Het Parijse appartement van graaf en gravin Hubert d’Ornano, drijvende kracht achter het cosmeticahuis Sisley, lijkt op een riant paleis ergens op de grens tussen Polen en Rusland .

Het overdadig rijk gedecoreerde appartement van graaf en gravin Hubert d’Ornano, vol schilderijen, vazen en meubels, voert de bezoeker meteen oostwaarts, naar Centraal-Europa, waar het eigenlijk thuishoort. Als je weet dat de eigenaars Poolse wortels hebben – de gravin is van oorsprong een Poolse prinses – ligt de verklaring voor de hand. Het paar converseert overigens bijna altijd in het Pools, en ontpopt zich steeds meer als mecenas van Poolse kunstenaars.

Het riante appartement bevindt zich nochtans wel degelijk in hartje Parijs, op de Quai d’Orsay, ter hoogte van de Pont de l’Alma. Voor de familie d’Ornano hier een dertigtal jaar geleden introk, zag het interieur er wel heel anders uit. De stijl en ook de schaal van het gebouw, dat dateert uit de jaren twintig, zijn geïnspireerd op niets minder dan het kasteel van Versailles. De monumentaliteit verwijst naar de grootse architectuur uit de tijd van Lodewijk XIV.

Het appartement zag er vroeger wellicht veel soberder uit. De marmeren vloer zit nu verstopt onder een gigantisch tapijt dat over het gehele appartement doorloopt. Dit tapijt alleen al zorgt voor een uitgesproken intieme salonsfeer. “Ik heb het interieur ingericht samen met onze vriend Henry Samuel“, legt gravin Isabelle d’Ornano uit. Samuel was een decorateur van de beau monde, die vooral in de jaren vijftig, zestig en zeventig actief was. Zo werkte hij onder meer voor de Vanderbilts, voor William Randolph Hearst, de Aga Khan en de Rothschilds. Samuel kreeg ook tal van museale opdrachten, onder meer voor het Metropolitan Museum in New York en het kasteel van Versailles, omdat hij dé kenner was van het achttiende-eeuwse interieur.

“Voor de basis van dit decor hebben we gebruikgemaakt van een paar grote deuren uit de tijd van Lodewijk XV, die uit het paleis van Versailles komen. We hebben ze hergebruikt in onze zitkamer. Ze zijn beschilderd met een groene faux marbre, afgeboord met een gouden bies.” De gehele lambrisering, ook deels achttiende-eeuws en gerecupereerd uit een Normandisch landgoed, werd op dezelfde manier beschilderd en verguld. “Mijn Poolse origine verklaart een beetje mijn barokke smaak. Ik hou bijvoorbeeld van druk beschilderde plafonds”, zegt de gravin bijna verontschuldigend. De plafonds zijn inderdaad opulent gedecoreerd, iets dat je in Parijs eerder zelden ziet. Het idee om de zoldering te versieren met spelende aapjes en vogels in het groen werd opgedaan tijdens een bezoek aan het Vaticaan, waar gelijkaardige plafonds te zien zijn. Tot haar verbazing ontdekte Isabelle d’Ornano dezelfde decoraties in de Poolse kastelen waarin haar voorouders hebben gewoond. Maar ook de overdadig gestoffeerde wanden beladen met portretten en andere schilderijen zijn typisch voor Oost- en Centraal-Europa. “Ik heb ginder nooit gewoond, maar als ik er kom, voel ik dat mijn wortels daar liggen. Onbewust gebruik ik deze stijl.”

Van de ene salon naar de andere

Zelfs de manier waarop dit ruime appartement wordt bewoond is voor ons ongewoon. Het staat nokvol, van de inkomkamer tot de centrale salon en de eetkamer. Er zijn ook overal zithoeken. “We zitten graag op verschillende plaatsen”, legt onze gastvrouw uit. “Er liggen overal boeken en tijdschriften. Afhankelijk van het uur van de dag nemen we ergens anders plaats. Vergeet ook niet dat we hier werken. In deze flat ontvangen we heel veel mensen, ook om te eten. Het appartement wordt dus heel intensief gebruikt.”

De graaf en de gravin wonen hier niet altijd, in het weekend verblijven ze graag op hun buitengoed in de omgeving van Parijs. Ze hebben ook een mooie flat in Londen waar ze vrij vaak naartoe gaan. Maar dit appartement, gelegen op een boogscheut van hun kantoor, is hun vaste stek.

Eclectische smaak

Het meubilair is behoorlijk ongewoon. Naast de antieke meubels, deels uit familiebezit, staan er enkele moderne creaties, zoals de kroko fauteuils van Claude Lalanne en de tafel in de vorm van een everzwijn van de Poolse beeldhouwer Bronislaw Krzystof. De d’Ornano’s geven graag opdrachten aan Poolse kunstenaars. Krzystof mocht ook het dopje boetseren van de Eau du Soir-flacon. “Vooral beeldhouwers vind ik erg boeiend. Ik word graag door beelden omringd, ze geven me een warm gevoel. Je moet weten dat we hier onze vijf kinderen hebben opgevoed. Het huis was dus altijd vol mensen. Nu zorgen die beelden voor een soort ‘menselijke’ aanwezigheid, zelfs als er niemand is. Schilderijen hebben die uitstraling niet”, aldus de gravin.

De bewoners hebben een vrij eclectische smaak. Ze houden bijvoorbeeld ook van blauw en wit Chinees porselein. In de ontvangstruimte staan er grote antieke vazen uit China, waarin een kind zich makkelijk zou kunnen verstoppen. Aan de muren hangen werken van Salvador Dali en Miquel Barcelo. Ze vinden de confrontatie van oud en nieuw, antiek en moderne kunst erg belangrijk. “Eigenlijk is er aan het appartement zelf, aan de basisstructuur en de meubels, in jaren niets meer veranderd, maar er komen wel kunstwerken bij. Soms heb ik er zelfs geen plaats meer voor. Zoals voor de slakken van Jean-François Fourtou. Toen ik ze voor het eerst zag op de Fiac (hedendaagsekunstbeurs) was ik er weg van, maar ik wist niet waar ik ze moest neerzetten, want de beeldhouwer had ze voor op de grond gemaakt. Maar toen ik thuiskwam wist ik het wel : ik liet ze op de muur en op het plafond kruipen,” vertelt de enthousiaste gravin. Precies deze portie surrealisme maakt dit interieur tot een bijzondere plek.

Door Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Isabelle d’Ornano : “Mijn Poolse origine verklaart wellicht mijn barokke smaak.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content