Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

LENE KEMPS

VACUÜM

Het jaarboek van de Creative Club of Belgium is een momentopname, maar dan wel een belangrijke. Het is het ultieme visitekaartje voor zowel adverteerders en kreatievelingen, als voor reklamebureaus. In tijden waarin de media en het reklamelandschap bol staan van de gemiste kansen, is het CCB-jaarboek van ’95 een interessante sign of the times : plat en vacuüm verpakt. Maar als je het openprikt, krijg je een zachte weelde aan kwaliteit geprezenteerd. Het betere reklamewerk werd gebundeld door Simon Casier en Petra Fieuws in een sober, mooi en vakkundig verzorgd boek. Een handig konsulteerbaar werkinstrument voor professionelen. En misschien wel een van de betere salontafelboeken van de laatste maanden, precies door de diskussiewaarde van de opgenomen campagnes. “Door het vacuüm te verpakken, wilden we de CCB desakralizeren”, zegt Simon Casier. “Dit jaarboek wil het betere reklamewerk in de bloemetjes zetten, vandaar de orchideeën. Het is een rustpunt in tijden van overvloedige informatie en vormgeving. “

Soms ontdek je een geweldige advertentie die je nog nooit eerder zag. Afgestemd op het verkeerde medium ? Reklame-immuniteit ? Informatie-moe ? Reklamespots op tv zouden vaak sneller geëvalueerd kunnen worden aan de hand van zapcijfers, in plaats van kijkgetallen. De meeste radiospots zijn nog altijd even enerverend als in piratenzendertijden. De platvloerse fun van vele campagnes werkt bovendien demotiverend voor iedereen die ermee gekonfronteerd wordt. Een heroriëntering van normen en kwaliteitswaarden dringt zich op. Petra Fieuws : “De selektie van de advertenties, radio- en tv-spots spreekt voor zich. We wilden daar weinig of niets aan toevoegen, wel ervoor zorgen dat ze elk op zich optimaal tot hun recht kwamen. Amper twintig procent van ons werk voor dit jaarboek was konceptueel, de rest had met technische uit- en afwerking te maken. Wij zijn een kleine unit met flink wat vrijheid, in die zin dat elke opdrachtgever zich aan iets specifieks kan verwachten. Dat is onze sterkte. Elke opdracht is specifiek en wordt zo benaderd, of het nu industriële jaarverslagen zijn of promotiemateriaal en cd-hoezen. ” (MW)

Creative Club of Belgium/Annual ’95, CCB : tel. (02) 646.34.35, prijs 3250 fr.

Beste Reclame van het Jaar ’94 : tentoonstelling tot 18/11 in de Tabellion, Notarisstraat 66 in 1050 Brussel.

KLIK

De eerste editie van de Pal Zileri Creative Photo Award was een sukses. Zowel in de kategorie beroepsfotografen als bij de liefhebbers kwam een vijftigtal inzendingen binnen, allemaal rond het tema “Een andere kijk op de mode”. Godewijn Daled won tot zijn grote verbazing de eerste prijs met een serie modefoto’s, opgebouwd rond het idee van een misdaad en een arrestatie. Daled : “Er deden in mijn kategorie behoorlijk wat goede fotografen mee : Dirk Lambrechts, Christian d’Hoir… Dus ik voelde me gevleid met de overwinning. Ik had gewoon een test ingestuurd, die ik onlangs had gemaakt. De jury zei dat ze het internationale karakter van mijn werk waardeerden en het feit dat de hele reeks zo in een modeblad kon. Behalve de roem, is het geld natuurlijk welkom. Honderdduizend frank is niet niks. Bovendien word ik nu opgebeld door zowat elk modellenbureau : of ik met hun meisjes misschien ook zo’n mooie test kan doen. “

Godewijn Daled : tel. (03) 216.40.25.

Fototentoonstelling van de laureaten : tot 16 november in Kinepolis Brussel, van 24 november tot 20 december in Metropolis Antwerpen.

CIRCUIT

Brusselse mode gaat op stap. Zo’n twintig kreatievelingen kunstenaars, ontwerpers en modescholen kleden Brusselse plaatsen aan. Gerald Watelet (zie foto) geeft designzaak Ligne couture-allure. La Cambre heeft een projekt op de Nieuwe Graanmarkt. Een kunstenaar mag zich uitleven bij Olivier Strelli. Het trio van Union pour le vêtement zetelt op het vertrekpunt : het café van de Beursschouwburg. Delvaux doet iets in restaurant de Manufacture. Het duo Beaudouin Masson en Wouter De Coster neemt samen met Sonja Noël van Stijl het gebouw naast de winkel in beslag. Walter Lecompte zet zichzelf letterlijk in de bloemetjes bij fleurist “Het witte gras”. Ook Helena Van Haeren, Johanne Riss, de Belgian Designers-tassenkollektie en Lorenzo Lebon installeren en etaleren zich in de hoofdstad. “Het idee was om kunstenaars en ontwerpers te verenigen in één circuit. Naar het voorbeeld van de expo Mode en Kunst”, zegt Etienne Tordoir (voorzitter van Modo bruxellae). “Wat biezonder fijn is, is dat ik door het circuit prachtige plekjes in Brussel hebt ontdekt, een stad die ik al dacht te kennen. Een ander positief punt is het entoesiasme van de jonge generatie. ” Brusselse mode bestaat en u kan er op bezoek gaan.

