de tannines. De cru Sarmassa : aangename stevige lengte.

Virna Borgogno, cru Cannubi Boschis : traditionele, fijne wijn met genadige, zacht versmolten tannines.

Barale Fratelli, cru Castellero : goede, sombere en frisse kleur, een statige neus en een evenwichtige, lange smaak.

Grimaldi Giacomo, cru Le Coste : stevige, evenwichtige smaak met goed ingebouwde tannines.

Damilano, cru Liste : ruim ontwikkelde, versmolten neus en een stevig gestructureerde smaak.

H Cascina Adelaide, cru Preda : aangenaam fruitige smaak met stevige tannines.

H Luciano Sandrone, cru Le Vigne : stevig, met een kleine evolutietoets, maar ook aangenaam zacht.

H Poderi Luigi Einaudi, cru Costa Grimaldi : aangenaam, met goede tannines.

Bric Cenciurio, generische barolo : goede aanspraak, maar een toets te bitter.

Francesco Rinaldi, cru Le Brunate : aangename en evenwichtige, wat matige lengte.

Bovio Gianfranco, Vigna Arborina : mist wat fruit, maar is verder zacht en evenwichtig.

Cascina del Monastero, cru Bricco Luciani : goede, zachte smaak tot het middengebied, maar wat stroef einde. Ook de cru Bricco Riund : aangenaam, maar wat eenvoudig.

Cascina Ballarin, cru Bricco Rocca : aangenaam fruit met wat stroef einde.

Andrea Oberto, cru Vigneto Brunate : mooi doortimmerd, maar wat streng.

H Vietti, cru Brunate : aanvaardbaar streng accent. Ook Vigna S. Caterina : inktachtig gebald en een gestructureerde, evenwichtige smaak.

Michele Chiarlo, cru Cerequio : traditioneel fijn en zacht aan de neus en een evenwichtige, wat strenge smaak.

Renato Ratti, cru Conca : zachte neus en een stevige, fijne smaak met goede structuurtannines.

Bocchino Eugenio, cru La Serra : goede, correcte smaak.

H Voerzio Gianni, cru La Serra : inktachtige, frisse kleur met spanning en een compacte, diepe neus. Stevige, goed gestructureerde, lange smaak.

Mauro Molino, cru Gallinotto : frisse, aangename smaak met een streng accent.

H Alessandria Fratelli, cru Monvigliero : traditioneel fijn, maar evenwichtig.

H Giacosa Fratelli, Vigna Mandorlo : zeer goede, bijna inktkleurige wijn met spanning en een compacte houtgedragen neus. Smakelijke, geknoopte lengte.

Giacomo Fenocchio, cru Villero : smakelijk, maar wat streng einde.

Monfalletto, cru Enrico VI : smakelijk en goed evenwicht.

Monchiero, generische barolo : fijn genuanceerde neus en een aangename, wat strenge smaak.

H Abbona Marziano, cru Pressenda : goed gestructureerd, stevig evenwicht.

Gianfranco Alessandria, cru San Giovanni : charme en goed evenwicht. Ook de generische barolo is evenwichtig.

Pio Cesare, generische barolo : goede aanspraak, stevig middengebied, maar eindigt wat zwak.

H Josetta Saffirio, cru Persiera : charme en lengte.Ook de generische barolo : houtgedragen diepe neus en een charmerende, gestructureerde smaak.

Grimaldi Bruna, cru Regnola : streng accent.

Brovia, cru Ca’mia : streng accent.

H Palladino, Vigna Broglio : geknoopte smaak met structuur.

Schiavenza, cru Broglio : traditioneel, maar gezond.

H Germano Ettore, cru Cerretta : zachte, lange, gestructureerde smaak.

H Massolino, cru Magheria : smakelijk en evenwichtig. Ook de cru Parafada : mooi hout en geknoopte lengte.

H Pira Luigi, cru Vigna Margheria : mooi hout en smakelijke lengte.

HH Paolo Manzone, cru Meriame : frisse, moderne, smakelijke wijn. Ook de cru Serralunga : aangename wijn zonder meer.

Fontanafredda, cru Serra-lunga d’Alba : goede kleur en goede smaak.

Rivetto, cru Giulin : aangenaam fruitig.

HH Podere Ruggeri Corsini, cru Corsini : Bijna inktkleur, met grote spanning en een gesloten, houtgedragen, compacte neus. De smaak is doortimmerd streng en evenwichtig.

De perceelsnamen van de DOCG’s barolo en barbaresco zijn bij decreet van 11 maart 2009 officieel vastgelegd en worden voortaan op het etiket vermeld. Daar zijn mooie geografische kleurenkaarten van uitgebracht.Geïnteresseerd in die kaarten ? Surf naar www.weekend.be

Door Herwig Van Hove Illustratie Tom Peeters

Als het regent in september, tijdens de oogst, zwellen de druiven. Dat levert verdunde, kleurloze wijn op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content