Herwig Van Hove

Negen op tien portflessen die bij ons worden gedronken, zijn van banale kwaliteit. Vintage biedt de garantie van een goed oogstjaar. Maar het is de tijd die uitwijst of de wijn zijn beloften waarmaakt.

Herwig Van Hove

Belgen zijn de grootste portdrinkers ter wereld : 2 liter pro capita per jaar of samen 139.300 hectoliter in 1995. Het grootste gedeelte (97,9 procent) van deze port-zee is erg gewoon van kwaliteit zo’n 57.000 hectoliter wordt trouwens en vrac ingevoerd. Deze vrac-uitvoer van appellationwijn is onlangs door de Portugese overheid opgeschort : al wat de naam porto draagt, mag sinds 1996 nog enkel op fles het land verlaten en moet dus ter plaatse gebotteld worden.

Dergelijke maatregelen die enkel de verpakking betreffen, verbeteren de kwaliteit niet. De Portugese overheid zou ook en vooral aan productiezijde moeten ingrijpen en de grote hoeveelheid minderwaardige wijn van de markt moeten halen, appellation of niet. Het verplicht stellen om te bottelen in de regio heeft niet veel zin en gaat uit van een al te optimistisch kwaliteitsimago van de regio. Het resterend gedeelte van de port-zee (2,1 procent) dat in 1995 ons land binnenkwam, bestaat uit de zogenaamde ?speciale types? : samen 3219 hl. Hiervan is 275 hl vintage, 801 LBV, 408 colheita, 1562 hl met aanduiding van de lagerduur : 10 years old, 20 years, 30 years… en 173 hl vintage character.

Men kan het bevreemdend vinden dat een kwaliteitsland als België met zijn portinvoer maar voor 2,1 procent in het segment van de speciale types zit. Maar ook Nederland met 3,3 procent en Frankrijk met 2,8 procent, en zelfs Portugal met 4,9 procent, zijn erg bescheiden met hun aankopen in het kwaliteitssegment. Alleen Engeland koopt er een substantieel gedeelte (36,3 procent) van in. De reden is niet alleen het prijsverschil de speciale types zijn uiteraard vele malen duurder , maar ook de zeldzaamheid : Portugal produceert maar 8,4 procent speciale types, al de rest is anoniem. Negen op tien flessen port, waar ook gebotteld, zijn dus nog altijd niet veel meer dan banale zoete alcoholische dranken die geen persoonlijke stempel dragen, noch qua origine, noch qua shipper. Verwonderlijk is dat niet : ?veel rommel en weinig goeds? is immers typisch voor grootschalige, door merken gedomineerde appellations. De toestand is vergelijkbaar met die van champagne of cognac. Om het imago op te krikken, maken de grote merken een kleine hoeveelheid excellent product, ten koste van de rest die gebanaliseerd wordt.

Vintage port is dus te vergelijken met de XO van cognac of de cuvées spéciales van champagne. Bij de Bordelese châteaus is de toestand net omgekeerd : de grote hoeveelheid premier vin (de beste) wordt door het wegselecteren van de second substantieel beter.

Ondertussen is de excellente vintage 1994 op onze markt. De klassiekers zijn allemaal uitzonderlijk goed : Fonseca en Taylor’s (invoer : Cinoco, Brussel), Passadouro en Niepoort (Bleuzé, Drogenbos), Gould Campbell (Madas, Antwerpen) maar ook over Graham, Dow’s, Martinez, Noval en Ramos Pinto wordt veel goeds bericht.

Vintage 1977 revisited

In 1975 kwam Portugal uit de anjerrevolutie en de internationale, door Bordeaux aangedreven, reputatie van het jaar was excellent. De meeste shippers (33 in aantal) hebben toen ten onrechte het jaar 1975 als vintage gedeclareerd. Nu wordt duidelijk dat de wijnen volkomen versleten zijn. Port op zichzelf is niet eeuwig : diep fruit, rijpe tannines en grote concentratie zijn nodig om de kaap van 20 jaar te ronden. Ook de 1977 is met veel enthousiasme vertrokken en door 33 shippers tot vintage uitgeroepen. Gelijkaardige jaren zijn : 1960 met 33 declaraties, 1983 eveneens met 33, en 1987 met 31. De echt grote jaren zijn nog meer algemeen gedeclareerd : 1963 met 43 declaraties, 1970 met 41 en 1991 met 40.

