Met een luxueus defilé vierde de Belg Olivier Strelli (Nissim Israël) vorig jaar zijn dertigste verjaardag in de modewereld. Een knap geïllustreerd boek vertelt over zijn privé- en professioneel leven.

De jaren negentig lijken moeilijke jaren te worden voor Olivier Strelli. Kleur is niet langer trendy, de economische vooruitzichten zijn even somber als het Belgische weer en zelfs Nissim Israël ( de echte naam van Olivier Strelli) lijkt te hunkeren naar soberheid. Hij wil het Belgische modemilieu tonen dat hij niet alleen kan toveren met kleuren, maar ook met stoffen en materialen. In deze periode sluit hij verschillende licentieovereenkomsten. “Tijdens toevallige ontmoetingen”, zegt Nissim “raak ik in de ban van de persoon die me iets komt voorstellen. Als ik er een goed gevoel bij heb, wil ik die een kans geven. Wanneer ik er mezelf in kan terugvinden, wil ik hem helpen om zijn project te realiseren.” Maar vaak zegt hij ook neen, of trekt hij zich terug uit avonturen die zijn imago geen goed doen. Wanneer zijn eerste parfums floppen, laat hij de moed niet zakken. Hij houdt van uitdagingen en keuzes maken. Die geven hem de nodige adrenaline en motivering. [… ]

De meeste ontmoetingen zijn fortuinlijk voor Strelli. Maar geluk kun je een handje helpen. Strelli heeft er een neus voor. Zijn flair moet niet onderdoen voor zijn zakelijk talent. Volgens Frédéric Brébant, adjunct-hoofdredacteur van Weekend-Le Vif/ L’Express, “is Olivier Strelli een opportunist. Die term kan choqueren, maar is niet negatief bedoeld. In zijn vak is het eerder een pluspunt : Nissim Israël heeft de trends en de markt altijd al kunnen voorspellen en ze naar zijn hand weten te zetten.”

Iedereen is het erover eens dat Nissim een uitstekende zakenman is. Maar hij vindt dat niet onverzoenbaar met het vak van ontwerper. Verkopen blijft zijn hoofddoel en daarom houdt hij echt wel rekening met trends. “Hij slaagt erin om trendy Strelli te creëren zonder compromissen”, zegt Anne-Françoise Moyson van Elle Belgique. Véronique Heene van Modo Bruxellae is het daarmee eens : “Hij evolueert mee met zijn tijd, maar blijft uniek en onmiddellijk herkenbaar.” De coherentie in zijn collecties en in zijn andere activiteiten krijgen ruime erkenning, zonder dat iemand ze precies kan omschrijven. “Ik zie een samenhang”, zegt Veerle Windels, “die volgens mij onnavolgbaar is, omwille van die kleine, typische Strellidetails : de stoffen, de structuur, de manier waarop hij het materiaal verwerkt, de kleuren… maar het is erg moeilijk om die details precies onder woorden te brengen.” Zelfs Nissim Israël en Jacky Franco ( sinds 1979 rechterhand van Strelli) kunnen hun stijl niet precies omschrijven, omdat ze een kwestie van gevoeligheid, indrukken en persoonlijkheid is.

In 1993 loopt prinses Paola bij de eedaflegging van haar man in de kijker. Ze draagt een brede, felgele mantel met een sjaalkraag. Met haar keuze bezorgt ze Strelli niet alleen heel wat pers, maar vat ze ook perfect zijn stijl samen : zachtheid, kleur, warmte en vloeiende lijnen. Strelli heeft haar niets ingefluisterd. Hij ziet het net als de rest van de wereld op de televisie. In 1999 troont koningin Paola van België haar toekomstige schoondochter Mathilde een dag na haar officiële voorstelling aan de Belgische bevolking mee naar de Radstraat. Nissim kiest met haar stukken uit voor de Blijde Intredes, maar weigert om haar trouwjurk te ontwerpen. “Dat is mijn vak niet”, legt hij uit. “Het gaat om haute couture, om een vertaling van de wensen van een vrouw en niet om ontwerpen. Mijn eerste en enige trouwjurk heb ik in 2002 voor mijn dochter gemaakt.”