Modo gaat op stap, modecircuit op 17 en 18 november, tel. (02) 346.04.75 en fax (02) 346.00.60.

BIKINI BIMBO

In Goldeneye, die nieuwe Bondfilm, draagt de Britse geheim agent niet alleen een Italiaans kostuum en rijdt hij in een Duitse wagen, hij heeft ook nog een Nederlandse tegenstander. Ex-mannequin Famke Janssen is samen met Izabella Scorupco de nieuwe Bond Girl : grote ogen, lange benen, flinke boezem en een strak T-shirt. Ha, die Bondmeisjes : ze kennen judo, duiken in vrije val van de Eiffeltoren, bedrijven de liefde onder water, zijn dressed to kill en hebben eigenaardige namen. Na Domino, Plenty O’Toole, Pussy Galore en Honey Rider krijgen we nu Famke als Xenia Onatop.

Famke woont al twaalf jaar in de Verenigde Staten waar ze als model werkte, literatuur studeerde en bijrolletjes kreeg in films en zelfs in Melrose Place. Over het Bondaanbod heeft ze eerst een tijdje nagedacht. Ze kent het fenomeen van Bond Girl isolation, waar menig aktrice onder leed. De rol leidt niet altijd tot een glansrijke carrière. Diana Rigg maakte er nog wat moois van, maar wat gebeurde er met Claudine Auger (Thunderball) en Carey Lowell (Licence to Kill) ? Britt Ekland en Barbara Bach hielden er popster-echtgenoten aan over, maar wat zat erin voor Lois Chiles (Moonraker) ? De onvergetelijke Bond Girl is natuurlijk Ursula Andress, voor altijd vastgelegd in dat moment waarop ze in een witte bikini uit Caribisch blauw water komt. In deze postfeministische tijden is Famke echter van plan haar rol anders in te vullen. Niet voor haar de bikini-bimbo-rol. “Mijn personage is meer daneen vamp in een bikini. Ze is de gelijke van James en de slechterik die hem weerwerk geeft. ” Van Ursula was hij anders ook behoorlijk onder de indruk.

OP HET NACHTKASTJE VAN JEAN-LOUIS GOSEZ

Naast mijn bed liggen geen Financial Times, Manga’s of Rode Ridders. Wel Details, National Geographics en The Velvet Underground Handbook. Boeken die ik begin, lees ik uit, ook al is het doorbijten. Bij een film die me niet aanstaat, stap ik na tien minuten op. Een film is opdringeriger en vraagt om dat soort reakties ; een boek kan je op je eigen ritme doornemen.

Ik koop mijn boeken bij frère Jacques, de biechtvader van Darakan, een kleine boekhandel in het centrum van Brussel. Niet ver van de Coucou Bar trouwens, de plaats waar échte Brusselse drag queens elke zondagnacht op hun breedst te zien zijn. Bij Darakan kocht ik mijn eerste Paul Auster, Cormack McCarthy en ook de autobiografie van RuPaul, Letting It All Hang Out. Een groene pluim als bladwijzer was het minste dat ik aan de roze hard cover kon toevoegen. RuPaul ken ik als gogo-dancer en barmaid van de Newyorkse klub The Pyramid. En natuurlijk uit de clips van de B52’s en Robert Palmer. RuPaul André Charles werd geboren in het zuiden van de VS. Toen hij zes was, noemde iedereen hem al sissy zonder hem te willen veranderen. Hij is altijd voor zijn homo-zijn blijven en kunnen uitkomen. RuPaul is een intelligente persoonlijkheid zonder skrupules. Hij gaat ervan uit dat iedereen naakt geboren wordt en welke kleren je ook aandoet, in feite is het allemaal drag. Als hij gaat winkelen, trekt hij ook wel iets anders aan dan een groene beha en zijden panty’s, stofzuigen doet hij evenmin met hoge hakken. Zijn drag queen outfit is voor hem wat een hemd, das en tweedelig maatpak voor een zakenman is. RuPaul is professioneel. Zijn verhaal is er eentje van klubs, films en catwalks. Zonder enige vorm van moralizering. Fun, daar gaat het om. Hij heeft ook platen gemaakt. Sexfreak was de eerste single, Supermodel is zijn eerste elpee. Hij is een stuk ernstiger geworden. Maar ja, wat wil je, als model. Nee, als supermodel ! RuPaul noemt zichzelf a glamazon of a bitch, a starrrbooty en zegt om de haverklap : Everybody say love ! Zo begon hij ook zijn show destijds. Niet voor niks speelt hij in Crooklyn van Spike Lee en in de film Blue In The Face waarvoor Paul Auster het scenario schreef. Rapper Wayne Wang en Roseanne Barr zijn z’n co-stars. In het laatste hoofdstuk van zijn autobiografie heeft hij het over hoe je cool kunt kleur bekennen als homo. Drag is hip hé. Er staat zelfs een foto in zijn boek van hem met Nirvana, Courtney Love en baby Francis Bean. Ultrahip ! (MW)

Jean-Louis Gosez is dj en platenhandelaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content