Een huis wars van alle conventies. Dat wilden Anton en Hannie Schouten. Een tuin was geen prioriteit, wel natuur, als groene verankering en als ‘decoratie’. Op de Veluwe was dat geen probleem.

Jarenlang moest Anton Schouten met zijn ingenieursbureau in Arnhem rekening houden met allerhande regeltjes en voorschriften in woningbouw- projecten. Als reactie op die ‘beknotting’, wou hij voor zichzelf een huis waarbij de architect alle vrijheid zou krijgen. Als locatie werd een plek gekozen in Apeldoorn, verborgen achter een bosrand en bezaaid met zandbulten. De tuin- en landschapsarchitect, Jaap Poortvliet, werd er pas bij gehaald toen de constructie van de woning – in de vorm van een afgeknotte kegel – al hoog in de steigers stond. De man was niet weinig verrast toen hij voor het eerst op de werf kwam : hoe hebben ze dit klaargespeeld in Apeldoorn, niet bepaald de makkelijkste gemeente wat vergunningen betreft !

Van de eigenaars kreeg Poortvliet te horen : “Rond het huis willen we een grassentuin, maar we houden niet van een gewone tuin. Wel van de buiten. Voor de rest, ga je gang…” Met 25.000 m² oppervlakte was er wel wat mogelijk. “Er was ook ruimte voor twee expliciete wensen van de eigenaars : een vijver voor haar, een tennisbaan voor hem”, zegt de tuin-architect. Hij begon met een groot onderhoud van het bosgebied, door het wegwerken van bramen en afval en door ruimte te geven aan de waardevolle bomen, kwestie van licht te brengen in het donkere bos. Tegelijk legde hij de toegangsweg tot aan de bosrand, om de ’tuin’ meer ruimtelijkheid te geven en enkele meerstammige beuken beter tot hun recht te laten komen tussen het gras.

BEHALVE GROEN AMPER KLEUR

Slechts vijf plantensoorten domineren de open ruimte. Een beukenhaag slingert als een langgerekte rups over het terrein. “De vorm is geïnspireerd op de Savoyvaas van Alvar Aalto. We scanden ze in, vergrootten en verkleinden de scans, en verschoven de patronen over het plan, tot wat je nu op het terrein ziet in drie dimensies.” Ervoor, erachter en ertussen zijn voornamelijk Miscanthus en Carex aangeplant. “Het eerste is een siergras dat zo’n twee meter hoog wordt. Het vraagt weinig onderhoud (tot tegen de grond afknippen in februari-maart) en is erg mooi van in het vroege voorjaar tot laat in de herfst. Carex (zegge) is zowat de tegenhanger. Het wordt amper 30 cm hoog en blijft het jaar rond wintergroen. Ik koos voor de Variegata-variëteit met een groengele tint.” De combinatie geeft een heel speels effect, vooral in de zomer. “Maar saai is de tuin in de winter ook niet. Wel sober.”

Tussen de grassen lopen paden in grijze kalksteensplit. Ze worden voornamelijk gebruikt door de twee grote honden en voor het uitvoeren van onderhoud. “Ze creëren wel openheid en brengen afwisselend spanning en rust tussen het wuivende gras”, zegt de tuinarchitect. Behalve groen zie je hier amper kleur. Voor alle verhardingen en andere materialen werd gekozen voor grijstinten, van licht tot donker.

SPELEN MET HOOGTEVERSCHILLEN

In het hele concept speelt het element ‘hoogte’ een essentiële rol. De natuur stak een handje toe, want tussen het hoogste en het laagste niveau zit tien meter verschil. Een gevolg van de opstuwing van zand en grind tijdens het Midden-Pleistoceen-ijstijdperk. “Gelukkig ben ik opgeleid in Anderlecht”, lacht de tuinarchitect. “In België leer je met hoogteverschillen omgaan. In het platte Nederland hebben we daar meer moeite mee.”

Ook in de woning wordt gespeeld met hoogteverschillen. Drie van de vijf verdiepingen (of tussenverdiepingen) sluiten aan op de tuin. In het souterrain aan de noordzijde heb je de garage met werkruimtes, slaap- en badruimtes ; keuken en grote slaapkamer bevinden zich een niveau hoger op het oosten, terwijl op het hoofdniveau de eet- en woonkamer en de inkom richting zuid openen.

Binnen en buiten vormen een twee-eenheid. Het interieur is bewust vrijgehouden van decoratie en snuisterijen – schilderijen kunnen er overigens niet hangen, wegens de gebogen wanden ! De tuin fungeert dus als decor voor elke ruimte. In de woonkamer en de keuken wordt het zicht niet gehinderd door raamwerk. De vloer loopt in één niveau door, er is alleen het materiaalverschil : binnen beton, buiten hardhout, en natuurlijk aangepast meubilair. Het middagterras zit ingepakt in het hoge Miscanthusgras. “Dat zorgt voor intimiteit, zonder dat je je opgesloten voelt.” Aan het einde van het terras ligt de vijver die de hemel prachtig weerspiegelt.

ZWEMBAD ONDER HET DAK

De meeste uitzichten zijn door de ontwerper ‘gestuurd’ : via insnijdingen in de zandbult, afgewerkt met betonwanden om de ingreep af te lijnen, of door het lijnenspel van de beukenhaag die een zachte glooiing versterkt, of door de strakke rechtlijnigheid van een tuinpad, zoals het pad dat naar de voordeur leidt.

Een zwembad ontbreekt hier uiteraard niet, maar in de tuin zal je het niet vinden. Het bevindt zich op de bovenste verdieping van de woning, onder een openschuivend glazen dak. Daar kwam qua constructie wel een en ander bij kijken. Het verklaart meteen ook de afgeknotte kegelvorm van de woning. “Het honderd ton wegende bad steunt namelijk op de buitenmuren.”

Missie geslaagd, zo vinden Anton en Hannie. Het ‘meesterwerk’ is intussen te koop, want na er zeven jaar gewoond te hebben, zijn de twee klaar voor een nieuw woonproject, omgeven door nog meer natuur.

www.villabeekbergen.nl; www.poortvlietenpartners.nl

DOOR MARC VERACHTERT & FOTO’S PHILIPPE PERDEREAU

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content