In België staat de herencollectie vaak in de schaduw. In Frankrijk is het net andersom. Daar hangen Olivier Strellipakken naast die van Paul Smith, Hugo Boss, Paul & Joe. Voor een verklaring moeten we terug naar 1994. Olivier Strelli draait dan voor het eerst mee in het erg selecte circuit van herendefilés in Parijs. Dat geeft zijn collectie een erg hoog aanzien bij het Franse publiek. Na het vertrek van Gabriel Vasquez is Jacky Franco twee jaar lang alleen verantwoordelijk voor de collectie. Hij geeft in die periode de Strelliherencollectie een gedurfdere, moderne en vooral een viriele look. Dat aspect ontbrak vroeger, waardoor de herenlijn in België zelfs nu nog met homoseksuele mannen wordt geassocieerd. Dit is in Frankrijk helemaal niet het geval.

“De defilés hebben me in zekere zin strikter gemaakt”, zegt Jacky Franco. “Ze hebben me verplicht om een sterk imago in stand te houden. Maar na enkele jaren hadden we de indruk dat het allemaal vergeefse moeite was.” In 2000 beslist het Strelliteam om te stoppen met de defilés. Volgens sommigen getuigt deze beslissing van weinig res-pect. Maar Nissim Israël en Jacky Franco zijn het beu om de podia af te dweilen, veel geld te investeren en weinig tot geen return te hebben. [… ] De beslissing lijkt hen geen windeieren te hebben gelegd, ook al sluiten ze een terugkeer niet uit.

De defilés leveren Olivier Strelli ook heel wat internationale publiciteit op. En soms is die van onschatbare waarde. Een artikel in het New Yorkse tijdschrift Harper’s Bazar valt in 1997 naast heel wat gewone lezers ook een zekere Mick Jagger op. Enkele dagen later rinkelt de telefoon op het Parijse kantoor van Olivier Strelli. Een nijdige Nissim denkt eerst dat het om een kwalijke grap gaat. Pas na een tweede telefoontje en faxbevestiging vat hij wat er gebeurt. Het klopt dus : Mick Jagger is gebiologeerd geraakt door een heel lange paarse fluwelen mantel en hij wil meer stukken zien voor Bridges to Babylon, de volgende wereldtour van de Rolling Stones. Het Stonesavontuur is een mediatiek hoogtepunt voor Olivier Strelli. Jacky Franco, een Stonesfan van in de wieg, kan het maar niet geloven. Uiteindelijk kiest Jagger de beroemde lange mantel en een kortere versie met tijgerprint en bijpassende broeken. Gitarist Ron Wood geeft de voorkeur aan een doorzichtig hemd en een viscose jasje met cellofaanvezels. “We waren toen al erg sterk bezig,” zegt Nissim, “maar dat was echte waanzin. Mick Jagger is erg beleefd en praat Frans met een licht accent. Ik was onder de indruk van zijn doorleefde gezicht. Toen de Stones naar Brussel kwamen, ben ik hen gaan opzoeken in hun hotel. Op dat ogenblik werd ook de wereldbeker voetbal gespeeld. We hebben bijna lopen voetballen in de hotelgangen !”

Ondanks het stopzetten van de defilés, blijft de herencollectie succes oogsten. Voor het EK 2004 kiest de Franse voetbalploeg voor Olivier Strelli. [… ] Olivier Strelli ontwerpt voor de Franse ploeg pakken en afgewassen jeans met een used look. Een perfecte combinatie tussen stadslook en sportieve kledij. Jammer genoeg heeft de ploeg de kleren niet vaak gedragen.

Al die glorierijke momenten waaraan de pers ruim aandacht besteedt, vinden we ingekaderd terug aan de muren in de Strellikantoren. Hier put iedereen energie uit om door te gaan. En Nissims geluk kan niet op wanneer zijn trouwe broer Samy en zijn zoon Olivier bij hem in de zaak komen. Het vergde wel wat aanpassingen van alle betrokkenen.

