Purikura

Ellen De Wolf

Er zitten drie foto’s in mijn portefeuille: een pasfoto van mijn man, een mini-Instax van mijn kinderen en een fotorijtje van mijzelf, gemaakt in een purikura of fotostickercabine in Kyoto. Een souvenir aan mijn laatste reis naar Japan.

Een purikura is geen klassiek fotohokje zoals die bij ons in stations en gemeentehuizen staan, maar een arcade game om foto’s te bewerken, vergelijkbaar met de filters en apps die je op je smartphone gebruikt. Je vindt ze daar in grote speelhallen, op zowat elke hoek van de straat. Mijn fotorijtje is gemaakt in een cabine met sugar forever-filter. Mijn huid is onberispelijk wit, mijn neus petieterig en mijn ogen zijn zo groot als perziken. Ik lijk wel een mangafiguur, en toch was dat niet iedereen opgevallen toen ik de foto’s online gooide.

We zien niet meer wat echt is en wat niet. Uit een studie van het blad Cognitive Research blijkt dat we vier op de tien keer niet opmerken dat een foto gemanipuleerd is. Dat komt omdat het merendeel van de foto’s die we zien in tijdschriften en op sociale media bewerkt is, maar ons wil doen geloven van niet. Al lijkt daar nu onder druk van Generatie Z stilaan verandering in te komen, zoals je verderop in dit nummer leest (zie p. 30). Niet dat zij geen filters meer gebruiken, ze komen er alleen openlijk voor uit. Het is een spelletje, net als zo’n purikura. Als ik dus nog eens zo’n foto post, zet ik er zeker de hashtag filtered bij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content