Ook de opvattingen over vintage zijn de laatste tien jaar wat veranderd. Voor de Amerikaanse markt wordt vintage gemaakt die onmiddellijk te drinken is een horror voor de Engelsen en deze wijnen worden van in de prille jeugd reductief behandeld en dus opinox of grote eiken foeders gelagerd, zodat zuurstof er niet bij kan. Ze excelleren door fruit en smakelijkheid. Quinta do Vesuvio is een prototype van deze richting. Anderen blijven van oordeel dat vintage iets is voor de toekomst en minstens 20 jaar moet bewaren en verbeteren : Taylor’s, Graham, Fonseca, Niepoort, Passadouro en vele anderen.

Onlangs werd door Jan De Zwart een blinde proeverij georganiseerd van 1977 vintage, een remake van een proeverij in 1981 voor het toenmalige Culinair Magazine. De voorspellingen van toen worden nu, na bijna 20 jaar, bevestigd.

in het glas

Sommige shippers zijn vooral geïnteresseerd in grote volumes en maken flauwe vintagewijnen die eigenlijk door het IVP zouden moeten worden afgewezen. In 1977 zijn de wijnen van deze shippers ronduit flauw en nu, na zoveel nutteloze jaren wachten, komt die flauwheid met onrustwekkende duidelijkheid naar buiten : Pocas Junior (niet meer dan versleten zwakke ruby), Guedes (volkomen niets), Croft (dun en simpel), Sandeman (glad zoet en scherp zuur). Deze vier zijn de ergste, de volgende zijn iets beter maar nog het wachten niet waard : Feist (uiterst neutraal), Kopke (zwakke smaak met dun prikkelend zuur en toch plat), Rozes (rosé van kleur, dun van neus en simpele smaak met lengte in het zuur), Dalva (simpel flauw en verbrokkeld), Ferreira (simpel à la fine tawny), Fonseca (gestructureerd in het zoete).

Dan komen de ?gewoon? goede : Burmester (normale kleurconcentratie en een totaal versmolten wijnachtige neus die mooi openplooit bij opschudden en een smaak met gebondenheid en persoonlijkheid), Real Velha (stevige vintagesmaak met een accent op fijne bitterheid), Calem (geen spoor van sleet maar iets braaf in de smaak), Smith Woodhouse (mooie gedrongen kleur en een compacte gebalde neus met een wijnachtige gebonden smaak), Dow’s (heel goede kleur met een nuance van rijp en een gedrongen toegeplooide neus met traag opkomende onderbouw, eerlijke wijnsmaak met grote finesse maar iets dun van textuur), Quarles Harris (rijpe kleur en een frisse vintageneus met diepte en ook een frisse vintagesmaak met lengte), Warre (wat gladde smaakaanspraak maar toch veel textuur, grote maar wat eenvoudige wijn).

De grote heren van 1977 zijn : Delaforce met een goede kleur en een statige brede wijnneus, goed weerstand biedende en toch zachte smaak zonder spoor van zwakheid. Taylor’s : kleur zonder enig spoor van sleet en een neus die excelleert door frisheid, grote totaal geknoopte smaak met grote persoonlijkheid. Gould Campbell : uiterst gedrongen en compacte dense kleur en daarenboven een onontwikkelde neus met een strenge smaak en grote lengte. Graham : normale kleur en een stevige neus met structuur en diepte en een dito smaak met grote lengte. Niepoort : echt mooie vintage kleur met stevige concentratie en een nuance van rijp, statige edele neus met frisse wijnachtigheid en een ronde maar ook stevige smaak met groot karakter en persoonlijkheid.

Vintage 1977 lost de verwachtingen in : wat flauw was, blijft flauw, de groten worden met de jaren beter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content