De komende zomer wordt het vergeefs zoeken naar coherentie in het modebeeld. Van papegaaien en aardbeien tot safari, samengebald in een mikmak van retro. Het trendidee, als een systeem om de toekomst te voorspellen, lijkt steeds meer achterhaald. De vraag is waar dat alles naartoe gaat.

Niet dat ik al zo’n lange staat van dienst als modejournaliste heb, maar toch herinner ik me nog een tijd dat een bepaalde modestijl minstens tien jaar moest verdwenen zijn eer hij een comeback kon maken. Die regel lijkt niet meer van toepassing op Lente/Zomer 2005. Nog nooit was de recuperatiemotor in Modeland zo in overdrive. Getuige daarvan het aantal ontwerpers dat komende zomer alweer op wereldreis trekt. Van Afrika (Max Mara, Gucci, Roberto Cavalli) tot AziĆ« (Giorgio Armani) en Honolulu (Moschino Cheap & Chic en D&G). Exotische vakantiebestemmingen zijn in trek. Niet in het minst om de plaatselijke fauna en flora te plunderen. Denk aan vogelveren (Miu Miu, Marni) of het vel van krokodillen, slangen en struisvogels (Dolce&Gabbana, Versace en Gianfranco FerrĆ©). Gecombineerd met decoratieve spiegeltjes en glitterstenen (Valentino). En natuurlijk past bij dergelijke expedities een safari-jasje, al dan niet gecombineerd met een bermuda (onder meer bij Philosophy di Alberta Ferretti) en een body (zoals bij Sportmax), twee kledingstukken die het komende seizoen een allang gevreesde comeback maken. Seen it, been there, done it.

Psychedelische tijden

Gelukkig zorgt Miuccia Prada nog voor een beetje verrassing door haar paradijsvogels de catwalk op te sturen met een papegaai op het hoofd en foute reistassen aan de arm, het soort dat in rijen staat aan te schuiven aan de incheckbalie van goedkope touroperators. Even fout (of eufemistisch : naĆÆef) zijn de fruitapplicaties die her en der opduiken in de collecties. In de vorm van borduursels bij Missoni of als fantasiejuweel bij Dior. Maar terwijl eerstgenoemde dergelijke spielereien compenseert met hedendaagse elegantie, combineert John Galliano zijn aardbeien en druiven met referenties aan de seventies. Dior, for Peace staat op zijn T-shirts te lezen. Een terechte boodschap gezien de huidige wereldpolitiek, maar moet daarom nog maar eens de summer of love worden herhaald ? Herinnert u zich nog zomer 2002, het antwoord van de mode op 9/11, dat bol stond van escapisme, hippie chic en macramĆ© ? Nog geen drie jaar later is het weer van dat.

Galliano is trouwens niet de enige met het hoofd in psychedelische tijden. Zo lijken de collecties van Veronique Leroy recht uit Blow te komen, de cultfilm waarin Johnny Dep zijn drugscarriĆØre begint op de gouden stranden van CaliforniĆ«. Getuige daarvan de vlinderachtige chiffontopjes en fladderende kaftanjurken, al dan niet met bloemenprint (mĆ©t, in het geval LĆ©onard, het Franse merk waarvoor Leroy ook tekent). Veronique Branquinho laat zich dan weer inspireren door een softerotische klassieker uit dezelfde periode. De grote rotanstoelen op de catwalk laten er geen verwarring over bestaan. Elle s’appelle Emanuelle, maar wat bij een andere ontwerper al snel zou uitmonden in goedkope frivoliteiten, resulteert bij de Belgische ontwerpster in een romantisch beeld van zeemeerminnen in azuurblauwe gewaden. Branquinho’s evil twin sister, Donatella Versace, verbaast vriend en vijand door min of meer hetzelfde beeld naar voren te schuiven. De vloeiende jurken van satin duchesse en deftige avondjaponnen in waterpastels spreken een veel subtielere taal dan wat we van de nachtkoningin gewoon zijn. De ontwenningskuur heeft haar duidelijk goed gedaan, al is het maar de vraag in hoeverre Donatella nog vat heeft op heel het gebeuren. Volgens insiders regeert de nieuwe crisismanager Giancarlo Di Risio met ijzeren hand. Sinds zijn aantreden vier weken geleden verschijnt Donatella stipt om tien uur ’s morgens op kantoor. Bovendien zou ze haar jetsetleventje op een laag pitje hebben gezet. Getuige daarvan ook de afwezigheid van celebrities op de front row. Officieel luidt het dat alle aandacht vanaf nu naar de kleren moet gaan. Kwestie van het imago van Versace op te poetsen.

Designerhooligans en filmsterren

En Versace is niet het enige luxelabel dat met imagoproblemen worstelt. Zo blokletterde de Daily Mail vorige maand : ” Bars Ban Burberry“, naar aanleiding van het luidruchtige gedrag van in ruitjes geklede cafĆ©gangers. De Britse journaliste Suzy Menkes bedacht er zelfs een nieuwe term voor : designer hooligans, zijnde lallende tooghangers die zichzelf bedelven onder logo’s. Het soort consument dat het exclusieve aura rond een merk aantast. Heel de heisa verklaart alvast waarom er in de zomercollectie van Burberry Prorsum haast geen ruit te bespeuren valt, dan wel romantische jurkjes die eerder in de smaak zullen vallen bij muurbloempjes.