Prinsessenjurk van de toekomst

Hoewel het jaar 2000 er weinig rooskleurig uitziet voor de Belgische economie en vooral voor de Belgische textielsector, die erg te lijden heeft onder de mondialisering, put Olivier Strelli hieruit moed en motivatie. Bij zijn vrouwenlijn merken we een drang naar vernieuwing, naar verjonging, naar meer durf en hier en daar zelfs opnieuw kleur. Hij heeft de komst van Zara, Mango, Massimo Dutti en andere H&M’s overleefd, die lelijk hebben huisgehouden in het betere middensegment, zonder prijzen te breken, zonder compromissen. Hij is gewoon zichzelf gebleven. “Een bedrijf als dit handhaven, vergt al heel wat creativiteit”, zegt Frédéric Brébant, adjunct-hoofdredacteur van Weekend-Le Vif / L’Express. Het tijdschrift, dat nochtans de vinger aan de pols van de ontwerpscene houdt, kiest in 1999 voor Strelli om de haute- couturejurk van het derde millennium te ontwerpen. ( Dit was een gezamenlijk project met Weekend Knack) “Het jaar 2000 betekent een enorme stap”, zegt Frédéric Brébant. “We hebben er echt niet lang over moeten nadenken : hij is de ontwerper bij uitstek.” Strelli ontwerpt de jurk Tina Millennium. De jurk is een eerbetoon aan het model Tina Hebbelinck. Strelli kiest voor haar omwille van haar natuurlijke elegantie en puurheid. De prinsessenjurk van de toekomst maakt nu deel uit van de vaste verzameling van het Antwerps Modemuseum. In zijn rok van tule heeft Nissim heel wat snuisterijen, herinneringen en beloftes verwerkt.

[… ] België blijft het land waaraan Strelli zijn hart heeft verloren en waarin hij het meeste energie steekt. En met succes. In 2002 mag hij samen met zijn collega Gérald Wathelet het ereteken van de Leopold II-orde in ontvangst nemen. Hij is ook niet meer weg te branden uit de Belgische cultuurscene : hij bekleedt een Smart in de kleuren van zijn sjaals, hij ontwerpt een levensgrote Strellikoe voor de tentoonstelling Art on Cows, en hij zit elk jaar de jury van de modescholen voor. Er lijkt geen einde aan te komen.

Misschien laat de titel ‘Strelli-jaren’ vermoeden dat er een tijdperk is afgesloten. Dat is helemaal niet de bedoeling ! Niemand kan trouwens een precies tijdstip kleven op die Strelli-jaren. Voor sommigen zijn het de jaren ’70. Het team krijgt dan vorm en het overhemd bezorgt het merk grote faam. Anderen zoeken het in de jaren ’80, wanneer Strelli kleur brengt in een grijze, schuchtere wereld. Nog anderen verwijzen naar de prestigieuze jaren ’90, met de Rolling Stones en de defilés. En dan zijn er diegenen die in het derde millennium een nieuwe wind door het merk voelen waaien, met meer durf en vernieuwingsdrang, zoals is gebleken tijdens het defilé voor het 30-jarige jubileum. Olivier Strelli is vandaag uitgegroeid tot een imperium met topmomenten en mindere periodes, met populaire bevliegingen en twijfels, met meesterlijke zetten en misstappen. De toekomst ziet er alleszins rooskleurig uit met het nieuwe succesvolle parfum, de nieuwe Strelli Jeanscollectie, de positieve pers naar aanleiding van het 30-jarige jubileum en de indienstneming van nieuwe mensen. Terwijl westerse confectiebedrijven angstig naar China kijken, maakt Strelli er op zijn onverwachte manier het beste van. De kleurentovenaar heeft nog heel wat in zijn mars. Daarom zegt hij ook telkens opnieuw : “Mijn beste collectie is de volgende.”

Elodie de Sélys, ‘Olivier Strelli’, Lannoo, vanaf 29 september in de boekhandel. 192 blz., 49,95 euro.

Door Elodie de Sébys I Bewerking Marjolijn Vanslembrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content