Het nieuws van de dood van Anita Roddick, de charismatische stichter van The Body Shop, deed me wat. Begin dit jaar maakte ze bekend dat ze aan hepatitis C leed en dus ongeneeslijk ziek was. Toch overleed ze vrij onverwacht, aan een hersenbloeding. In een interview in The Daily Telegraph vijf dagen voor haar dood, was ze nochtans een en al levenslust. Nee, met pensioen gaan stond niet in haar woordenboek. Ze zou verder campagne voeren. Voor eerlijke handel, tegen armoede en nu ook om bewustwording te creĆ«ren rond hepatitis C, ook wel een ‘stille doder’ genoemd. Roddick wilde meer zijn dan ‘de oprichtster van The Bodyshop’. Ze vond ‘actievoerder’ een betere omschrijving.

Anita Roddick is een pionier geweest die met een radicaal engagement toch een zeer succesvolle business kon uitbouwen. In 1976 opende zij in Brighton haar eerste winkel, ze verkocht er huid- en haarverzorging met formules en ingrediƫnten die ze meebracht van verre reizen. Van bij het begin voerde ze een strikt milieu- en antidierproevenbeleid. En toen The Bodyshop uitgroeide tot een echt concern richtte ze binnen de firma een mensenrechtendepartement op.

Haar invloed op de hele cosmeticawereld kan nooit overschat worden. Het terugdringen van testen op dieren, het inschakelen van ‘oudere’ of ‘gewone’ modellen in campagnes, het steunen van goede doelen door beautymerken : allemaal schatplichtig aan Anita Roddick.

Als geslaagde businessvrouw – ze werd met The Bodyshop een van de rijkste vrouwen van Groot-BrittanniĆ« en een van de grootste filantropen – was ze het levende bewijs dat ethisch en ecologisch verantwoord zakendoen hand in hand kon gaan met winstgevend zijn. Ze heeft ethiek en ecologie op de economische kaart gezet, lang voor het modieus werd.

Vorig jaar kreeg ze nogal wat tegenwind toen ze The Body Shop voor zo’n 970 miljoen euro aan L’OrĆ©al verkocht. Wat een uitverkoop vonden velen, want testte L’OrĆ©al niet op dieren ? Roddick verdedigde haar keuze. “Ik was het Trojaanse paard dat ze binnenhaalden”, vertelde ze in datzelfde interview in The Daily Telegraph. “Ik kon nu, van binnenuit, onder meer mijn ideeĆ«n over eerlijke handel bij de aankoop van ingrediĆ«nten doordrukken. En ze nemen het project sneller ter harte dan ik ooit had durven hopen.” Ik denk dat de tijd haar gelijk zal geven.

Ik interviewde Anita Roddick in 1995. Het is een ontmoeting die in mijn geheugen gegrift blijft. Hoe anders dan interviews met andere grootheden uit de beautybusiness. Geen pluchen hotel of designtempel als locatie. Gewoon, het Ibishotel vlak bij de Grote Markt in Brussel. Geen opgefokte pr-entourage, alleen een paar discrete medewerkers. Tijdens het interview was ze gefocust en superenthousiast. Een paar vervelende vragen over de hetze die er eerder geweest was in de Britse pers naar aanleiding van een onterecht gerucht over niet zo groene productietechnieken, pareerde ze met groot elan. Ze bleek ook grappig. “Ik leerde van zogenaamd ‘primitieve’ volkeren dat je een zekere lichtheid moet hebben. Om iets te veranderen, vertellen ze een verhaal.” Toen Anita Roddick vaststelde dat er te veel bedrijfswagens waren voor een groene firma als de hare, schreef ze ook een verhaal in een interne nieuwsbrief. “Ik had het over het verband tussen grote auto’s en … kleine penissen. Dat was de aanzet tot verandering.” Ze moest hartelijk lachen om mijn verbazing, maar was even later alweer ernstig op dreef. Over de behoefte aan kleinschalige economische projecten en over armoede als de grootste catastrofe. De zucht naar glamour en geld was niet haar ding. Toch was ze geen dorre asceet. “Ik heb een fantastische en onvoorstelbaar excentrieke tuin”, vertelde ze aan het eind van ons gesprek. “Er steekt veel geld in die tuin, dat is voor mij luxe.”

trui.moerkerke@knack.be

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content