Maar designerhooligans zijn niet de enigen die het prestigelabels moeilijk maken. Winkelketens als H&M en Zara zijn voor de modewereld wat het broeikaseffect is voor het milieu. Seizoenen vervagen, in plaats van om de zes maanden brengen zij om de zes weken een nieuwe collectie. Voeg daarbij de toenemende invloed van filmsterren en zangeressen op het modebeeld, en de malaise is compleet. If you can’t fight them, join them, moet Karl Lagerfeld gedacht hebben toen hij de rode loper uitrolde voor Nicole Kidman, het nieuwe gezicht voor NĀ°5. Haar verschijning op de eerste rij veroorzaakte Hollywoodiaanse toestanden. Fotografen verpletteren elkaar om een glimp op te vangen. Er werd geschopt, gebruld en gevochten. Het maakte allemaal deel uit van de show, zo bleek toen Linda & Co geflankeerd door pseudo-paparazzifotografen op de catwalk verschenen. In onvervalste Oscarjurken schreden ze met veel sterallures de catwalk af. De rol was hen op het lijf geschreven. Immers, waren topmodellen in de jaren tachtig niet wat de actrices zijn voor de noughties ? En net zoals twintig jaar geleden was er geen kat die nog naar de kleren keek. Jammer, want de hoofdzakelijk zwart- en witcollectie mocht er best zijn. Het zal de eigenaars van Chanel worst wezen. Feit is dat deze publiciteitsstunt de verkoopcijfers van NĀ°5 alleen maar ten goede kan komen. Of hoe parfums steeds meer als deus ex machina op het modetoneel verschijnen.

De Nederlandse ontwerpers Viktor & Rolf zouden hun nationale driekleur verraden, moesten ze dergelijke commerciĆ«le wetmatigheden ontkennen. Vandaar een contract met cosmeticareus L’OrĆ©al. En is er een betere manier om een geurwater voor te stellen dan een wervelend defilĆ© ? Op de catwalk verschijnen modellen in zwarte scherpe pakken en oversized blousons, het gezicht verborgen achter een motorhelm. Ze nemen plaats in een tableau vivant dat eindigt met een schitterend vuurwerk. Wat het einde lijkt, is in werkelijkheid het begin van het tweede deel. Het podium draait en een nieuw tableau vivant verschijnt. Dit keer met bloemenmeisjes in snoeproze japonnen. Als apotheose verschijnt de naam van het parfum : Flowerbomb.

Conclusie ? Viktor & Rolf doen hun naam als showbeesten alle eer aan. Nu Tom Ford van het toneel is verdwenen, lijken ze wel de enige Willem Ruys‘jes in Modewonderland. Jammer dat het luxeconglomeraat PRP hen niet gevraagd heeft voor Gucci. Met alle respect voor Alessandra Fachinetti, de voormalige assistente die nu Ford opvolgt, maar een paar gouden glitters uit het plafond maken nog geen beklijvende show.

Koppige Galliƫrs

Wie wel beklijvend uit de hoek komt, is ‘onze’ Dries Van Noten. Om zijn vijftigste defilĆ© en gelijknamige boek (1…50) te vieren, heeft hij een luttele vijfhonderd gasten aan de feestdis uitgenodigd. Er wordt aangeschoven aan een 140 meter lange tafel waarvan het einde niet te zien is. In de verte treedt een rij van 250 uniform geklede obers uit het niets. Als een goed gedisciplineerd leger vatten ze post achter onze stoelen. Simultaan wordt het voorgerecht voorgeschoteld. Dries Van Noten doet zijn reputatie van perfectionist alle eer aan. Niets is aan het toeval overgelaten. Elk detail getuigt van klasse en smaak. Maar ook hier geldt het credo : the show must go on. Kristallen luchters boven de tafel gaan de hoogte in en maken plaats voor frisse modellen in romantische silhouetten, geaccentueerd op diverse rokvolumes. En dan, als het laatste model van de tafel verdwenen is, daalt er vanuit de hoogte een rek neer waarop voor ieder het boek (1…50) wordt aangeboden. De verrassingsact mist zijn effect niet. Er is weer een stukje modegeschiedenis geschreven.

BelgiĆ« laat zich tijdens de modeweken van zijn beste kant zien, want ook de jonge generatie weet te bekoren. Nieuwkomer Christian Wijnants scoort met zijn dadaĆÆstische patronen bij de internationale modepers. En Bruno Pieters wordt door de Franse televisiezenders uitgeroepen tot revelatie van dit seizoen. Terecht, zijn zomercollectie is een ode aan vrouwelijke elegantie. Om het met de woorden van een collega te zeggen : “Hij heeft de looks van een jonge Yves Saint Laurent.” Nu nog de carriĆØre.

Oudgediende Martin Margiela krijgt dan weer meer kritiek te slikken omdat hij hardnekkig vasthoudt aan zijn destructieve esthetiek. Benieuwd hoe lang zijn nieuwe baas, Renzo Rosso (oprichter van Diesel), hem zijn creatieve vrijheid zal blijven gunnen. Ann Demeulemeester heeft dat probleem niet : zij is nog steeds baas in eigen huis. Enige toegeving van haar kant waren enkele rode toetsen in een volgens traditie zwarte en witte collectie. De fans zullen dankbaar zijn. Net als die van Dirk Bikkembergs. Naar goede gewoonte presenteerde hij in Milaan een multo sexy collectie. Volle kassa verzekerd. Financieel minder sterk (althans voorlopig) staat de revelatie van enkele seizoenen geleden : Haider Ackermann. Op het laatste nippertje heeft hij zich laten schrappen van de defilĆ©kalender. Helaas, want zijn collectie van prachtige sirenejurken, bewerkt met stroken smok, hoort op de catwalk. Maar zoals Ackermann terecht opmerkt : “Beter voorzichtig groeien en onafhankelijk blijven dan toegevingen te moeten doen.”

Ironie, o ironie, maar misschien typeert die weigering tot compromissen de Belgische ontwerpers wel het meest. En wellicht schuilt daarin net hun kracht. Zeker in een tijd dat het modebeeld elk seizoen weer andere historische referenties en proporties aanneemt. Was het niet Li Edelkoort die vorig jaar nog voorspelde : “Mensen krijgen steeds meer genoeg van vluchtige trends. We naderen een periode van tijdloze stijl. Designers als Dries Van Noten en Paul Smith zijn de labels die ons in de toekomst zullen intrigeren. Ze munten uit in het creĆ«ren van de juiste basis, maar hun stijl zal op excentrieke wijze gecombineerd worden.”

De blijvers

Alle chauvinisme ten spijt, eerlijkheid gebiedt te zeggen dat tijdloze stijl ook buiten onze landsgrenzen te vinden is. Meer bepaald aan de Middellandse Zee, de vakantiebestemming van Jil Sander, Helmut Lang en Nicolas GhesquiĆØre. Zonder het marinethema al te letterlijk te interpreteren, brengen zij elk een collectie die schittert in eenvoud. Samen met Rei Kawakubo en Yohji Yamamoto, die experimenteert met kraakwitte hemden en plissĆ©s, zijn ze een rustpunt in de wervelstorm van elkaar steeds sneller opvolgende trends.

Dat laatste verklaart trouwens ook het toenemende succes van vintage, kleding uit de tijd dat Ć©Ć©n bepaald modebeeld nog een decennium lang kon domineren. De trend is nu zelfs doorgedrongen tot in Milaan, het commerciĆ«le hart van de luxe- business. Vintage Spirit mag zich de eerste multimerken-vintageboetiek noemen. Het aanbod is overweldigend aangezien er geput wordt uit de oude stock van Pescetto, een boetiekketen die in 1899 werd opgericht in Genua. Geen enkele zichzelf respecterende fashionista die niet wild wordt van een Burberry trenchcoat uit 1973 of een originele ceintuur van HermĆØs uit 1965. Vergelijk het met een fles Pomerol die alleen maar beter wordt met de jaren.

Niet toevallig zitten er bij de nieuwe generatie ontwerpers een aantal namen die die inspiratie putten uit de vrouwelijke elegantie van het verleden. Zoals Olivier Theyskens bij Rochas (mantelpakjes !), Alber Elbaz bij Lanvin (plissƩjurken !) en Marc Jacobs bij Louis Vuitton (kostschoolbloesjes met ronde kraagjes). Niet zo geslaagd wegens te geforceerd is de retromania van Menichetti, de nieuwkomer bij Celine. En ook Stefano Pilati, de opvolger van Tom Ford bij Yves Saint Laurent, kan niet echt overtuigen. Zijn referentiekader beslaat heel de periode tussen de fifties en de eighties. Wat resulteert in een niet al te flatterend silhouet van korte tulprokjes en vestjes met ronde schouders. Alleen de brede riemen in de taille, gerecupereerd uit de archieven, blijven in het geheugen hangen.

Ach, waarschijnlijk is dat al voldoende om de aandeelhouders te sussen, aangezien de meeste luxelabels zeventig percent van hun omzet uit accessoires halen. Logisch, de moegetergde consumente kiest eieren voor haar geld. In plaats van elk seizoen haar kleerkast te vernieuwen, wisselt ze enkel nog van handtas. Deze winter Ć©Ć©n van bont, komende zomer Ć©Ć©n van struisvogel en Swarovski-steentjes. Zolang de modewereld zich als een grillig, verwend kind gedraagt, zal daar geen verandering in komen. n

Tekst Pascale Baelden

Winkelketens als H&M en Zara zijn voor de modewereld wat het broeikaseffect is voor het milieu. Seizoenen vervagen, in plaats van om de zes maanden brengen zij om de zes weken een nieuwe collectie.

Was het niet Li Edelkoort die vorig jaar nog voorspelde : “Mensen krijgen steeds meer genoeg van vluchtige trends. We naderen een periode van tijdloze stijl.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content